Perfect passende zij-instroom: van XXL naar VG7
Het aantal zij-instromers in de gehandicaptenzorg stijgt. Bij sommige zorgaanbieders gaat het inmiddels om meer dan de helft van alle nieuwkomers. Maar wie zijn deze mensen en wat brengt hen ertoe om de overstap te maken?
Van mode naar zorg
Vaak beginnen zij-instromers blanco aan een werkleven dat nauwelijks aansluit op hun opleiding. Zo’n stap levert bijzondere verhalen op. Zoals dat van Ricardo van der List (31). Hij startte onlangs als aspirant-begeleider bij ’s Heeren Loo. Zijn nieuwe werkplek is niet de eenvoudigste: Ricardo werkt op de Very Intensive Care (VIC). Heel wat anders dan mannenmode verkopen. ‘Hoe ik tot deze stap kwam? Grappig genoeg heeft dat onder andere te maken met mijn ADHD. Ik heb concentratieproblemen en ik verveel me snel. In die kledingwinkel stond ik op maandagmiddag uren chagrijnig voor me uit te staren. Je kunt alles maar één keer opvouwen en weghangen.’ Hij ging op zoek naar uitdagend werk met prikkels, maar ook structuur. ‘Ik wilde geen sleur. Laat elke dag maar anders zijn.’
Geen sleur
Maar de zorg, daar heeft hij toch wel een nachtje over geslapen? Hij had ook voor het onderwijs of defensie kunnen kiezen. ‘Zeker, er zijn overal mensen nodig. Ik had ook belangstelling voor een opleiding tot steward bij een luchtvaartmaatschappij. Daar trof ik veel jonge gelukzoekers en weinig ervaren collega’s. Dat is in de begeleiding van mensen met een beperking heel anders. De vaste krachten werken hier vaak al lang en je kunt snel veel van ze opsteken.’
Valse start
Zijn schoonmoeder die in de zorg werkt, zorgde voor een opening. Hij kon ervaring gaan opdoen bij een aanbieder van gehandicaptenzorg. ‘Ik merkte snel dat mensen met een zware lichamelijke beperking, mij minder goed liggen. Ik kreeg direct medelijden en zocht tevergeefs naar interactie. Ik breek gewoon als ik zie dat mensen lichamelijk niet kunnen wat ik kan.’ In zijn tweede week begeleidde Ricardo mensen met een ernstig meervoudige beperking. Na een uur stond hij te huilen in de huiskamer. ‘Er was een groot tekort aan mensen en er moesten veel zzp’ers worden ingezet. Het was dweilen met de kraan open. Doordat er te weinig begeleiding was, schoot de zorg tekort, waardoor het werk niet altijd even fris was. Dat geeft je een gevoel van machteloosheid.’
Geen medelijden
Kort daarna kreeg Ricardo de kans om bij ’s Heeren Loo in Noordwijk aan de slag te gaan. ‘Ook daar is het niet altijd rozengeur en maneschijn, maar het contact met de bewoners is er erg ontspannen en ik vond makkelijk aansluiting bij collega’s. Sommige doen dit werk al veertig jaar.’
Hij begeleidt sinds drie maanden een groep van zeven bewoners op één woning. Er staan drie begeleiders op elke groep. ‘Medelijden voel ik hier helemaal niet. De bewoners zijn dankzij een goede begeleiding heel ver gekomen. Ik help ze echt de dag door.’
Mooie horizon
De VIC is niet de makkelijkste startplek: er wonen mensen met een verstandelijke beperking die moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen. Was dat niet te hoog gegrepen? ‘Dat zou je denken, maar ik ben aspirant-begeleider, hè? Je werkt eerst samen met ervaren collega’s en als blijkt dat het goed gaat, kun je een opleidingstraject in. Ik kan door naar niveau 2, 3 en 4. Die route wil ik wel volgen. Als begeleider 2 kan ik bijvoorbeeld ook medicijnen toedienen. Dat versterkt je verantwoordelijkheidsgevoel. Daarna kan ik naar de functie van persoonlijk begeleider toewerken.’
Het brein boeit
Dankzij zijn werk heeft Ricardo minder last van ADHD. ‘Er is veel afleiding en afwisseling. Als ik lekker bezig kan blijven met dingen die me echt interesseren, kan ik veel aan. Er ging in Noordwijk algauw een wereld voor me open. Het maakte me leergierig. Hoe krijg je iemand die plotseling heel emotioneel is weer rustig? Het menselijk brein ging me boeien. Waarom begint iemand die alleen maar voorbij loopt je ineens uit te schelden? Ja, je komt in dit werk in aparte situaties. Maar omdat je de bewoners elke dag ziet, kun je iets met hen opbouwen. Dat maakt het voor mij ook minder lastig om te helpen met persoonlijk verzorging. Die oude man die nog steeds regelmatig in z’n broek poept, ik weet nu waarom dit gebeurt.’
