Achtergrond

Het nieuwe leren

02 april 2015

Waarom zou je allemaal zelf het wiel uitvinden? Nu e-learning in opkomst is, wisselen zorgaanbieders hun modules uit. ‘Het is net als in een winkelstraat.’

Hoewel het bekende materie is, bracht de e-learnmodule over de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling af en toe een schok teweeg bij Evelien van der Meer-Bakker, orthopedagoog en regiebehandelaar bij Siza in Arnhem. Zo komt het veel vaker voor dan je denkt. En het gaat niet alleen om fysieke mishandeling, maar ook verwaarlozing, discriminatie en het schenden van rechten.
Van der Meer-Bakker vindt deze e-learning een mooie methode om zich de meldcode eigen te maken en te zorgen voor bewustwording over signalen. ‘Door deze manier van leren blijft het echt hangen’, vertelt ze, ‘het is toegankelijk en overzichtelijk opgebouwd. De module bestaat uit zowel open vragen als meerkeuzevragen, filmpjes en plaatjes waarop je kunt klikken. Ook de twee casussen die in de module zijn verwerkt, helpen je om de meldcode op een prettige manier te doorlopen.’
Deze e-learnmodule is te downloaden in de e-learnshop die de VGN in augustus 2014 lanceerde. Dit is een webshop waar organisaties e-learning over de gehandicaptenzorg kunnen aanbieden en afnemen. Hij bevat meer dan honderd modules over onderwerpen als veiligheid, welzijn, verpleging, verzorging en een aantal specifieke cliëntgroepen, zoals ouderen, mensen met autisme of ernstige dan wel lichte verstandelijke beperkingen.

Delen
Igo van Lin, algemeen manager Opleidingen bij Koninklijke Kentalis, was lid van de projectgroep die deze e-Learnshop ontwikkelde. ‘Veel organisaties hebben mooie e-learnmodules ontwikkeld die niet alleen interessant zijn voor de eigen medewerkers, maar ook op andere plekken bruikbaar zijn’, legt hij uit, ‘dus zijn we rond de tafel gaan zitten met een aantal organisaties uit de gehandicaptenzorg die bereid zijn om hun modules te delen. En we hebben ook een aantal commerciële partijen gevraagd die interessante producten hebben ontwikkeld voor ons werkveld.’
De webshop heeft momenteel zeventien abonnees. Met een abonnement kun je verschillende dingen doen: modules downloaden, aanbieden of beide. Elf van de huidige abonnees bieden ook modules aan: zeven commerciële aanbieders van e-learning en vier zorgorganisaties:  Siza, Koninklijke Kentalis, Gemiva SVG Groep en Zorggroep Alliade. ‘Dat is dus nog beperkt’, zegt Van Lin, ‘maar het draait ook nog maar net. Meer naamsbekendheid is nodig om het gebruik én de actieve deelname te vergroten.’

Open shop
Organisaties zijn vrij om zelf te bepalen wat ze aanbieden in de shop. Van Lin: ‘Als een organisatie iets goed  en interessant genoeg vindt om te delen, dan kan ze het aanbieden. Het is een open shop. Dus als er van drie verschillende aanbieders modules over medicatieverstrekking in staan, dan is dat geen probleem. Het is net als in een winkelstraat waar je in verschillende winkels vergelijkbare producten kunt kopen. Het is aan de klant wat hij of zij kiest. Alle modules hebben ook een inkijkexemplaar, zodat je kunt bepalen of hij écht aan de verwachtingen voldoet.’
Veel e-learnmodules zijn prima uit te wisselen. ‘Het is een aantrekkelijke manier om leerstof aan te bieden’, vervolgt Van Lin, ‘een alternatief voor een reader of boek. Boeiend, prikkelend, met visualisering, plaatjes, filmpjes, interactiviteit: vragen waarop je meteen respons krijgt. Daardoor beklijft het meteen.’

Blended learning
Voordeel van e-learning is dat het onafhankelijk is van tijd en plaats. Je hebt geen reistijd en kosten om ergens naar toe te gaan om een cursus te volgen. Het is één van de onderdelen van het leerlandschap dat verder bestaat uit klassikaal leren, persoonlijk contact en leren op de werkplek met coaching en mentoring. Samen ‘blended learning’.
De training over de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling bij Siza is daarvan een voorbeeld.  Deze meldcode helpt professionals goed te reageren bij signalen van alle vormen van geweld, mishandeling en verwaarlozing in de thuis- of woonsituatie. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht een meldcode te gebruiken.
‘Om deze meldcode goed te kunnen toepassen, hebben we een training ontwikkeld’, vertellen opleidingsfunctionaris Petra Schaeken en Joke Gerritsen, aandachtsfunctionaris Grensoverschrijdend gedrag. ‘Bij Siza zetten we verschillende onderwijskundige hulpmiddelen in, waaronder deze e-learnmodule. Nadat mensen de module hebben doorlopen volgt er nog een bijeenkomst waarin eigen casussen worden behandeld aan de hand van de meldcode. Want je bent niet klaar als je alleen de e-learnmodule doet. Juist het met elkaar delen van ervaring en kennis maakt de stap kleiner om te signaleren en te melden. Daar gaat het uiteindelijk om.’

Handelingsverlegenheid
De e-learnmodule is voor alle organisaties toepasbaar, mede doordat hij is ontwikkeld in nauwe samenwerking met Vilans. ‘Daar hebben we veel aan gehad’, zegt Joke Gerritsen, ‘Vilans heeft de teksten gemaakt zodat ze stroken met de wetgeving. Wij hebben steeds kritisch meegelezen om te kijken of ze ook passend zijn voor onze organisatie.’
Petra Schaeken vult aan: ‘Wij hebben ervoor gekozen de stof op deze manier aan te bieden: een e-learnmodule gecombineerd met aparte face-to-facebijeenkomsten. Want hoe je kennis toepast in de praktijk is per organisatie en per cliënt of situatie anders. Zo heb je te maken met belemmeringen die veroorzaakt worden door waarden en normen, handelingsverlegenheid en organisatiebelang, versus het belang van de medewerker of cliënt.’
Evelien van der Meer-Bakker heeft ruim twee uur over de e-learnmodule gedaan, met wat korte pauzes tussendoor.  ‘De essentie is en blijft: hoe pas je het toe in de praktijk? Daarbij heb je je collega’s nodig’, vertelt Evelien, ‘ook om scherp te blijven’, vervolgt ze, ‘daarom zijn de bijeenkomsten die eraan vast zitten ook zo belangrijk. Want leren doe je ook door met elkaar te reflecteren. Uiteindelijk moet dat een meerwaarde voor de cliënt opleveren. Dat ze erop kunnen vertrouwen dat signalen sneller gezien worden en er goed mee wordt omgegaan. Als begeleiders de meldcode beter in de vingers hebben, dan draagt dat daaraan bij. En daarvan hebben de cliënten profijt.’