Nieuws

VGN vreest ontslaggolf door falend inkoopbeleid

19 september 2014

De VGN vreest dat het baanverlies tussen 2013 en 2017 oploopt tot 29.000 banen doordat zorgkantoren en gemeenten harder bezuinigen dan in het landelijke beleid is afgesproken. Dit blijkt uit het arbeidsmarktonderzoek dat SEO Economisch Onderzoek in augustus 2014 heeft uitgevoerd. Vooral jongere medewerkers worden hierdoor getroffen. Tegelijkertijd zet dit enorme verlies aan banen de kwaliteit van zorg voor zeer kwetsbare mensen sterk onder druk. De VGN verwacht dat staatssecretaris Van Rijn (langdurige zorg) en minister Asscher (werkgelegenheid) maatregelen nemen om dit te voorkomen.

Het SEO Economisch Onderzoek heeft in opdracht van de VGN het effect van de herzieningen in de langdurige zorg en de bijkomende bezuinigingen op de werkgelegenheid in de gehandicaptenzorg onderzocht. Het blijkt dat de stapeling van problemen zoals aanhoudende onduidelijkheid bij de inkoop, oplopende frictiekosten en de sterke stijging van administratieve lasten, enorme gevolgen heeft voor de gehandicaptenzorg.

Positief versus negatief scenario

De resultaten van SEO laten een groot gat zien tussen het positieve scenario (verlies van 15.000 banen) en het negatieve scenario (verlies van 29.000 banen). Welk scenario werkelijkheid wordt hangt af van het inkoopbeleid van vooral gemeenten, die duidelijk geen rekening houden met de arbeidsmarkteffecten van hun beleid.

Maatregelen Asscher noodzakelijk

Wanneer er geen maatregelen worden genomen, vreest de VGN dat de kwaliteit van zorg op meerdere manieren onder druk komt te staan. Oudere werknemers stromen de komende jaren uit en minder jongeren zullen bij dit arbeidsmarktperspectief kiezen voor een baan in de gehandicaptenzorg. De continuïteit van professionaliteit in de gehandicaptenzorg komt hiermee in gevaar. De VGN roept om die reden minister Asscher op om aanvullende maatregelen te nemen zoals het mogelijk maken van deeltijd-WW en vroegpensioen.

Portretfoto Aart Bertijn
Wil je meer weten?
Neem contact op met Aart Bertijn

Deze pagina is een onderdeel van: