Achtergrond

Interview met nieuwe bestuurder 's Heeren Loo: 'Online inwerken is lastig'

Leestijd: 5 minuten
29 april 2021

Ze klom op van verpleegkundige tot bestuurder van de grootste organisatie in de gehandicaptensector: sinds september is Ageeth Ouwehand bestuurder bij ’s Heeren Loo. De brede maatschappelijke blik vond ze bij haar kennismaking met de gehandicaptenzorg destijds een ontdekking. ‘Mijn ogen gingen open.’

bestuurder sHL
Ageeth Ouwehand

U bent ooit begonnen als verpleegkundige in een ziekenhuis. Wat heeft u daar geleerd?

‘Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar halverwege de jaren tachtig werd ons op de opleiding verteld dat je werd opgeleid voor werkloosheid. Na mijn stage als psychiatrisch verpleegkundige op de afdeling crisisinterventie bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) kon ik gelukkig blijven. Daar werkte ik onder andere met jonge mensen die een suïcidepoging hadden ondernomen. Als jonge hulpverlener intrigeerde het me mateloos, die ongelooflijk invasieve keuze die mensen kunnen maken. Ik heb er geleerd om door te vragen naar de dingen waar het écht om gaat. Zowel kijken naar het geheel – het systeem eromheen – als inzoomen. En ik leerde wanneer je iemand even met rust moet laten.’

Hoe verliep uw eerste kennismaking met de gehandicaptensector?

‘Hoewel ik bij het LUMC veel ruimte had gekregen voor mijn persoonlijke ontwikkeling, dacht ik toen ik mijn studie rechten had afgerond: als ik weg wil, moet ik het nú doen. Iemand uit mijn netwerk suggereerde de gehandicaptenzorg, iets dat ik niet voor mezelf had bedacht. Ik verdiepte me erin en solliciteerde bij het huidige Middin. De eerste dag dat ik erheen reed dacht ik: “Wat heb ik gedaan, dit is de grootste fout van mijn leven.” Het LUMC was toch een soort thuis geweest. Maar ook bij Middin was ik snel op mijn plek. Mijn ogen gingen open: ineens zag ik hoe besloten het ziekenhuis was in vergelijking tot deze organisatie. In 2008 was net de Zorgverzekeringswet ingegaan, de Wet maatschappelijke ondersteuning kwam op ons af. We moesten veel onderhandelen met gemeenten. Ik vond het erg leuk om me in zo’n breed netwerk te bewegen.’

Wat hebt u in de loop der tijd over uzelf als leidinggevende geleerd?

‘Ik voel me nog steeds erg verbonden met de inhoud, wil dat niet alleen alles goed geregeld is voor onze cliënten, maar dat ook de medewerkers hun werk goed kunnen doen. Ik zeg altijd: leidinggeven is gratis therapie. Zo ben ik veel over mijn ongeduld te weten gekomen. Als bestuurder moet je leren dat je op sommige dossiers lange tijd weinig vooruitgang ziet. Bij een vorige werkgever moesten we bijvoorbeeld na calamiteiten van de inspectie verbetermaatregelen inzetten. Dat kan me op zo’n moment niet snel genoeg. Nee, ik ben niet iemand die gaat schreeuwen, maar ik ga heel erg doorvragen. Soms moet een verandering eerst rijpen bij de mensen die het moeten uitvoeren.’

Wat trok u aan in deze baan en waar ziet u tegenop? 

‘Mijn beeld van ’s Heeren Loo dateerde van tien jaar geleden: een grote instelling die vanuit Amersfoort waarschijnlijk op grote afstand van haar cliënten en medewerkers staat. Maar toen ik hoorde over de nieuwe koers die in 2016 is ingezet, waarbij de driehoek ouders, cliënt en medewerker centraal staat, dacht ik: daar wil ik een bijdrage aan leveren. En het klikte met mijn collega-bestuurders. Een moeilijke opgave is de bekostiging. Hoe realiseren we een mooi leven voor cliënten met de huidige financiële kaders? Het zal niet meevallen om daar een antwoord op te vinden. De zorgvraag wordt niet minder en de wachtlijsten staan vol met ingewikkelde cliënten. Hoe rust je je medewerkers toe voor die steeds zwaardere problematiek? Als grote organisatie hebben we goede woon-zorgvoorzieningen en veel mogelijkheden, en daarom krijgen we de moeilijkste cliënten. Dat zijn we aan onze stand verplicht. Zoals we ook willen dat onze cliënten deel uitmaken van de samenleving. Maar ik ben niet van de school die vindt dat woon-zorgparken mensen buitensluiten. De kunst is om er de buitenwereld binnen te halen.’

Hoe gaan jullie als grootste werkgever om met de tekorten op de arbeidsmarkt?

