Forensische zorg: ‘We werken aan veiligheid én kwaliteit van zorg’

De uitdagingen in de forensische zorg zijn al jaren groot, en eigenlijk ook al jaren hetzelfde. Kort door de bocht knelt het op drie punten: capaciteit, financiering en de uitwisseling van informatie. Taaie dossiers, maar in 2024 hebben we op al die vlakken gelukkig wél stappen gezet. Dick de Wit vertelt erover.

‘Laten we beginnen met goed nieuws: de ministeries van VWS en J&V zijn samen met het veld tot een gezamenlijke werkagenda gekomen om de forensische zorg beter aan te laten sluiten op de reguliere zorg. Daarmee hebben ze een mooie stap gezet om een structureel probleem op te lossen. Wat we vaak zien gebeuren, is dat iemand in detentie komt, en dat zijn straf ophoudt voordat zijn behandeling erop zit. Tegelijk met de straf stopt dan ook de zorg waar Justitie voor aan de lat stond. Maar de overstap naar een ander stelsel, bijvoorbeeld in de Wlz of in begeleid wonen, is lastig.’

Dichter bij een oplossing

‘Er moet dan een nieuwe indicatie aangevraagd worden, en er moeten besluiten genomen worden over financiering en plaatsing. Maar de mensen om wie het gaat, hebben allemaal een smetje. Dat leidt tot weerstand bij onder andere cliëntenraden en -organisaties. Die vragen zich af: moeten we dat wel doen, boeven binnenhalen? Heel begrijpelijk, maar ook lastig. Aanbieders van forensische zorg zien en benaderen hen vooral als mensen die behandeling, begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Als maatschappij hebben we er ook niets aan als deze mensen hun behandeling niet af kunnen maken, of op een andere manier tussen wal en schip vallen.’

‘Wij hebben op enig moment gesignaleerd: dit los je niet op met één maatregel, of vanuit één ministerie. Samen met de andere betrokken brancheverenigingen en de ministeries zijn we vervolgens tot de werkagenda gekomen. Dat is een lang traject geweest, met het vaststellen van de agenda door de ministeries vorig jaar als sluitstuk. Daarmee zijn we er natuurlijk niet, het echte werk begint misschien nu pas. Maar we komen dus steeds dichter bij een oplossing.’

Actief op vijf thema’s

‘Bij de uitvoering van de werkagenda zijn we vanuit de VGN actief in vijf verschillende werkgroepen: rond het verbeteren van de aansluiting van wettelijke kaders, de samenhang tussen reguliere zorg en forensische zorg, het langdurig klinisch beveiligd wonen, het landelijk implementeren van de levensloopaanpak, en het bevorderen van de doorstroom.’

‘Overigens gáát het meestal al goed hoor. We hebben het concreet over zo’n 1.600 mensen. De meesten van hen veroorzaken tijdelijk maatschappelijke overlast. En er zijn zo’n zestig mensen die echt langdurige zorg én beveiliging nodig hebben, voor henzelf en de maatschappij. Dat is natuurlijk maar een heel klein deel van onze zorg, maar wel een deel met soms heel grote impact. Dat we nu weten om hoeveel mensen het gaat, is al een traject van de lange adem geweest. En hoewel het een overzichtelijk probleem lijkt, loop je nu dus per persoon tegen systeemuitdagingen aan. Heeft iemand curatieve zorg nodig? Of GGZ? Speelt er middelengebruik? Of alles tegelijk? Dat maakt dat zorgverzekeraars vooral heel dure cliënten zien, en de NZa terecht wijst op de risico’s van onrechtmatigheid. Maar intussen moeten deze mensen wél de zorg krijgen die nodig is. Dáár hebben we ons afgelopen jaar hard voor gemaakt. En dat blijven we ook komend jaar doen.’

Kwaliteit en veiligheid

‘Daarnaast waren er natuurlijk ook minder grote ontwikkelingen. We hebben onze leden gesteund in hun verzet tegen de kinderziektes in het Zorgprestatiemodel. En we zijn doorgegaan met de implementatie van het nieuwe kwaliteitskader. Of eigenlijk: onze leden zijn daarmee doorgegaan, als VGN hoefden we bijna niets te doen – en dat is positief. Blijkbaar loopt het goed. Daarnaast zijn we op het VGN-bureau begonnen met het systematisch zoeken van overeenkomsten tussen de forensische zorg en de complexe zorg. Daarmee hopen we een positieve beweging in gang te zetten. De zorgvraag is in beide velden vaak gelijk, maar in de forensische zorg zien mensen toch vaak éérst het stempel boef. Als we elkaar meer weten te vinden op de inhoud, en meer met dezelfde blik naar cliënten kunnen gaan kijken, komt dat uiteindelijk de kwaliteit van zorg én de veiligheid ten goede. En dat is natuurlijk waar het om draait.’

Meer lezen

Dit artikel is een onderdeel van het VGN-jaarverslag 2024.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Dick de Wit
Telefoonnummer
Dick_de_Wit