In de media hebben recent berichten gestaan over de relatie tussen ‘verspreiding van COVID-19 en ventilatie’. Het RIVM heeft daarom de richtlijnen tegen het licht gehouden en deze op één punt aangepast. Hieronder lichten we het toe.
De volledige richtlijn treft u in deze link aan. Eén passage hieruit kopiëren we:
“Adviezen recirculatie van lucht: Recirculatie binnen één gemeenschappelijke ruimte.
Er zijn systemen, zoals airconditioning, die lucht in één gemeenschappelijke ruimte recirculeren. De lucht in de ruimte wordt aangezogen en – al dan niet na gekoeld te zijn – weer in dezelfde ruimte gebracht. Bij dit proces wordt de lucht niet ververst. Hierbij is verspreiding van zowel druppels als eventuele aerosolen verder dan 1,5 meter niet uit te sluiten, hoewel bewijs daarvoor nog ontbreekt. Dit is vooral in ruimtes waar onvoldoende luchtverversing (ventilatie) plaatsvindt. Uit voorzorg wordt geadviseerd om recirculatie binnen één ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn zo veel mogelijk te vermijden en de lucht voldoende te verversen”.
Het vet gedrukte is nieuw en deskundigen zijn het ook niet allemaal met elkaar eens.
Recirculatie van lucht binnen een ruimte dient voor koeling (of ook voor verwarming). Deze koeling is in de zomerperiode noodzakelijk, zeker als de temperatuur niet met andere middelen te beheersen is. Belangrijk is dus: àls u de recirculatie in deze hitteperiode toch uitzet, zorg dan voor voldoende frisse (en koele) lucht.
Verder verwijzen we u naar ons vorige artikel over ‘corona en hitte’ van 30 juni.