‘Onze grootste opdracht is behoud van personeel. Zoals overal gaan door de hoge werkdruk veel mensen bij ons weg. We hopen het verloop tegen te gaan door leidinggevenden op kleinere groepen te zetten. Dat scheelt in de werkdruk en je weet over en weer beter wat er speelt. Gelukkig zijn we door onze goede scholingsmogelijkheden een aantrekkelijke werkgever. We werken veel met zij-instromers met totaal andere achtergronden. Het is moeilijk om te zeggen hoeveel aantallen we daarvan kunnen verwachten, omdat we in dezelfde vijver vissen als onderwijs en politie. Je ziet de arbeidsmarkt in coronatijd wel veranderen. Mensen realiseren zich dat ze op hun veertigste of vijftigste in een heel andere tak van sport aan de slag kunnen. Dat zijn mooie kansen om mensen met levenservaring binnen te halen.’

Toch levert de landelijke campagne om medewerkers voor de zorg te werven geen grote aantallen op, omdat matchen moeilijk blijkt.

‘Ja, zeker intramurale zorg is nu eenmaal 24-7. In de tijd dat ik opgeleid werd, was het vanzelfsprekend om onregelmatig te werken. Maar de samenleving is veranderd. Het is ingewikkeld om de privé-werkbalans goed te krijgen; dat vraagt veel van werkgevers en ook van de teams. Stel, je hebt een vacature en de nieuwe collega vraagt naar de basisroosters, waarbij blijkt dat iedereen al vaste afspraken heeft staan. Dat is voor de nieuwkomer niet aantrekkelijk. Dat moet je samen oplossen. Gezamenlijk roosteren kan dan een oplossing zijn. We moeten goed letten op de samenstelling van de teams; zijn er voldoende mensen die medicatie kunnen geven? Het is een puzzel leggen op teamniveau.’

U houdt van sporten, hoor ik?   

‘Ik wandel veel, als je dat sporten mag noemen. Liefst een paar keer per week langere afstanden: 15 tot 20 kilometer. Doordeweeks sta ik vroeg op of ik loop ’s avonds. Het houdt me fit en maakt mijn hoofd leeg. ’s Winters wandel ik door Leiden, waar ik woon. Het is leuk om bij de huizen naar binnen te kijken en te zien hoe ze het hebben ingericht. ’s Zomers loop ik meestal een vast rondje in de duinen bij Katwijk aan Zee, waar ik ben opgegroeid. En ik zwem. Heerlijk om te doen, maar ook noodzaak. Ik weet: als ik het niet doe, kom ik de bank niet meer af. Dan voel ik me niet fit en dat heeft zijn weerslag op mijn werk.’

Wanneer hebt u een fijne werkweek gehad? 

‘Als ik me bezig heb gehouden met zaken die er voor mijn gevoel toe doen. Het hoogtepunt vind ik bij ’s Heeren Loo mijn ontmoetingen en vergaderingen met de cliëntenraad: met cliënten zelf contact maken, ook al gaat dat in deze tijd vaak digitaal. Ik vind het belangrijk dat er ook lol gemaakt wordt. Dat er zoveel online moet, is voor het inwerken heel vervelend. Ik bezoek soms nog wel een woon-zorgpark waar ik wandel met mensen die daar weken. Maar ik zou natuurlijk het liefst op een woning een dienst meedraaien, meegaan met ambulante teams of aanschuiven bij MT-overleggen. Ik hoop dat zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren, ook medewerkers, zodat we zo snel mogelijk van corona afscheid kunnen nemen en elkaar weer live kunnen treffen.’

Informatie

Ageeth Ouwehand, geboren op 31 maart 1963 in Leiden

1985 - 1994                     Verpleegkundig teamlid en Verpleegkundig teamleider Verpleegafdeling                                                Psychiatrie (crisisinterventie) LUMC
1994 - 2000                     Consultatieve Dienst Psychiatrie LUMC
1998 - 2004                     Nederlands Recht Universiteit Leiden
2000 - 2004                     Verpleegkundig hoofd en lid MT-afdeling psychiatrie LUMC
2004 - 2008                     Lid bestuur divisie 1, LUMC
2008 - 2013                     Directeur bij Middin
2011 - 2013                     Voorzitter Landelijk Onderwijs Netwerk Gehandicaptenzorg
2013 - 2016                     Lid Raad van Bestuur Argos Zorggroep
2016 - heden                   Voorzitter Raad van Bestuur Beweging 3.0
2019 - heden                   Lid Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
2020 - heden                   Lid raad van Bestuur ’s Heeren Loo

Foto Aleid Denier van der Gon

Annette Wiesman

Deze pagina is een onderdeel van: