Complexe zorg: ‘Bij de complexe zorg liggen de grootste uitdagingen voor onze sector’
De complexe zorg staat onder grote druk. Al jaren maakt de VGN zich hard voor betere bekostiging en betere randvoorwaarden. In 2024 herijkten we de strategie rondom complexe zorg met bestuurstafels, maakten we aanvullende bestuurlijke afspraken, en deden we veel lobbywerk voor de bekostiging. Annemarie van Dalen vertelt erover.

‘Al bij het opstellen van de Visie 2030 was de complexe zorg één van de burning issues. En niet voor niets. Mensen met een verstandelijke beperking die zeer intensieve begeleiding nodig hebben, zijn onze snelst groeiende cliëntgroep. En hun zorgvragen worden gemiddeld genomen ook nog complexer. We hebben moeite om voor iedereen een passende plek te vinden, zonder dat ze hoeven te verhuizen. Tel daarbij op dat de uitdagingen qua financiering en op de arbeidsmark óók het grootst zijn voor deze doelgroepen, en je snapt dat hier een grote uitdaging voor onze sector ligt.’
Nieuwe strategie
‘In het voorjaar van 2024 hebben we verschillende bestuurstafels georganiseerd over de complexe zorg. In totaal hebben daar zo’n 50 bestuurders van zorgaanbieders én bestuurders van andere stakeholders aan meegedaan. Het doel was om te komen tot een nieuwe, scherpere strategie voor de complexe zorg. We focusten daarbij op twee thema’s: medewerkers en toekomstige vormen van zorg. Dat leverde veel moois op, maar wel nog vaak op grote lijnen. Daarom hebben we in het najaar online verdiepende gesprekken gevoerd. Daar is uiteindelijk het document Rode draden voor de complexe zorg uit voort gekomen.’
‘Dat document is de grondslag voor onze nieuwe strategie. Het bestaat uit elf thema’s die we hebben gegroepeerd langs vier lijnen. Die draaien om een herwaardering van de Visie 20230, om een brede inventarisatie van goede voorbeelden, om een actielijn voor de arbeidsmarkt en om verdiepend onderzoek. Daar kunnen we heel concreet mee aan de slag. En het laat ook wel zien hoe breed de uitdagingen in de complexe zorg zijn.’
Bestuurlijke afspraken
‘Samen met VWS, ZN en Ieder(in) zijn we vorig jaar ook begonnen aan aanvullende bestuurlijke afspraken over complexe zorg, om op een aantal thema’s extra in te zetten. Dat komt voort uit de Toekomstagenda Gehandicaptenzorg. We hebben nu besloten dat we ons de komende jaren samen focussen op drie thema’s: de samenwerking tussen gehandicaptenzorg en GGZ, inzicht in de wachtlijsten, en preventie en vroegsignalering. Het idee daarachter is dat we samen voor een deel kunnen voorkomen dat een zorgvraag complex wordt, en dat we de zorgvraag beter kunnen beantwoorden. En dus is het zaak om goed te kijken of er momenten zijn waarop we beter of anders moeten handelen. Tegelijkertijd gebeurt er ook al heel veel. Daarom richten we ons ook op het krijgen van inzicht en overzicht van alles wat er gebeurt aan ontwikkeling en verbetering in de complexe zorg, om goede voorbeelden beter te benutten en hiaten te identificeren.’
‘Uit diezelfde Toekomstagenda komt ook voort dat we met elkaar zorgen voor een solide kennisinfrastructuur, om kennis te ontwikkelen, te delen en te borgen. Zodat kennis op de plek toegepast wordt waar iemand woont. Dat is hard nodig, maar het blijkt ook al jaren best een lastige opgave. Met name voor de doelgroepen LVB+ en EVB+. Maar: inmiddels lijkt er schot in de zaak te zitten. Er ligt een voorstel over het implementeren van een structuur om te komen tot kennisdeling. Er is een stuurgroep, er worden subsidies aangevraagd en we verwachten komend jaar écht te gaan implementeren.’
Betere bekostiging
‘We zijn al jaren bezig om te komen tot een verbeterde bekostiging voor het zorgprofiel VG7. Idealiter zou er een onderverdeling van dat zorgprofiel komen, om de cliënten met behoefte aan zeer intensieve begeleiding, behandeling en verzorging te kunnen onderscheiden van de cliënten met een nóg zwaardere zorgbehoefte. Daar hebben al veel onderzoeken de tanden op stuk gebeten, maar eind 2023 lag er vanuit een aantal van onze leden een lijst met kenmerken om de subgroep VG7-plus te kunnen onderscheiden van de rest. Het gaat dan om negen integrale cliënt- en contextkenmerken, en wij hebben die begin 2024 getoetst bij ongeveer twintig andere leden. Dat bood perspectief. Vanaf de zomer hebben we de inhoudelijke kenmerken omgezet in meer meetbare kenmerken. We hebben de vertaalslag gemaakt naar objectieve taal waarmee de NZa een prestatiebeschrijving kan opstellen. Dat had nogal wat voeten in de aarde, maar het is uiteindelijk wel gelukt. Nu kunnen we de volgende stap in het differentiatieproces zetten: input ophalen bij aanbieders voor tariefsberekening door de NZa.’
‘We werken dus nog steeds aan een vernieuwde, beter passende bekostiging per 2026. Het is een intensief proces, samen met de NZa, ZN en VWS, en de uitkomst is nog niet gegarandeerd. Maar in 2024 hebben we belangrijke stappen gezet. In de tussentijd hebben we via het Wlz-kostenonderzoek voor onder meer VG7 al wel extra middelen bedongen voor 2025, als tussenstap naar de integrale herijking van Wlz-prestaties per 2026. Dat was een eerste goede stap, het structurele beeld gaan we komend jaar zien.
Meer lezen
Dit artikel is een onderdeel van het VGN-jaarverslag 2024.