Achtergrond

Na eenzaamheid, ongekende vriendschap

20 augustus 2012

Hilda Veenstra (37) en Lieneke Schipper (31) hebben allebei op zichzelf gewoond met een aantal uur begeleiding per week.  Hilda maar heel even, Lieneke tot voor kort altijd. Allebei gebruiken ze hetzelfde woord om te omschrijven hoe dat was: eenzaam. Lieneke was zelfs getrouwd en kreeg een paar keer per week  begeleiding met boodschappen doen, met het beheer van haar geld en met schoonmaken. ‘Als de begeleiding weg was, ging het juist vaak fout en dan moest je er zelf uit zien te komen. Dat lukte steeds niet’, vertelt Lieneke over ‘die rotperiode’.

Nu wonen ze allebei, begeleid zelfstandig, in een van de appartementen van De Trans in het Drentse Nooitgedacht. Vooral voor Lieneke is dat de hemel. ‘Er zijn hier altijd mensen om je heen. En als er iets is, is er altijd iemand van de begeleiding bij wie je terecht kunt. Als ik niet goed in mijn vel zit, bedenken ze wat en dan ben je zo weer vrolijk.’
Vanaf het moment dat Lieneke twee jaar geleden in het buurhuis kwam wonen, zijn Hilda en Lieneke dikke vriendinnen. 
Lieneke: ‘Ik heb nog nooit zo’n goede vriendin gehad. Ik had wel vaker vriendinnen, maar dat waren vriendinnen van niks. Die hebben me ook opgelicht met geld. Hilda heeft me er na mijn scheiding doorheen gesleept, met de begeleiding. Ze heeft me weer zelfvertrouwen gegeven.’ Hilda: ‘Ik heb nooit een liefde gehad, dat mis ik soms wel. Maar als ik dat gemis erg voel, dan bel ik Lieneke en vraag of ze even op de koffie komt. Dan is het zo weer over.’ Lieneke: ‘Soms kan ik niet, want ik heb het best wel druk hier. Soms iets te druk. Er zijn hier bij De Trans ook zoveel leuke dingen om te doen.’
Iedere dinsdag zwemmen Hilde en Lieneke met elkaar op het terrein en ze zitten samen in de cliëntenraad. Op woensdag doen ze de redactie van het krantje, met daarin alles wat er gebeurt in hun omgeving. Sinds kort is er een knutselavond met de begeleiding. Ook bij de soos op vrijdag en zondag is Lieneke bijna vaste bezoeker. En oh ja, ze doet aan toneel.
Hilda: ‘Vergeleken met Lieneke ben ik meer een huismus. Ik hoef bijvoorbeeld ook niet op vakantie. Soms gaan Lieneke en ik samen naar Assen. Van mij hoeft dat niet, maar als Lieneke het vraagt zeg ik geen nee. En dan is het toch wel leuk.’
Hun katten Tommy en Winny zijn hun kinderen. Ze noemen zichzelf ook allebei mammie als ze tegen de katten praten. ‘Mammie gaat werken, lieverd. Tot straks!’ Ze overleggen met elkaar ook over de opvoeding. Tommy was bijvoorbeeld niet echt een kat die zich makkelijk liet aaien. Hij kon je opeens aanvallen. 
Lieneke: ‘We kwamen er achter dat ik hem te weinig aandacht gaf. Nu is hij een stuk liever geworden.’ Na een korte stilte: ‘Eigenlijk ging dat bij mij ook zo. Eerst had ik vaak woedeaanvallen en sinds  ik hier woon en meer aandacht en liefde krijg, gaat het met mij ook veel beter.’
Ze hebben allebei weinig contact met familie. Vooral Lieneke heeft het daar moeilijk mee. Hilda pept haar dan op. ‘Wij zijn nu ook een beetje familie’, vindt Hilda. ‘Met kerst zou Lieneke naar haar familie gaan, maar dat werd op het laatste moment afgezegd. Toen heb ik gezegd: kom je gewoon gezellig bij mij meid! Ik ben ook maar alleen.’
Even leek het te gaan gebeuren dat de vriendinnen gescheiden zouden worden. Het verblijf van Lieneke was in principe tijdelijk om tot rust te komen na haar scheiding. ‘Maar ik wilde echt niet terug naar Assen, daar heb ik alleen maar rotherinneringen. Hilda heeft me heel erg geholpen om te zorgen dat ik hier mag blijven wonen.’ Hilda: ‘Ik vond het echt niet kunnen dat zij weg moest. Heb ik eindelijk een vriendin die echt om me geeft en waar ik veel van kan leren, zou ze weg moeten. Dat is toch te gek voor woorden?!’