Grote stap van dagbesteding naar betaald werk
Met het programma Stap voor stap maakt Instituut Gak projecten mogelijk die de overstap van dagbesteding naar (beschut) werk maken. Promovendus Sanne Wouters en Thomas Kampen tekenden het levensverhaal van deelnemers op. ‘Er is veel angst voor uitsluiting en pestgedrag.’
Voor mensen met een arbeidsbeperking zoals een licht verstandelijke beperking is werken bij dagbesteding een goed alternatief om een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Mensen werken doorgaans met gelijkgestemden, de organisatie houdt rekening met hen, het is er veilig en gezellig, mensen hebben zeggenschap over hun taken en halen voldoening uit hun werk. Toch steekt er ook iets: ze krijgen geen salaris.
Functie met salaris
Uit onderzoek van Movisie, hét landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken, blijkt dat een grote groep mensen de wens heeft om door te groeien naar een functie met salaris. Dat is aanleiding geweest voor Instituut Gak om vanaf 2023 projecten mogelijk te maken voor organisaties die hieraan willen bijdragen. Het programma heet Stap voor stap: van dagbesteding naar (beschut) werk. Het sluit aan bij Simpel Switchen, een programma van de rijksoverheid om wet- en regelgeving rondom de overstap te vereenvoudigen.
Gina Jongma is projectleider. Ze vertelt: ‘De bijdrage vanuit Instituut GAK is bedoeld voor bijvoorbeeld zorg- en dagbestedingsorganisaties, sociale ondernemingen en sociale ontwikkelbedrijven. Zij bepalen zelf hoe ze het geld besteden. Ze nemen bijvoorbeeld een jobcoach in dienst, laten deelnemers een opleiding volgen of bouwen een netwerk op met werkgevers, UWV en gemeenten.’
Uitsluiting en pestgedrag
Promovendus Sanne Wouters (Universiteit voor Humanistiek in Utrecht) en Thomas Kampen (hoogleraar Sociaal Werk) hebben onderzoek gedaan naar de betekenis van werk voor deelnemers aan het Stap voor stap-project. Daarvoor tekenden zij het levensverhaal op van 34 deelnemers van wie er negen de overstap naar beschut werk hebben gemaakt: welke ervaringen hebben hen gevormd en wat dragen ze met zich mee?
Kampen: ‘Natuurlijk zijn er positieve ervaringen. Maar de meeste mensen hebben in het verleden te maken gehad met uitsluiting en pestgedrag. Ze komen niet zelden uit een moeilijke thuissituatie en een deel van hen kampt met verslavingsproblematiek. Vanwege het geschonden levensverhaal hechten zij extra veel waarde aan een veilige, vertrouwde werkplek waar ze zichzelf kunnen zijn. Dit maakt het lastig om de stap naar betaald werk te zetten.’
Ook leggen de onderzoekers een tweede factor bloot die een succesvolle stap naar beschut werk belemmert. Kampen: ‘Het soort betaald werk waar mensen voor in aanmerking komen is vaak saai en repetitief, met weinig zeggenschap over de indeling van hun taken. Ze krijgen wél salaris, maar het werk geeft weinig voldoening.’
Perverse prikkels
Voor het onderzoek naar levensverhalen voerde Sanne Wouters in ruim twee jaar tijd drie keer een gesprek met de 34 deelnemers. Ze zag bij dagbestedingsorganisaties capabele mensen werken die niet onderdoen voor mensen in soortgelijke functies in een betaalde baan. Wouters: ‘Wij zagen mensen met psychische of psychiatrische klachten, maar ook mensen met een licht verstandelijke beperking. Een vrouw met een Wajong-uitkering runt in haar eentje de horecatent van een zorgboerderij; een jongen in een retailmagazijn neemt orders aan en stuurt personeel aan. Met al zijn ervaring heeft hij veel verantwoordelijkheden opgebouwd. We hebben ook veel organisaties gezien die geen mogelijkheden zagen het werk van bekwame medewerkers om te buigen naar beschut werk. Er zit complexe regelgeving aan vast.’
Wouters spreekt bovendien over de mogelijkheid van perverse prikkels: ‘Soms zouden mensen met de juiste begeleiding best kunnen doorstromen naar een beschutte werkplek of reguliere baan, maar wordt dat vanuit de organisatie niet gestimuleerd. In theorie kán daar een financiële prikkel aan ten grondslag liggen. Dagbestedingsorganisaties, mens-ontwikkelbedrijven en sociale ondernemingen zijn immers gebaat bij bekwame en zelfstandige medewerkers die hard werken. Die willen zij in bepaalde gevallen misschien liever niet kwijt.’
Denk vanuit de deelnemers
Jongma organiseert regelmatig een intervisiebijeenkomst voor organisaties die meedoen aan het programma Stap voor stap. Daar ziet zij dat het traject voor een succesvolle doorstroom inderdaad ingewikkeld is. ‘Bijvoorbeeld als het om financiën gaat: wat zijn de gevolgen als iemand bij nader inzien toch beter af is op een dagbestedingslocatie? Blijft de Wmo- of Wlz-indicatie dan nog bestaan? Wat betekent het voor de toeslagen en de uitkering? Bovendien is er weinig variëteit binnen de beschutte werkplekken en gaan de stappen naar een betaalde baan langzaam. Dat hoor je steeds weer terug.’
Haar advies is om te blijven denken vanuit de deelnemers, en niet vanuit wet- en regelgeving die bepaalt wat wel en niet mag en kan. ‘Een goed netwerk is belangrijk. UWV en gemeenten kunnen veel als je ze betrekt bij je plannen. De ene gemeente is flexibeler dan de andere. Wij hopen dat onze verhalen en het programma Simpel Switchen de politiek inspireren tot regelgeving die de overstap vereenvoudigt voor iedereen in elke gemeente, en dat er meer variatie komt in beschutte werkplekken. Dan kunnen ambitieuze mensen met een dagbestedingsindicatie een eerlijke kans krijgen om uit te proberen of het ook lukt in een betaalde baan.’
Stop met stigmatiseren
Uit het onderzoek blijkt dat doorstromen naar een beschutte werkplek binnen dezelfde dagbestedingsorganisatie de grootste kans van slagen heeft. Daar stromen mensen door in hun vertrouwde omgeving, waar de werkgever rekening met hen houdt. Thomas Kampen pleit dan ook voor meer beschut werk op dagbestedingslocaties. Daarnaast vindt hij dat organisaties voor dagbesteding zich méér moeten afficheren als werkgevers. ‘Er rust een taboe op dagbesteding. Mensen die er werken worden in de samenleving niet voor vol aangezien. Dus noem het gewoon werk, al zijn de medewerkers minder arbeidsproductief en krijgen ze geen salaris.’ Hij doet een beroep op de samenleving: ‘Sluit mensen niet uit omdat ze dagbesteding doen. Het is zo stigmatiserend.’
In het onderzoek komen uiteraard ook sociale ondernemingen en mens-ontwikkelbedrijven ter sprake die het goede voorbeeld laten zien. Zoals een Arnhemse bakker en een Arnhems ontwerpbureau, met een aantal beschut werkplekken. Daar hebben medewerkers fijne collega’s en voelen ze zich gewaardeerd. En een fietsenfabriek in Amsterdam-Noord. Kampen: ‘Daar maken ze fietsen van schroot en oud ijzer. Het is een sociale onderneming, met enkele beschutte werkplekken. Iedere werknemer is gefocust op een deel van het proces. Er is ruimte om te praten, en om je terug te trekken als het je even te veel wordt. Je doet mee en wordt gezien. En je staat versteld van het eindproduct. Prachtige fietsen, opgebouwd van schroot. Er zijn dus heus goede voorbeelden. Die moet je goed in de schijnwerpers zetten.’
Dit artikel komt uit de vierde editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.