Achtergrond

Samen door één deur

26 november 2012

De postkamer, de bedrijfskantine en het archief van het Amerikaanse bedrijf Crawford & Company worden gerund door cliënten van Pameijer. Met succes. ‘We zijn een bedrijf, geen dagbestedingslocatie. Het gaat echt om de meerwaarde.’

Wie de hoofdingang bij Crawford & Company in Capelle aan den IJssel binnenloopt, kan twee dingen doen. Linksaf naar de archiveringsafdeling van Pameijer of rechtsaf naar de schade-experts van Crawford. De twee organisaties delen één gebouw én ze hebben een serviceovereenkomst. Pameijer levert gemaksdiensten bij Crawford: ze zorgen voor de kantine, halen vuile kopjes en oud papier op, doen de boodschappen, geven de planten water, digitaliseren de post en het archief. ‘Eigenlijk alle dingen waar je vroeger functies voor had die wegbezuinigd zijn’, vertelt Jacqueline Neumann, officemanager bij Crawford.

Beginnen in de kantine
De samenwerking begon zes jaar geleden, toen Crawford besloot een ruimer kantoorpand te gaan huren. Neumann: ‘Dat werd het gebouw waar we nu inzitten. Het is nogal groot, dus we hoefden het niet helemaal te gebruiken. Na een aantal dagen belde de makelaar, hij had een medehuurder gevonden. Maar dat was wel een bijzondere, zei hij er meteen bij. Pameijer, waar mensen met een beperking werken. Toen zijn we gaan overleggen: Wat is de impact daarvan? Betekent dat dan dat we samen door één deur gaan? Kan dat wel? Moeten we niet voor deze mensen de zijdeur gebruiken? En uiteindelijk zeiden we: Waar hébben we het eigenlijk over? We gaan het gewoon dóén. Mijn toenmalige directeur zei: ‘Jacqueline, jij bent hier de officemanager, regel het maar.’ En dus ging Neumann aan de slag. ‘Ik had eigenlijk nog nooit met zulke mensen te maken gehad, dus ik had geen idee. Ik kende wel het beeld van mensen met een beperking die in cafés werken, maar verder niet. We zijn in gesprek gegaan: Jongens, als jullie de ambitie hebben om iets bij te dragen, begin dan in de kantine. Want daar kunnen wij wel hulp gebruiken. Bovendien word je op die manier ook zichtbaar in ons deel van het pand, kunnen we kijken hoe het werkt.’ En het bleek prima te gaan. Stapje voor stapje werden de taken uitgebreid naar wat het inmiddels is: een contract dat nog maar een paar stapjes verwijderd is van een full-serviceovereenkomst. Neumann: ‘We kiezen er bewust voor om de mensen van Pameijer niet zelf in dienst te nemen. Dat heeft te maken met risico’s afdichten, maar ook met praktische dingen. We kunnen nu voor meer dan twintig mensen iets betekenen, terwijl we er anders slechts een paar in dienst zouden hebben. Bovendien werkt dit alleen als er ook begeleiding is.’

Met hart en ziel
In de ruimte van Pameijer hangt een geconcentreerde sfeer. Medewerkers zitten achter tafels. Ieder met zijn taak. Dossiernummers invoeren, nietjes uit stapels papier halen, scannen, controleren en versnipperen. Zo’n vijfhonderd dossiers per week worden er gemiddeld verwerkt. Nathalie Mouthaan zit vandaag achter de scanner. Heel precies toetst ze een lang nummer in het apparaat. ‘En als ik twijfel, dan blader ik even verder. Kijken of daar ook hetzelfde getal staat. Daarna geef ik het dossier aan mijn begeleider, zodat die nog kan controleren of ik het goed heb gedaan.’
Ondertussen zet Arian Goudriaan een doos op een kar. Hij gaat zo een ronde door het pand maken om de groene papierbakken leeg te halen. Hij gaat in elke kamer naar binnen, groet vriendelijk en maakt een praatje. Tenzij de schade-experts zitten te bellen. Dan weet Goudriaan: niet storen. Ricardo Taribuka heeft ook een kar, die staat vol schone vaat. De vuile kopjes en borden zijn bij Pameijer in de vaatwasser geweest en worden nu weer teruggebracht naar de keuken. ‘Hartstikke leuk’, zegt Taribuka, ‘want het is écht werk.’ Waar Crawford ook echt wat aan heeft. Neumann: ‘Het levert ons van alles op. Allereerst natuurlijk in praktische zin: het werk dat gedaan wordt. De mensen van Pameijer zijn vrij tussen oud en nieuw, en dan is het hier altijd een beetje een rommeltje. Bovendien is de kwaliteit van het werk heel hoog, omdat deze mensen het met hart en ziel doen. Er gaat in het scannen van de dossiers veel minder mis dan toen we het zelf deden. Maar het voegt ook toe op een ander niveau: onze schade-experts staan vaak onder grote druk, en dat kan stress meebrengen. De mensen van Pameijer zijn daar ongevoelig voor, die zeilen gewoon een kamer binnen en roepen: “Hebbie nog vuile koppies?” Dat maakt vrolijk, het relativeert enorm.’

Nee durven zeggen
Vijf jaar duurde het voordat de samenwerking zijn huidige vorm heeft gevonden. En dat het zo’n succes is, heeft te maken met de kleine stapjes die steeds gezet zijn, maar ook met nee durven zeggen. Neumann: ‘De mensen van Pameijer hadden bijvoorbeeld eerst ook een crea-afdeling waar ze van alles maakten. Hartstikke leuk hoor, maar wij zaten er niet op te wachten. Dan kochten we spulletjes uit een soort van liefdadigheid. En dat is de bedoeling niet. We hebben toen gezegd: als jullie een relatie voor de toekomst willen, moeten jullie dingen doen waar we ook echt wat aan hebben. En dat is dit niet. Dat klinkt hard, maar zo helpen we elkaar langdurig. Vieze kleding, harde muziek, we tolereren het allemaal niet. We zijn een bedrijf, geen dagbestedingslocatie. Het gaat echt om de meerwaarde.’ Die meerwaarde is ook een van de redenen dat George Oostrom, directeur Benelux en Frankrijk van Crawford, er zo achter staat. ‘Ik heb als directeur drie belangen te behartigen: die van de medewerker, die van de aandeelhouder en die van de opdrachtgever. Wat ik ook doe, het moet in het belang zijn van een van die drie. Daar zijn we vanaf het begin duidelijk in geweest met elkaar. Ons doel is winst maken. Zo simpel is het. Het doel van Pameijer is zo veel mogelijk mensen aan het werk helpen. Als we die twee doelen kunnen verenigen, creëren we meerwaarde.’ Dat vraagt wel doorzettingsvermogen. Oostrom: ‘Je moet hier niet aan beginnen als je even snel wilt scoren op verantwoord ondernemen. Dan kun je beter vijf auto’s met een A-label kopen. Veranderingen gaan bij deze mensen langzamer, maar het resultaat is er uiteindelijk wel. Dat zie je aan het digitaliseringsproces, dat is nu helemaal gerelateerd aan Pameijer. We zijn in zekere zin afhankelijk van hen geworden. Je moet echt een relatie voor het leven willen aangaan. Want pas dan heb je ook echt iets aan elkaar.’

Kader 1
Onderzoek
: vragen voor de toekomst Vilans deed samen met Pameijer onderzoek naar de samenwerking tussen Pameijer en Crawford. Daarin werden de succesfactoren van de samenwerking bevestigd. In het onderzoek komen ook een aantal vragen voor de toekomst naar voren. Onder meer over de schaal van de samenwerking. Zou een dergelijke samenwerking bijvoorbeeld ook in bedrijfsverzamelgebouwen kunnen werken? Een tweede punt betreft de doorstroom naar betaald werk. Kan het zijn dat bepaalde cliënten zich zodanig ontwikkelen dat zij een betaalde baan bij Crawford & Company zouden aankunnen? En als laatste: Zou het samenwerkingsmodel beter kunnen werken wanneer de begeleiders van Pameijer bij Crawford & Company in dienst zijn? Zie voor het onderzoeksrapport Gemak dient de werkgeve http://pameijer.nl/nl/node/1239.

Kader 2
Wajongers aan het werk Albert Heijn wil een werkgever zijn voor iedereen, dus ook voor Wajongers. Het doel is om in iedere eigen winkel iemand met een beperking in dienst te hebben. Dat betekent dat Albert Heijn bij het bereiken van dit doel 600 Wajongers in dienst heeft. Op dit moment zijn er 540 Wajongers werkzaam. De ervaringen met werkers met een beperking zijn positief. De mensen doen het reguliere werk, aangepast aan wat zij kunnen. Wajongers zijn zeer gemotiveerd en loyaal. Dat geeft een goede bijdrage aan de sfeer. Bovendien heeft het een bindend effect op de teams. Ook klanten reageren positief op Wajongers in de winkel. Door intern de administratie te versimpelen en de samenwerking met UWV en USG Restart probeert Albert Heijn het werken met een Wajonger niet onnodig ingewikkeld te maken. USG Restart zoekt geschikte kandidaten en begeleidt hen bij het werk door jobcoaches in te zetten. Natuurlijk kost het in het begin meer aan begeleiding en aandacht van het management. Ook daar helpt een jobcoach bij. Maar je krijgt er een gemotiveerde medewerker voor terug.