Nieuws

Nieuws rondom de Wtza

Leestijd: 4 minuten
09 april 2024

Op donderdag 21 maart 2024 debatteerde de Tweede Kamer over de Verzamelwet VWS 2023. Op de agenda stond onder andere de vergunningplicht en de openbare jaarverantwoording. Hierover zijn amendementen ingediend. Op dinsdag 26 maart stemde de Tweede Kamer in met de Verzamelwet VWS 2023 en enkele amendementen. In dit bericht delen we de amendementen en vertellen we wat de uitkomsten en vervolgstappen zijn.

Vergunningplicht

Nieuw amendement
Het amendement Ellemeet en Van den Berg dat eveneens betrekking had op de vergunningplicht is tijdens de stemmingen door de partijen Groenlinks/PvdA en CDA ingetrokken. Het uitgangspunt van het nieuwe amendement is dat de vergunningplicht wordt uitgebreid en gaat gelden voor iedere zorginstelling. Iedere nieuwe zorginstelling moet in de toekomst een vergunning aanvragen. Bestaande zorginstellingen die eerder niet vergunningplichtig waren en met dit amendement wel onder de vergunningplicht komen te vallen, krijgen van rechtswege een vergunning. De van rechtswege verleende vergunning kan worden ingetrokken als niet langer aan de voorwaarden voor de vergunningplicht wordt voldaan. De vergunningplicht zal nog steeds niet voor solisten en onderaannemers gelden.

Ook relevant is dat voor de doelgroep voor wie de vergunningplicht wordt uitgebreid, de verplichtingen voor onafhankelijk intern toezicht niet gelden. Voor zorginstellingen met 10 of minder zorgverleners geldt deze verplichting namelijk niet. 

Wat betekent dit?
De minister gaat nu aan de slag met de uitwerking van het amendement. Zo zal de Uitvoeringsregeling Wtza aangepast moeten worden. Het streven is om de wijziging van de Uitvoeringsregeling per 1 januari 2025 in werking te laten treden.

bron: Tweede Kamer stemt in met amendement over vergunningplicht | Nieuwsbericht | Toetreding zorgaanbieders
 

Openbare jaarverantwoording

Amendement Bushoff
Door het amendement van lid Bushoff kan de minister ook afzonderlijke regels stellen voor micro zorgaanbieders. De minister kan hierdoor, vergelijkbaar met het Burgerlijk Wetboek en in lijn met de Europese richtlijn jaarrekening, in omvang onderscheid maken naar vier categorieën van zorgaanbieders: micro, klein, middelgroot en groot. Daarnaast kan de minister met dit amendement bepalen dat de jaarverantwoording voor micro zorgaanbieders geheel of gedeeltelijk niet openbaar hoeft te worden gemaakt. Bij micro zorgaanbieders is volgens lid Bushoff de kans groter dat de gegevens en informatie uit de jaarverantwoording direct naar een persoon te herleiden zijn. Doel van dit amendement is om voor micro zorgaanbieders de jaarverantwoording proportioneel te maken.

Wat betekent dit?
De minister gaat nu aan de slag met een wijziging van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG. Ook heeft de minister toegezegd de Eerstelijnscoalitie en externe toezichthouders hierbij te betrekken. Aangezien de pauze van kracht is over de boekjaren 2022 en 2023, is het streven het micro regime voor het eerst in werking te laten treden over boekjaar 2024, per 1 januari 2025. Of deze datum haalbaar is, is mede afhankelijk van de behandeling van het wetsvoorstel Verzamelwet VWS 2023 bij de Eerste Kamer. Tijdens de plenaire behandeling heeft de minister toegezegd dat voor de uitwerking van het micro regime in de Regeling openbare jaarverantwoording WMG zo veel mogelijk wordt aangesloten bij het Burgerlijk Wetboek. Zo zal de jaarverantwoording voor micro zorgaanbieders onder andere bestaan uit een beperkte jaarrekening.

bron: Tweede Kamer stemt in met een nieuw amendement over de jaarverantwoording | Nieuwsbericht | Jaarverantwoording zorg

Foto van Lilly van Wijnbergen
Wil je meer weten?
Neem contact op met Lilly Wijnbergen

Deze pagina is een onderdeel van: