Achtergrond

Met de muziek mee

09 februari 2015

Als je onderzoekt wat mensen graag willen doen en uitgaat van hun mogelijkheden, ontstaan er nieuwe activiteiten. Dat geldt ook voor mensen met ernstige verstandelijke en visuele beperkingen. Visio de Brink en Stichting Rehabilitatie ’92 ontwikkelen samen een nieuwe methode.

Als Harmonie Vries op Koningsdag over het terrein van De Brink komt, loopt Haico altijd enthousiast mee. Hij heeft dan een grote glimlach op zijn gezicht en blijft er bij zolang de muzikanten spelen. Karin Topper, zijn begeleidster, weet hoe leuk hij dit vindt. ‘Tijdens de cursus Zorg voor Participatie besefte ik, dat Haico eigenlijk maar eenmaal per jaar van de muziek van de Harmonie kan genieten’, zegt ze.
‘Samen met een collega van de dagbesteding ben ik op zoek gegaan naar mogelijkheden om deze activiteit vaker aan te bieden. We hebben contact gezocht met de Harmonie en gevraagd of hij de repetities mag bezoeken. Door de cursus hebben we van te voren goed nagedacht op welke manier we Haico voor kunnen stellen aan de Harmonie en wat we over hem moeten vertellen. De Harmonie vindt het erg leuk als hij komt. Nu moeten we er nog achter komen of hij meer van de blazers of van het slagwerk houdt, want die repeteren apart!’

Eigen doelen
De Brink is een locatie van Koninklijke Visio in Vries. Er wonen 160 cliënten met (zeer) ernstige verstandelijke en visuele beperkingen. Toename van participatie is één van de belangrijkste zorg- en behandeldoelen voor cliënten van Visio. Dat geldt ook voor cliënten die hun wensen minder goed kunnen verwoorden. Om toename van participatie bij cliënten met (zeer) ernstige visuele en verstandelijke beperkingen inhoud te geven, is in een pilotproject de methodiek Zorg voor Participatie ontwikkeld. Het project ging in november 2013 van start. De eerste ervaringen zijn positief: de methodiek blijkt goed bruikbaar voor deze cliënten.
In het project is samengewerkt met de Stichting Rehabilitatie ’92, die in Nederland cursussen geeft in het toepassen van de Individuele Rehabilitatie Benadering, een methodiek die tot nog toe vooral gebruikt wordt in de psychiatrie. De methodiek heeft als doel mensen te helpen bij het formuleren en behalen van hun eigen doelen op de terreinen wonen, leren, werken en sociale contacten. De methodiek helpt cliënten om die doelen te verkennen, te kiezen, te verkrijgen en te behouden.

Individuele Rehabilitatie Benadering
Omdat de mate waarin cliënten van Visio de Brink hun wensen kunnen verwoorden beperkt is, hebben we de methodiek van de Individuele Rehabilitatie Benadering aangepast. Het resultaat is Zorg voor Participatie. De uitgangspunten van de Individuele Rehabilitatie Benadering blijven herkenbaar: de benadering is toegesneden op het individu, sluit direct aan bij zijn of haar wensen, gaat uit van zijn of haar capaciteiten en is gericht op positieve resultaten: tevredenheid bij de persoon zelf en succes in zijn omgeving.
De terreinen waarop de Zorg voor Participatie zich richt zijn veranderd in wonen, werken of dagactiviteiten, vrije tijd en sociale contacten. Zorg voor Participatie is een hulpmiddel voor begeleiders om de wensen van cliënten op deze gebieden te ontdekken en te realiseren. Samen met familie en andere disciplines probeert een begeleider te ontdekken welke wensen zijn cliënt heeft, hoe tevreden hij of zij is met de huidige activiteiten, en welke veranderingen uitgeprobeerd kunnen worden. De cliënt krijgt hierin zoveel zeggenschap als maar enigszins mogelijk is.

Zes stappen
De methodiek maakt gebruik van een zesstappenplan.
1. Het verkennen van de mogelijkheden om de regie van een cliënt te vergroten: meer eigen invloed op het dagelijks reilen en zeilen. Hiertoe worden de huidige rollen van een cliënt en de activiteiten waarmee die rollen zijn gevuld in kaart gebracht. Daarnaast wordt een geschreven portret van de cliënt gemaakt, waarin de nadruk wordt gelegd op het karakter, de talenten en de voorkeuren. De invulling van de rollen en het portret worden naast elkaar gelegd en daaruit kan blijken dat die wellicht niet bij elkaar passen. Hij of zij doet geen activiteiten die bij hem passen, of de activiteiten passen wel bij hem maar de frequentie is heel laag, of de cliënt doet wel passende activiteiten, maar beleeft er geen plezier aan door andere storende factoren. Deze verkenning kan leiden tot een duidelijke wens van de cliënt.
2. Mogelijke onvrede en vage wensen verkennen. Vaak begint het nadenken over of bezig zijn met mogelijke wensen, als de begeleider vermoedt dat de cliënt het niet meer fijn, of minder fijn vindt in een bepaalde omgeving. Dit kan leiden tot het verkennen van nieuwe activiteiten of het oplossen van hindernissen, zodat iemand weer tevreden is met de bestaande activiteiten.

