Nieuws

Heleen Dupuis nam afscheid van de VGN: “We moeten gevoelig blijven voor het lijden van cliënten”

18 november 2015

Na zes jaar bestuursvoorzitterschap bij de VGN gaf Heleen Dupuis vandaag met een vurig betoog het stokje over aan haar opvolger Femke Halsema. De toon van haar afscheidsrede tijdens een Algemene Ledenvergadering was authentiek, strijdvaardig en optimistisch. Daar was niemand verbaasd over, want de betrokkenheid van de praeses was haar hele ambtstermijn onverminderd groot.

Direct na de vergadering vat ze haar toespraak nog even samen. Met herinneringen, actuele observaties en vergezichten. “Ik trof bepaald geen rustig werkveld aan, het bestuur was nauwelijks een team. Dat is helemaal omgedraaid. Daar heb ik zeer positieve herinneringen aan. Het werd gaandeweg steeds leuker om in dat proces de spelverdeler te zijn.”

Resultaten

Wat heeft de vereniging onder haar leiding bereikt in die zes jaar? “Om te beginnen hebben we een substantiële bijdrage kunnen leveren aan een aantal wetsvoorstellen. Onder andere door goed te overleggen met de staatssecretaris. In de ogen van de Inspectie doen we het als sector goed, dat vind ik ook een verdienste. Uit die hoek kregen we lof en waardering. Verder hebben we werk gemaakt van het kwaliteitskader. Het besluit om dat zelf te gaan ontwikkelen, was een goed besluit. We zijn daar inmiddels heel ver in. We hebben ook veel wetenschappelijk onderzoek weten te coördineren en opleidingen ondergebracht bij de stichting die huisartsen en specialisten ouderengeneeskundigen opleidt.”

Ze kijkt ook met tevredenheid om naar de transities. “We hebben ondanks de soms niet makkelijke omstandigheden toch de verstandhouding met het ministerie prettig weten te houden, zowel op directieniveau als op bestuurlijk niveau. Ook de relatie met de Brancheorganisaties Zorg, bleef goed, terwijl de belangen soms zeer uiteen liepen. We zijn steeds beter gaan samenwerken.”

Handig

Was de functie makkelijk te combineren met haar andere functies? “Juist! Ik vond het bijvoorbeeld heel erg prettig om tegelijkertijd te werken voor de raad van toezicht van de ouderenzorg. En in de Eerste Kamer kreeg ik de wetgeving in een vroeg stadium te zien. Nou ben ik geen lobbyist. Maar dat was ook niet nodig, de VGN is altijd zeer effectief in het uitoefenen van invloed.”

Was het bij die beïnvloeding een voordeel dat ze als ethica te boek staat? (lachend) “Nou daar heb ik geen bijzonder voordeel van gehad. Geneeskunde speelt in onze sector een wat minder grote rol. Overigens vind ik wel dat er een groot aantal medisch-ethische issues zijn waar wél over gedacht moet worden. Onderwerpen als ‘hoe ver ga je met behandelen', bij cliënten die daarover zelf niets kunnen zeggen. Dat is echt een issue. Anticonceptie en dwang zijn andere grote ethische kwesties. Ik ben er niet in geslaagd om tot protocollen te komen. Maar je kunt je afvragen of dat nodig is. Nee, op mijn competentie ‘ethiek’ ben ik niet specifiek aangesproken…”

Gebabbel

Haar stijl oogstte des te meer belangstelling. “De hele Westerse filosofie is zwaar beïnvloed door de verlichting en daar voel ik mij erg mee verwant. Daar gaat het om de rede, om argumenten. Ik ben niet iemand die vasthoudt aan starre, ideologische denkwijzen. De rede moet altijd zegevieren, mede op basis van feiten. Expliciteer welke waarden je nastreeft, wat bijvoorbeeld echt goede hulp is. Je moet altijd blijven bedenken wat je doelen zijn. Anders wordt besturen gebabbel.”

