Nieuws

Herziene regelgeving innovatie voor kleinschalige experimenten

23 december 2016

Hiermee informeren wij u over een aantal wijzigingen die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft doorgevoerd in de regelgeving rond innovatie voor kleinschalige experimenten.

Doel van de wijzigingen is per 1 januari 2017 meer mogelijkheden te bieden voor kleinschalige experimenten. Innovaties zijn van groot belang om ook in de toekomst verzekerd te zijn van kwalitatief goede en betaalbare zorg. De meeste innovaties kunnen binnen de bestaande regels worden gefinancierd. Voor sommige nieuwe ontwikkelingen geldt dat echter niet. De beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten (beleidsregel innovatie) maakt het mogelijk om deze innovaties toch in de praktijk uit te proberen.
Al met al moeten er door de wijzigingen meer ruimte komen voor vernieuwende oplossingen in de zorg.

De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen per 2017 van de regelgeving innovatie voor kleinschalige experimenten (zie bijlagen) zijn de volgende:

1. Invoering van de optie tot verlengen van de experimenteerperiode met 2 jaar

Bij de beoordeling of een experiment kan worden opgenomen in de reguliere bekostiging moet het experiment gedegen zijn uitgevoerd. Uit de praktijk blijkt dat de huidige maximale experimenteerperiode van drie jaar niet altijd voldoende is om gedegen uitkomsten te genereren. In deze situatie kan het een oplossing zijn om de bestaande experimenteerperiode met maximaal twee jaar te verlengen.
“De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet in een wijziging van de beleidsregel Innovatie zodat het mogelijk wordt dat een experiment met maximaal twee jaar kan worden verlengd indien uit de evaluatie van het experiment blijkt dat:
- het experiment nog onvoldoende uitkomsten heeft gegenereerd, of- de onderzoeksopzet en het type onderzoek een langere onderzoeksduur vergen.”
De wijziging is opgenomen in artikel 7 van de beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten.

2. Invoering experimenteermogelijkheid voor forensische zorg

Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil graag de beleidsregel innovatie voor zorgexperimenten in de forensische zorg kunnen gebruiken. Deze nieuwe mogelijkheid geeft de zorginkoper Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en zorgaanbieders ruimte om in de forensische zorg meer aan innovatie te doen en nieuwe ideeën in een experiment te toetsen. Een voorbeeld hiervan is de inzet van het Volledig Pakket Thuis. Met deze beleidsregel kan intensieve ambulante interventie worden ingezet om de uitstroom uit voorzieningen voor begeleid wonen te bevorderen.
In de aanwijzing van de minister van VWS (mede namens Veiligheid en Justitie) aan de NZa, zijn alle vormen van forensische zorg onder de reikwijdte van de beleidsregel innovatie gebracht.
Deze wijziging werkt door in alle regelgeving over innovatie voor kleinschalige experimenten.

3. Evaluatie is vervroegd naar 6 maanden voor einde van experiment (was 12 weken)

Voor het einde van de experimenteerperiode van drie jaar ontvangt de NZa een evaluatie van de experimenterende partijen. Die moet uiterlijk twaalf weken voor afloop van het experiment zijn ingediend.
De NZa heeft besloten de eindevaluatie voor het experiment te vervroegen van twaalf weken naar zes maanden voor afloop van het experiment. Op deze manier kan de NZa beter en meer vroegtijdig aangeven of de innovatieve zorgprestatie kansrijk is om te worden omgezet in een reguliere zorgprestatie. Een vroegere evaluatie geeft meer tijd om aanvullende vragen over en weer te beantwoorden. Ook kan de NZa zo nodig verder onderbouwen hoe aan de criteria wordt voldaan om te komen tot een reguliere prestatie of te besluiten tot instandlating van het experiment. De ervaring leert dat de huidige termijn van twaalf weken relatief kort is.
De vroegere eindevaluatie valt samen met het invoeren van de mogelijkheid om de experimenteerperiode te verlengen van drie naar maximaal vijf jaar. Door de vroegere evaluatie is dan ook eerder duidelijk of voldaan wordt aan de criteria om de experimenteerperiode te verlengen naar vijf jaar. Zo weten de deelnemers aan een experiment eerder en beter waar zij aan toe zijn.

4. Verduidelijking van de optie "tijdelijke instandlating van een experiment

Het is mogelijk om een zogenaamde tijdelijke instandlating aan te vragen op basis van de beleidsregel ‘Tijdelijke instandlating gevolgen experiment’. De tijdelijke instandlating maakt het mogelijk om de gevolgen van het experiment geheel of gedeeltelijk tijdelijk in stand te laten als een experiment eindigt. De veldpartijen hebben laten weten dat het soms onduidelijk is wanneer een experiment in aanmerking komt voor een tijdelijke instandlating. Daarom is de beleidsregel op dit punt verduidelijkt.

In de beleidsregel ‘Tijdelijke instandlating gevolgen experiment’ zijn de mogelijkheden voortaan expliciet opgenomen in een nieuw artikel 4 dat als volgt luidt:
“Een tijdelijke instandlating van de innovatieve zorgprestatie kan worden afgegeven in de volgende drie situaties:

  1. De NZa is voornemens een reguliere bekostigingstitel voor de innovatieve zorgprestatie te ontwikkelen en de instandlating wordt gebruikt als overbrugging naar de reguliere bekostiging.
  2. De NZa is niet voornemens een reguliere prestatie vast te stellen en experimenteerpartijen gebruiken de instandlating om het experiment af te bouwen.
  3. De NZa voorziet een beleidswijzing waardoor bekostiging van (een deel van) de zorg als bedoeld in artikel 1 van deze beleidsregel kan plaatsvinden op grond van het toekomstige (gewijzigde) beleid. Naast bovenstaande wijziging zal in 2017 het aanvraagformat voor een instandlating worden verbeterd. Het aanvraagformat voor tijdelijke instandlating komt op de website van de NZa in plaats van als bijlage bij de beleidsregel. Het kan hierdoor flexibeler worden aangepast.

5. Verruiming van de mogelijkheid aan te sluiten bij een lopend experiment

Op dit moment kunnen andere zorgaanbieders, zorgverzekeraars of zorgkantoren volgens de beleidsregel ‘Tijdelijke instandlating gevolgen experiment’ gedurende de periode van tijdelijke instandlating van het
experiment niet aansluiten. Dit levert soms onwenselijke situaties op, bijvoorbeeld dat verzekerden van één of meerdere zorgverzekeraars door deze regel geen toegang tot de zorg uit het experiment meer krijgen.

De NZa wil het mogelijk maken om nieuwe deelnemers aan het experiment te laten aansluiten tijdens de periode van tijdelijke instandlating. Aansluiten mag voortaan als de NZa van plan is om een reguliere prestatiebeschrijving te ontwikkelen. Partijen mogen dus niet aansluiten bij een periode van tijdelijke instandlating die bedoeld is om het experiment af te bouwen. De reden hiervan is dat het niet wenselijk is een experiment uit te breiden als de tijdelijke instandlating is toegekend om het experiment af te bouwen.

Deze pagina is een onderdeel van: