Achtergrond

'Eerst de klant en zijn netwerk'

15 april 2013

Zorgverleners krijgen een nieuwe rol: netwerken van cliënten ondersteunen. Twee lectoren doen er onderzoek naar. En in Zwolle krijgt de praktijk al vorm in de Keuken van Zuid. ‘Ze zullen straks eerder een beroep doen op iemand die ze hier hebben leren kennen.’

Het is donderdag en het is een even week. Dus is het een drukte van belang in wijkcentrum De Pol in Zwolle, waar de Keuken van Zuid is gevestigd. In een keuken, zo groot als een flink klaslokaal, staan elf mensen goulash te bereiden. Het wordt volle bak vanavond, voor de maaltijd hebben zich veertig buurtgenoten aangemeld. Met vereende krachten worden de uien en paprika’s gesneden en wordt het sukadevlees aangebraden. Intussen worden in de eetzaal de tafels geschikt. Antoinette van der Zee tilt ze samen met een andere vrijwilliger op. Ze maakt het liefst grote tafels, zegt ze, want dan mengt het gezelschap zich meer. ‘In het begin gingen de gehandicapten altijd apart zitten, terwijl het leuker is als iedereen bij elkaar zit. We hebben tenslotte allemaal rood bloed en een rood hart.’ Het is niet eenvoudig om te beschrijven wat er in De Pol gebeurt, want er staan geen bordjes. In het gebouw heeft alleen de politie aan het plafond een bordje opgehangen dat aangeeft waar haar kantoortje zit. Maar er werken hier ook mensen van de RIBW, WijZ en Frion, organisaties die zich richten op de ondersteuning van respectievelijk mensen met psychiatrische of psychosociale problemen, ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. En zodra die mensen hier zijn, dan wordt er geen onderscheid gemaakt, ook niet met de buurtbewoners - meestal een stuk of vijf - die niet tot de doelgroepen behoren. Hier kom je als klant - en dan betaal je vier euro - of als vrijwilliger. Tineke Stoffelsma is ambulant begeleider bij Frion. Ze wacht op twee van haar cliënten, met wie ze hier samen gaat eten. Het gaat om mensen die graag hun netwerk willen uitbreiden. ‘Eén van hen al heeft meegedaan aan de vrijwilligersactie Nederland Doet. En de ander is op zoek naar een geschikte badmintonvereniging. Dat loopt via de contacten die zij hier opdoen. Juist die mix aan mensen is heel prettig. Ik ben er van overtuigd dat hun sociale netwerk groter wordt en dat hun eigen kracht toeneemt. Als ze iets nodig hebben, zullen ze straks eerder een beroep doen op iemand die ze hier hebben leren kennen, dan op de begeleiding.’

ONTMOETINGEN ENSCENEREN
‘Dit is een heel complexe wereld’, vertelden Lineke Verkooijen en Jan Hoogland me een dag eerder al. De eerste is lector Klantenperspectief in ondersteuning en zorg aan de Hogeschool Windesheim Flevoland, de tweede lector Samenlevingsvraagstukken aan de Gereformeerde Hogeschool Zwolle. Samen doen zij onderzoek naar de ondersteuning van sociale netwerken in langdurige zorg en welzijn. Ze hebben vijftien voorbeelden verzameld, die zoveel mogelijk van elkaar verschillen. Het kan gaan om een project dat erop is gericht de professionele ondersteuning van iemand over te hevelen naar vrienden of familie, maar ook om een initiatief als de Keuken van Zuid. Het eerste noemen zij een klantgericht netwerk, het tweede een omgevingsgericht netwerk. Hoogland: ‘In een omgevingsgericht netwerk probeert men ontmoetingen te ensceneren, in de stilzwijgende hoop dat mensen die meer contact met elkaar krijgen minder afhankelijk zijn van professionele hulp. Een wijk kun je ook als een netwerk zien. Hoe bevorder je dat mensen met een beperking er deel van kunnen uitmaken? Hoe richt je een omgeving zo in, dat een cliënt er op zijn eigen manier kan leven?’ Het doel van het onderzoek is niet om de verschillende netwerken te beoordelen, leggen de onderzoekers uit. ‘We zouden niet weten hoe we dat zouden moeten doen’, zegt Verkooijen, ‘we zijn op zoek naar de factoren die volgens alle betrokkenen zelf bepalen of een netwerk succesvol is.’