Op en af
Het gaf hem ook voldoening. ‘Natuurlijk, na een dienst iemand tevreden en in rust achterlaten, dat is toch mooi? Je hoort vaak dat collega’s de band met de zorgvrager het mooiste aan hun vak vinden. Dat klopt. Op mijn eerste dag hier kwamen twee bewoners naar me toe. De rest liep na mijn binnenkomst meteen naar hun kamer. Dat verbeterde per dag. Steeds meer bewoners begonnen me vragen te stellen. Kun je me helpen met de was doen? Ricardo, weet jij waar mijn pillen zijn? Wil je met me wandelen? Sommige bewoners stellen voortdurend ééndezelfde vraag. Bijvoorbeeld ben je boos? En dat vijftig keer in een uur. Ik kon het hebben en ik bleek ook niet bang te zijn. Natuurlijk zijn er wel eens spannende momenten. Het gaat soms dagen goed, maar je weet: een psychose is nooit ver weg. Dan moet je de zeilen bijzetten. Het is op en af.’
Je bent geen baas
Hij maakte ook fouten. ‘Natuurlijk. Ik werk met een vrouw die leeft van sigaret naar sigaret. In drie dagdelen krijgt ze vier sigaretten per vier uur in eigen beheer. Ze wordt agressief als ze te snel op zijn. Dan valt ze je ineens aan. Ik was daar, na een ochtend knokken, helemaal klaar mee. Ik werkte haar naar haar kamer en riep met stemverheffing dat ík de baas ben. Ik werd meteen door een ervaren collega apart genomen, want dat kan natuurlijk niet. Je bent begeleider, geen baas. Ik had meer moeten luisteren, het vuurtje moeten laten uitbranden. Zeggen: je weet wat de regels zijn en we helpen je de dag door.’
Rustig blijven
Teamleider Margot Ouwehand ziet hoe Ricardo zijn plek vindt. Ze vertelt dat ’s Heeren Loo al langer zij-instromers in dienst neemt. ‘Vrachtwagenchauffeurs, bouwvakkers, maar ook winkelpersoneel, zoals Ricardo. Het werkt prima. De bewoners vragen veel van ons, maar toch blijven zij-instromers hier goed overeind. We houden ze goed in de gaten: ze werken altijd in teams met ervaren collega’s. We geven meteen trainingen, bijvoorbeeld in het omgaan met agressie. Ik leg tijdens de dienst al veel uit, maar we evalueren ook altijd direct na het werk. Met tips en tops. De meeste zij-instromers zijn blijvers. Is het niet bij ons, dan wel elders bij ’s Heeren Loo.’
Begeleiding is cruciaal
Ook HRM-directeur Ellen Boonen ziet dat de inzet van zij-instromers zijn vruchten afwerpt. ‘Er komen bij ’s Heeren Loo per jaar zo’n 2.500 nieuwe collega’s binnen. Vijf tot tien procent daarvan is zij-instromer, mensen met passie voor zorg en het hart op de goede plek. Dat aantal is nog bescheiden. Aan belangstelling ligt het niet, maar goede begeleiding is cruciaal.’ Volgens Boonen zal het aantal gediplomeerden onder de nieuwkomers altijd het hoogst blijven. ‘Maar een diploma is geen garantie voor bevoegdheid én bekwaamheid. Wij hechten momenteel meer belang aan bekwaamheid. Al koppelen we die ervaring bij een start in de zorg wel meteen aan een opleiding. Zeker voor werk met zware verantwoordelijkheden moet een kandidaat ook bevoegd zijn, met een diploma of met deelcertificaten. Het is maatwerk.’
Een inhaalslag dankzij zij-instromers
Ouwehand en Boonen realiseren zich dat het vasthouden van zij-instromers een aparte uitdaging is. Met name de jongeren. ‘Een aantal blijft zich oriënteren op de arbeidsmarkt. Ze komen niet snel tot een definitieve keuze. Wij doen er alles aan om ze binnen te houden. Met veel aandacht voor de roosters en altijd een leidinggevende in de nabijheid.’ Boonen voegt toe dat zij-instromers ook de hoge kosten voor zzp’ers en uitzendkrachten terugdringen. ‘In 2025 daalde het aantal uren dat we moesten inkopen met dertig procent. Dat is nog niet genoeg, we willen naar nul uren, maar we hebben dankzij de zij-instromers een inhaalslag gemaakt. Over de eerste drie kwartalen van 2025 stroomden voor het eerst in twee jaar minder mensen uit dan erbij kwamen. Krimp werd groei.’
Weinig kennis
En Ricardo, is hij inmiddels zelf ook actief promotor van de zij-instroomroute? ‘Als ik in de kroeg iemand tref die klaagt over zijn werk en ik het gevoel heb dat mijn werk ook iets voor hem kan zijn, dan laat ik het niet na. Ik verbaas me wel over het enorme gebrek aan kennis over onze sector. Veel meer mensen zouden zich moeten verdiepen in wat hier allemaal kan en wordt bereikt. Want dit werk betekent wat hè?! Mensen ervan weerhouden om zelfmoord te plegen is wat anders dan iemand met een tas vol kleding de winkel zien verlaten.’ Gevraagd naar het belangrijkste pluspunt van zijn nieuwe baan, aarzelt hij geen moment. ‘Ik heb m’n geduld teruggevonden. Ik ben bij mensen met een zorgvraag kalmer dan toen in de kledingwinkel met mensen die per se en tegen beter weten in, een maatje kleiner wilden passen.’
Dit artikel komt uit de vierde editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.