Achtergrond

Joost Loeffen: ‘Schiet niet meteen in de verdediging’

03 september 2012

Gehandicaptenzorgorganisatie Pergamijn staat onder verscherpt Inspectietoezicht dankzij een eigen melding. De Raad van Bestuur zag dat er iets moest veranderen in de situatie van vier cliënten, die langdurig op hun kamer opgesloten zaten. Dat vertellen twee leden van de Raad van Bestuur. Het toezicht werd onlangs met drie maanden verlengd. ‘Dat is natuurlijk niet prettig, maar we proberen het als een kans te zien’.

Vorig voorjaar werd duidelijk dat de situatie van vier cliënten met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag onhoudbaar werd. De woonruimte van de cliënten op het instellingsterrein Pepinusbrug in Echt was sterk verouderd; de nieuwbouwplannen lagen klaar. De begeleiding was teveel gericht op beheersing van agressie. Het  gevolg was dat tenminste vier cliënten grote delen van de dag op hun kamer moesten blijven achter een gesloten deur.
‘We hebben toen het CCE ingeschakeld voor advies en daarvan de Inspectie op de hoogte gesteld’, aldus bestuursvoorzitter Wil Schmitz. ‘Daarop volgde het verscherpt toezicht voor drie maanden. Natuurlijk leidt dat tot reputatieschade en onrust, maar wij hebben ervoor gewaakt in de verdediging te schieten. We hebben meteen duidelijk gemaakt dat we de analyse van de Inspectie deelden. Er moest iets veranderen.’
De vier cliënten hebben inmiddels eigen woonruimte gekregen in semi-permanente nieuwbouw. Ze hebben een eigen badkamer, meer privacy, meer contact met mede-cliënten en de begeleiders kunnen door de verbeterde indeling van de woonruimte veel beter oogcontact houden met de cliënten. De cliënten kunnen er blijven wonen tot over vijf jaar de nieuwbouw klaar is.
Belangrijker nog is de nieuwe begeleidingsstijl, die uitgaat van de acht domeinen van het Kwaliteitskader en vergelijkbaar is met Triple-C. Interim-bestuurder Joost Loeffen: ‘De begeleiders proberen de cliënt goed te ‘lezen’. We gaan uit van de wensen van de cliënt en hun verwanten. We schakelen veel meer dan vroeger ouders en verwanten in om de cliënt beter te leren kennen. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld dagbesteding op maat aanbieden. Cliënten kunnen nu weer samen eten en met hun ouders buiten op het terras zitten zonder dat het uit de hand loopt. Een van de ouders zei: er is een wonder gebeurd.’
Het verlengde toezicht - voor drie maanden - is ingesteld omdat de Inspectie nog zorgen had over zeventien andere cliënten en de continuïteit van de nieuwe aanpak. Ook deze zorg delen de bestuurders. ‘Er moet nog wel wat gebeuren. We zijn nu bezig met het toepassen van de nieuwe begeleidingsstijl voor de zeventien andere cliënten in vergelijkbare situaties. Tijdelijke nieuwbouw is voor hen niet haalbaar. Daarnaast hebben we ons voorgenomen met trainingen, scholing en personeelsbeleid het personeel beter toe te rusten voor het begeleiden van cliënten met probleemgedrag. Er zijn ook begeleiders die moeite hebben met de nieuwe aanpak. We borgen de nieuwe begeleidingsstijl door met elk team een psycholoog of orthopedagoog te laten meelopen. En we moeten opletten dat we niet te snel willen. Het enthousiasme over de nieuwe begeleiding bij het grootste deel van het personeel is groot.’
Loeffen heeft twee tips voor collega-organisaties die met toezicht te maken krijgen: ‘Ga als Raad van Bestuur de werkvloer op en voer intensieve gesprekken met begeleiders. Gebruik de informatie die zij aanleveren als gratis advies voor veranderingen en zie ze niet als aanval. Als mensen zien dat er naar ze geluisterd wordt, geeft dat vertrouwen. Voer de veranderingen bovendien uit met eigen mensen, zodat de nieuwe werkwijze iets van jezelf wordt. Hetzelfde geldt eigenlijk voor het toezicht zelf: zie dat als een kans, schiet niet meteen in de verdediging. Hoe verleidelijk dat ook is.’