EERST DE KLANT
De aandacht voor sociale netwerken is toegenomen door de komst van de Wmo. Hoogland: ‘De Wmo-opdracht is - heel kort samengevat - eerst de klant en zijn netwerk. Daarna komen de professionals pas in beeld. Organisaties weten nog niet hoe ze die opdracht moeten uitvoeren. Ze zijn zoekende. Hoe betrek je familie en vrienden, die heel andere dingen aan het doen zijn, bij de zorg voor hun medemensen?’ Verkooijen: ‘Vanuit de verschillende perspectieven gezien zijn de doelen anders. Klanten zelf zijn zich vaak niet bewust van het diepere doel van netwerkondersteuning. Hun doel is heel concreet: mensen ontmoeten of ergens wat hulp bij krijgen. Professionals hebben een doel dat gericht is op de klant: hun eigen kracht versterken en het netwerk betrekken bij de ondersteuning. Managers streven daarnaast ook naar kostenbeheersing en hebben tevens een ideëel doel: inclusie of participatie.’ Hoogland: ‘In beleidstaal lijkt alles heel vanzelfsprekend: we maken die omslag wel even. Maar in het veld is het niet zo gemakkelijk. Professionals moeten niet langer zelf de cliënt ondersteunen, maar diens netwerk.’ Verkooijen: ‘Terwijl die hulpverleners zijn opgeleid in het helpen, niet in het achteruit stappen.’ Hoogland: ‘En klanten benaderen hen ook met concrete hulpvragen. Een hulpverlener kan bij een acute hulpvraag moeilijk zeggen: wacht even, we gaan eerst jouw netwerk eens opbouwen.’

ZEGGENSCHAP
In de netwerken die de lectoraten van Hoogland en Verkooijen hebben onderzocht blijkt vaak verwarring te bestaan over de rol van professionals. Verkooijen: ‘Ze kunnen zelf lid zijn van het netwerk, omdat er behoefte is aan hun specifieke deskundigheid. Maar ze kunnen ook degene zijn die acties inzet om dat netwerk op te bouwen of te onderhouden. Dat wordt allebei netwerkondersteuning genoemd.’ In de praktijk leidt de verwarring er volgens Verkooijen vaak toe dat professionals die worden gevraagd vanwege hun specifieke deskundigheid het hele netwerk gaan regeren: ‘Dan hebben ze het bijvoorbeeld over “het inzetten van mantelzorgers”. Daar heb ik grote moeite mee, dan klopt de basis van het denken eigenlijk nog steeds niet.’ Als het allemaal zo ingewikkeld is, is het dan eigenlijk wel een goed idee, om de ondersteuning meer te gaan richten op sociale netwerken? ‘Ik vind van wel’, zegt Verkooijen, ‘maar we moeten nog heel veel leren voordat we weten hoe je dat moet doen.’ Hoogland vult aan: ‘Door netwerken te ondersteunen vergroot je de zeggenschap van klanten binnen hun zorgarrangement. Professionele hulpverlening kan bepaalde vormen van ondersteuning goed regelen, maar andere dingen - die wel heel belangrijk zijn - helaas niet. Zoals de plek die je als persoon hebt in de samenleving en in je eigen omgeving. Zorgverleners zijn passanten, in hun eigen netwerk komen mensen meer tot vervulling.’ Verkooijen: ‘Netwerkondersteuning draagt ook bij aan een inclusieve samenleving. Als je alles overlaat aan hulpverlening, is de samenleving minder genoodzaakt om iedereen toe te laten. Dan zeggen mensen eerder: daar zijn instanties voor.’

