Gehandicaptenzorg op de drempel van een nieuw pensioenstelsel
Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), waarbij de VGN is aangesloten, stapt op 1 januari 2026 met haar deelnemers over op een nieuwe pensioenregeling, met een accent op individuele afspraken. De enorme voorbereidingen voor deze transitie zijn al geruime tijd in volle gang. Vanaf oktober ontvangen alle deelnemers rechtstreeks een persoonlijke berekening. Eind november heeft iedereen die pensioen opbouwt of heeft opgebouwd bij PFZW inzicht in de verandering, die voor de meeste deelnemers gunstig uitpakt.
PFZW beheert pensioenrechten voor 2,9 miljoen mensen. Dat zijn in de zorg actieve mensen, gepensioneerden, nabestaanden en slapers: mensen die wel pensioenrechten hebben, maar niet meer in de sector werken. Voor de totale groep blijft in het nieuwe stelsel veel hetzelfde. Zo bouwen alle deelnemers nog steeds een levenslang pensioen op.
Meer beweging
Het nieuwe pensioenstelsel gaat als het ware meebewegen met de economie en de pensioenfondsen hoeven minder buffers aan te houden dan voorheen. In de oude, collectieve regeling mochten de pensioenfondsen niet indexeren als de dekkingsgraad te laag was. Die restrictie verdwijnt. Daardoor kan er sneller worden gereageerd op renteschommelingen. Doordat er voortaan individueel wordt belegd, zullen er hogere pieken en wat diepere dalen te zien zijn. Al bestaan er voor de dalen financiële dempingen, waardoor in de nieuwe regeling pensioenverlaging bijna is uitgesloten.
Lange aanloop
Aan de nieuwe Pensioenwet is 15 jaar gewerkt en er zijn in de Kamer veel debatten over gevoerd. De overgang maakte niet alleen in de politiek veel los, ook andere stakeholders als de werkgevers (de pensioentafel Zorg & Welzijn), het verantwoordingsorgaan (met daarin een VGN-afvaardiging), de vakbonden, de SER en toezichthouders AFM en De Nederlandse Bank mengden zich in het overleg over de nieuwe pensioenwet. De evenwichtigheid en de gewenste zorgvuldigheid in de uitvoering van de overgang werden zwaar gewogen. Uiteindelijk kon het resultaat van alle voorbereidingen met goedkeuring van alle partijen in de vorm van een transitieplan naar PFZW worden gestuurd.
Brief met voorbeeldberekening
In juli van dit jaar kregen alle deelnemers van PFZW een voorbeeldbrief, die al een beeld gaf van het financiële effect. In oktober en deze maand volgde de eerste persoonlijke berekening per 1 januari 2026. Voor het begin van het nieuwe jaar moet iedereen zijn geïnformeerd. Dat wordt het ‘invaren’ genoemd, de definitieve omzetting.
In mei van het volgend jaar volgt een tweede berekening en zal ook de eerste nieuwe uitbetaling aan gepensioneerden worden gedaan (met terugwerkende kracht tot 1-1-26).
Alle lichten op groen
In het voorjaar van 2026 zal dus volledig duidelijk zijn wat het nieuwe pensioen inhoudt voor de sector Zorg & Welzijn. De tweede berekening wordt gemaakt omdat dan volledig duidelijk is wat er tijdens de aanloop nog is gebeurd op de financiële markten. Zo is de ontwikkeling van de rente van grote invloed. Die bepaalt hoe pensioenfondsen hun verplichtingen moet waarderen. Bovendien is het rendement op beleggingen over 2025 dan duidelijk.
De verwachting is dat in het komende voorjaar alle lichten nog op groen staan. De dekkingsgraad van het PFZW is momenteel goed (120 procent) en in 2024 is nog een beleggingsresultaat van 8 procent geboekt, waardoor het totale belegde vermogen van PFZW kon doorgroeien naar ruim € 250 miljard. 1 Januari 2026 lijkt dus een goed moment om in te varen.
Laatste loodjes
Voor dit moment staat PFZW nog voor de forse opgave om 2,9 miljoen individuele berekeningen te maken en per brief te delen. En vervolgens in de twee resterende maanden van dit jaar de telefoon op te nemen, als er nog vragen resteren. PFZW heeft veel werk gemaakt van de communicatie rond de transitie. Op de eigen website is zowel voor werknemers als werkgevers informatie terug te vinden over hoofdlijnen en details. Op 11, 12 en 13 november zijn er nog regiobijeenkomsten gehouden, die in het bijzonder waren bedoeld voor 50+ werknemers en gepensioneerden.
