Ik was net geboren en Gea hield me al in haar armen. Stak een vreemde een vinger naar mij uit, dan kregen ze het met Gea aan de stok. ‘Pas op hè!’ riep ze dan met vurige ogen. Gea had downsyndroom en kwam vaak bij ons thuis. Mijn moeder was haar begeleider, maar hun band ging verder dan dat. Twee handen op één buik, een bijzondere vriendschap die jaren terugging.