SCHOLING
Om de nieuwe manier van werken te laten slagen, is het volgens Hoogland en Verkooijen belangrijk dat beroepskrachten goed worden gefaciliteerd. ‘Er is veel behoefte aan scholing’, zegt Verkooijen, ‘en de middelen zijn krap. Professionals willen de omslag maken van “zorgen voor” naar “ondersteunen in samenwerking met”. Een goede manier om daaraan te werken is bijvoorbeeld coaching op basis van eigen praktijkvraagstukken.’ Hoogland: ‘Het zou ook goed zijn als managers meer gaan kijken naar de manier waarop de werkprocessen zijn ingericht. Als je professionals vraagt netwerken te ondersteunen, terwijl je ze tegelijkertijd afrekent op het oplossen van de dagelijkse problemen, breng je ze in een spagaat. Je moet ze ook op andere resultaten gaan aanspreken. Veel van de initiatieven die we hebben onderzocht zijn experimenteel. Organisaties zijn nog maar net aan de kanteling begonnen.’

HOPJESVLA MET SLAGROOM
In de Keuken van Zuid loopt het experiment evengoed op rolletjes. Het eten staat op en hoeft alleen nog gaar te worden. Albert ter Haar, die samen met zijn zus Ria heeft helpen koken, heeft tijd voor een praatje. Hij vindt het hier ‘geweldig leuk’, zegt hij, ‘er heerst een goede sfeer, de mensen zijn collegiaal.’ Overdag werkt hij ‘in het groen’. Schoffelen en grasmaaien, vijf dagen per week. Vroeger speelde hij als hij vrij was voetbal op het veld. ‘Dat mis ik wel’, vertelt hij tussen het gekletter van de borden die worden binnengereden door, ‘ik voetbal alleen nog in de zaal.’ Antoinette van der Zee heeft met een grote geldkist plaats genomen aan een tafel voor in de eetzaal. Zij controleert of iedereen zich heeft aangemeld en ze int het geld. Omdat het erg druk is, is het vanavond niet gelukt om grote tafels te maken. De beide cliënten van Tineke Stoffelsma zijn gearriveerd en schuiven met haar aan bij een ongehuwd stel, dat al twee jaar samen is en ook door Frion wordt ondersteund. Tijdens de maaltijd gaat het over de veranderingen in de wijk. Een dagactiviteitencentrum dat wordt gesloten, tot verdriet van de aanwezigen, en de nieuwe Lidl. Een van de tafelgenoten had de anderen getipt dat de Lidl iedere klant een gratis tas gaf met stroopwafels, wijn, wasmiddel en een plak chocola. En tijdens het winkelen werd je getrakteerd op koffie of jus, met een croissant of een roze koek. Het eten in de Keuken van Zuid is lekker, beaamt iedereen, terwijl één van de tafelgenoten dankbaar het vlees van Tineke overneemt - ze was vergeten te melden dat ze vegetarisch wil. En de prijs, die is ook belangrijk. Na de hopjesvla met slagroom en cacaoboontjes kijken de tafelgenoten naar het menu voor de komende tijd. Ha, binnenkort rijsttafel. De klanten hebben nog slechts één wens: dat de Keuken van Zuid ook open gaat in de oneven weken. En de begeleiders hopen op meer keukens. Oost, west, overal in Zwolle.

Kader Symposium over netwerkondersteuning Jan Hoogland en Lineke Verkooijen presenteren hun onderzoek op 21 mei tijdens het symposium Netwerkondersteuning van A(lmere) tot Z(wolle). Dit wordt georganiseerd door het lectoraat Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle en het lectoraat Klantenperspectief in ondersteuning en zorg van Windesheim Flevoland te Almere. Het vindt plaats in Congrescentrum De Pijler in Lelystad. Voor meer informatie en aanmelden: www.gh.nl/onderzoek onder Centrum voor samenlevingsvraagstukken>symposia. Of scan de QR-code: http://www.gh.nl/onderzoek/Centrum%20voor%20Samenlevingsvraagstukken.aspx?tab=Symposia

Johan de Koning
Wil je meer weten?
Neem contact op met Johan de Koning