Hulpbronnen
3. Het kiezen van een doel. Wensen kunnen alleen worden verwezenlijkt als er doelen van worden gemaakt. In doelen worden wensen concreet. Bij Zorg voor Participatie gaat het erom dat in een doel altijd precies staat welke activiteit en omgeving een cliënt heeft gekozen om zijn doel te verwezenlijken en wat hij of zij zelf gaat doen. Om te kunnen kiezen, moet duidelijk zijn welke mogelijkheden in aanmerking komen, en op grond waarvan voor een bepaalde activiteit of omgeving wordt gekozen. Welke voorkeuren heeft een cliënt, waar houdt hij of zij van en waaraan kun je merken dat de cliënt het fijn vindt? Hierin zijn familieleden een belangrijke informatiebron. Bij het nadenken over mogelijkheden die in aanmerking komen, proberen we zo creatief te zijn als we kunnen.
4. Het verkrijgen. Als duidelijk is aan doel welk gewerkt gaat worden, bekijkt de begeleider samen met zijn cliënt, diens familie, en zijn eigen collega’s wat er moet gebeuren om het doel te bereiken. Wat kan de cliënt zelf? Waar heeft hij of zij hulp bij nodig?
5. Het ontwikkelen van vaardigheden. Als iemand een bepaalde vaardigheid mist die wel nodig zijn om het doel te bereiken, moet er altijd over worden nagedacht of het mogelijk is hem die te leren.
6. Hulpbronnen zoeken. Als iemand bepaalde activiteiten niet kan uitvoeren, of als er zaken geregeld moeten worden, zoekt zijn begeleider naar de noodzakelijke hulp. Hierbij is het van belang na te denken over welke hulp precies past bij de cliënt.
De methodiek geeft ook concrete handvatten voor het oplossen van hindernissen bij het bereiken van de doelen.

Scholing
Voor medewerkers van Visio de Brink is een scholing op maat ontwikkeld door de Stichting Rehabilitatie ‘92. De cursus wordt gegeven door Annemarie Zijlstra, een ervaren rehabilitatiespecialist. De cursisten zijn ervaren woonbegeleiders en begeleiders in de dagbesteding. Ze vormen duo’s rond één of twee cliënten die ze beide goed kennen. De cursisten maken huiswerkopdrachten waarbij ze de familie van hun cliënt en de rest van hun team inschakelen. De cursisten hebben een zeer waardevolle, onmisbare bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de methodiek.
Diana Wolf is begeleidster van Paul Pijpers, een 33-jarige man aan wie aan de hand van de methodiek meer individuele lichamelijke activiteiten werden aangeboden. Ze zegt: ‘Aan het begin van de cursus schreef ik over Paul dat hij aan één oog blind is. Op het einde van de cursus schreef ik, zonder dat ik me dat bewust was, dat Paul met één oog ziet.’

Bruikbaarheid
De veranderingen die Zorg voor Participatie teweeg brengt in het kijken naar cliënten en de activiteiten van de cliënten en mogelijke verbeterpunten zijn tijdens een pilot in kaart gebracht. Hiervoor zijn gegevens verzameld door observaties tijdens de cursus, vragenlijsten voor de cursisten, geschreven persoonsbeschrijvingen van de cliënten en dossieronderzoek van de cliënten.
Uit de verzamelde gegevens blijkt dat de methodiek van de Individuele Rehabilitatie Benadering goed is aan te passen voor cliënten met (zeer) ernstige visuele en verstandelijke beperkingen. Begeleiders schatten de bruikbaarheid hoog in. Ze hebben praktische handvatten gekregen om de methodiek toe te passen. Ze zijn zich meer bewust van mogelijkheden om cliënten regie over hun eigen leven te geven. De begeleiders hebben geleerd meer naar de mogelijkheden en minder naar de beperkingen van mensen te kijken.

Voorleesclub
Als gevolg hiervan hebben begeleiders concrete nieuwe activiteiten voor hun cliënten ontwikkeld, waarbij ook mensen van buiten werden ingeschakeld. Er is een voorleesclub opgezet, een massagetherapeut ingeschakeld, mensen zijn in het bos takken gaan verzamelen. Verschillende cursisten hebben de Zorg voor Participatie niet alleen toegepast bij de cliënten uit de cursus, maar ook bij andere cliënten die ze begeleiden.
Om het succes van de methodiek in de organisatie te laten beklijven, is het belangrijk dat ze breed wordt ingevoerd, dat de begeleiders ook na afloop van de cursus worden gecoacht en dat de methodiek wordt opgenomen in de reguliere werkprocessen, zoals de cliëntbesprekingen en het ondersteuningsplan.
Deze eerste hoopvolle, positieve resultaten leiden op Visio de Brink dan ook tot een voortzetting en verdere invoering van Zorg voor Participatie. De methodiek wordt ervaren als een werkwijze die een goede aanvulling is op al gebruikte methodieken voor de zorg en begeleiding van de cliënten. De begeleiders hanteren een werkwijze die niet langer uitsluitend  ‘zorgen voor’ is, maar ook ruimte biedt aan ‘zorgen dat’.
Een verdere aanmoediging is nog dat Zorg voor Participatie recent één van de drie aanmoedigingsprijzen van de VGN Gehandicaptenzorgprijs 2014 heeft ontvangen.