Treurig

In haar slotwoord ging de scheidende voorzitter dieper in op het lot dat mensen met een beperking treft. “Er is niets op tegen om het goede dat in de zorg wordt bereikt te benadrukken, maar laten we oog blijven houden voor het beperkte bestaan van onze cliënten. Gehandicapten zijn net als andere mensen lees ik nog vaak. Nou, dat dus juist niet! We moeten gevoelig blijven voor het lijden van de cliënten. Hun leven is niet allemaal leuk en prachtig. Hoe goed je ook voor mensen zorgt, er is altijd ook sprake van lijden. We zijn zó vertrouwd geraakt met hun bestaan, dat we te weinig waarnemen hoe treurig het óók kan zijn. Daar mogen we de ogen nooit voor sluiten. Onze hele sector ontleent haar bestaansrecht aan de hulp die kennelijk nog nodig is. Wat mij betreft krijgen en behouden mensen met een beperking méér rechten dan mensen zonder beperking.”

Onder de indruk

Terug naar de balans en wat ze naar zes jaar met haar team heeft afgeleverd. “De sector staat er goed voor. De inspecteur-generaal heeft me herhaaldelijk laten weten tevreden te zijn over de voortvarendheid en initiatieven van onze instellingen. Dat klopt ook. Als ik zie wat onze leden allemaal ondernemen om het leven van cliënten te verbeteren, daar ben ik na zes jaar nog steeds van onder de indruk. Ook bestuurlijk gezien werken bij onze 165 leden betrokken, inlevende mensen. Tijdens VGN-vergaderingen staan er geen Maserati’s op het parkeerterrein...

En de vereniging? “We hebben momenteel even te maken met wat mutaties op directie- en bestuursniveau. Maar het gaat gewoon lukken. Ik heb er het volste vertrouwen in dat Femke het goed gaat doen. Ze heeft genoeg op haar bord liggen, maar ze stapt op een stabiel rijdende trein.”

“Niet alleen tot de bestuurders, maar tot alle professionals zeg ik: Kom niet terecht in ideologische fijnslijperij. Doe veel samen, leer van elkaar. Door bezieling en lef te tonen, te blijven streven naar vernieuwing, door je te realiseren dat jij degene bent die verstand van zaken heeft. Kortom: behoud het elan, dan blijven we goed overeind.”

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Jan van Hoek, voorzitter Raad van Bestuur Ipse de Bruggen en huidig vice-voorzitter:

“Ik heb haar in het bestuur vier jaar als voorzitter meegemaakt. Met veel genoegen. Voor het bestuur heeft ze het teamgedrag zeer gestimuleerd. Daarom was iedereen bereid om keihard te werken aan de gevolgen van de transities. Niet zelden dominant in het overleg, maar dat was uitsluitend bedoeld om het debat te stimuleren. Daarom ook stond ze aan de wieg van de ronde tafelbijeenkomsten die we rond kernthema’s hebben gehouden. Ik heb altijd zeer gewaardeerd dat ze eerst een ander aan het woord liet. En als je dan met goede argumenten kwam, was ze altijd bereid goed te luisteren. Ze eindigde vaak met: als ik jullie zo hoor, dan begrijp ik de standpunten en stel ik mijn mening bij. Overigens, dat oog hebben voor het lijden, dat is typisch Heleen. Alleen maar focussen op de normalisatie, dat was haar te weinig. Het is een voorbeeld van haar altijd prikkelende stellingname, die doorgaans leidde tot meer nuance in de visie.”

Paul de la Chambre, voorzitter Raad van Bestuur ’s Heerenloo en oud vice-voorzitter:

“Ze heeft van het bestuur absoluut een team gemaakt, aandacht gevraagd en gekregen voor het collectieve belang. Dwars tegen de verzakelijking en nieuwe concurrentieverhoudingen in. Haar manier van voorzitten was zeer geschikt om vorm te geven aan het wij-gevoel. Standvastig, respectvol en discreet. En ze was inderdaad niet te beroerd om haar standpunt te verlaten. Haar bevlogenheid en passie… Ze kon zich echt boos maken als er groepen buiten de boot dreigden te vallen. Ja, en die opmerking over dichterbij de cliënt komen door meer oog te hebben voor het lijden, dat is Heleen. Ik sta daar helemaal achter. Wat zij nalaat: een goed functionerend bestuur, een deskundig bureau en uitstekende eerstelijns contacten. Heleen Dupuis was in tijden van grote, wezenlijke verandering precies de oprechte en vooral authentieke voorzitter die we nodig hadden.”

Foto van Johan van Ruijven
Wil je meer weten?
Neem contact op met Johan van Ruijven