Achtergrond

Slaapproblemen

29 juli 2015

Mensen met een verstandelijke beperking die slaapproblemen hebben, liggen een kwart van de tijd die zij in bed doorbrengen wakker, blijkt uit onderzoek met de actiwatch. Overdag zijn ze weinig actief en doen ze veel dutjes. Tijd voor een multidisciplinaire aanpak.

Van maart 2014 tot maart 2015 vond bij Abrona, het zorgverbeteringsproject ‘Slaapproblemen en actigrafie’ plaats. Een multidisciplinair projectteam van gedragskundigen en artsen voor mensen met een verstandelijke beperking zette zich er een jaar voor in. We wilden het proces van diagnostiek rondom slaapproblemen structureren, toegepaste interventies in kaart brengen en het bewustzijn van zorgverleners en behandelaren in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking vergroten.
Dit zorgverbeteringsproject bij vloeide voort uit een grootschalig onderzoek van het samenwerkingsverband Gezond Ouder met een verstandelijke beperking (GOUD), bestaande uit de zorgorganisaties Abrona, Ipse De Bruggen en Amarant, en de leerstoel Geneeskunde voor Verstandelijk Gehandicapten van het Erasmus MC. Dit onderzoek werd van 2008 tot 2015 gehouden.
Uit het GOUD-onderzoek bleek dat metingen van het slaap-waakritme met behulp van actigrafie bij mensen met een verstandelijke beperking aanzienlijk meer informatie oplevert dan alleen de anamnese of op observatie gebaseerde gegevens. Met een soort horloge, de actiwatch wordt door middel van het detecteren van beweging het slaap- en waakritme gemeten. Daaruit bleek ook dat 72 procent van de cliënten minstens één slaapprobleem had.

Slaapritme
In de voorbereiding van het zorgverbeteringsproject werden verschillende documenten ontwikkeld. Een bestaande vragenlijst over slaapgedrag werd aangepast aan de doelgroep volwassenen met een verstandelijke beperking. Er werden logboeken ontwikkeld voor de dagdienst en de nachtdienst en werd er een map samengesteld, met alle informatie die begeleiders op een woonlocatie nodig hebben als er een actiwatch-meting plaatsvindt. Ook werd een uitleg voor cliënten met pictogrammen ontwikkeld.
Daarna werd in de onderzoeksfase het diagnostisch proces bij in totaal 21 cliënten gevolgd. Deze cliënten hadden zich aangemeld met klachten op het gebied van slaap. Cliënten droegen gedurende veertien dagen de actiwatch. Aan de hand van de analyse van het bewegingspatroon van een cliënt kon het slaapritme in kaart worden gebracht.
Met behulp van de actiwatch werden verschillende elementen gemeten: de stabiliteit van het slaapritme van de cliënt, het activiteitenniveau van de cliënt, de tijd dat een cliënt in bed ligt, het aantal uren waarin daadwerkelijk geslapen wordt (de ‘slaapefficiëntie’) en hoelang het duurt voordat een cliënt in slaap valt. Verder kon worden gemeten wanneer de vijf meest rustige uren en wanneer de tien meest drukke uren van het etmaal beginnen. Ook kan er bijkomende problematiek worden opgespoord, zoals een korte nacht of vroeg wakker worden.

Eerdere behandeling
Het grootste gedeelte van de aangemelde cliënten had een licht verstandelijke beperking (26 procent) en er werden meer mannen (13) dan vrouwen (8) aangemeld. De gemiddelde leeftijd was 47 jaar. In ongeveer 65 procent van de aangemelde gevallen had nog geen eerdere behandeling plaatsgevonden, hoewel het merendeel van de problemen al meer dan een jaar bestond. Iets meer dan veertig procent van de aangemelde cliënten had al een behandeling met medicatie gehad, voornamelijk met benzodiazepines (temazepam of oxazepam). Bij de meeste cliënten was sprake van bijkomende psychiatrische en medische problematiek, zoals depressie, gedragsproblemen, angst en psychose.

Dutjes
Uit de resultaten blijkt dat er bij de onderzochte cliënten veel problemen op het gebied van inslapen en doorslapen zijn. Als het inslapen langer duurt dan zestig minuten, wordt dit als ‘problematisch’ gekenmerkt . Er is sprake van een probleem met doorslapen, als de cliënt gedurende de gehele nacht langer dan negentig minuten wakker ligt. Bij slechts één aangemelde cliënt was geen sprake van een probleem met doorslapen. Alle overige aangemelde cliënten hadden een probleem met doorslapen, waarvan 33 procent ook een probleem met inslapen had.
Uit het onderzoek blijkt dat de cliënten die tijdens het project werden aangemeld, gemiddeld 92 minuten wakker liggen voor zij inslapen. Van de totale tijd die zij in bed doorbrengen, liggen zij gemiddeld twee uur en dertien minuten wakker.
Uit het onderzoek GOUD bleek al dat oudere cliënten met een verstandelijke beperking zo’n 25 procent van de tijd die zij in bed doorbrengen, wakker liggen. In dit onderzoek wordt dit resultaat bevestigd: cliënten liggen gemiddeld ongeveer 25 procent van de tijd wakker in bed.
Verder blijkt dat cliënten overdag vaak onvoldoende actief zijn, en dat er vaak dutjes  worden gedaan. Het gevolg is, dat mensen ’s avonds en ’s nachts onvoldoende moe zijn, slecht slapen en daardoor overdag juist regelmatig last hebben van vermoeidheid.

Aanbevelingen
Er werd een aantal aanbevelingen gegeven op basis van de resultaten van de resultaten van het zorgverbeteringsproject. De meeste inhoudelijke adviezen richten zich op gedragsmatige aanpassingen in het activiteitenpatroon van de cliënt, op het gebied van de slaaphygiëne en op verder medisch en psychiatrisch onderzoek.
Voorbeelden van de adviezen die werden gegeven zijn:

  • het creëren van een stabiel dag- en nachtritme;
  • voldoende bewegen;
  • elke dag naar buiten, minstens een half uur. Achtergrond: de hypofyse in de hersenen reageert op licht en zorgt voor de aanmaak van het ‘slaapstofje’ melatonine, dat ieder mens nodig heeft om te kunnen slapen. Het zorgt ervoor dat je moe wordt als het donker wordt en helpt een stabiel dag en nachtritme te creëren;
  • dutjes overdag beperken;
  • verminderen van prikkels vlak voor het slapen gaan (tv kijken, computerspelletjes);
  • ruimtes geluidsarmer maken en zorgen voor verduisterende gordijnen.


Organisatorisch
Er werden ook organisatorische adviezen gegeven. De knopjes van de actiwatch worden beter ingedrukt, als het belang van deelname aan het onderzoek is benadrukt in een gesprek tussen cliënt en persoonlijk begeleider. Korte instructies met picto’s voor cliënten maakt het gebruiken van de actiwatch en dus het meedoen aan het onderzoek veel gemakkelijker.
Het evalueren van de interventies op de probleemgebieden na een aantal maanden, is van groot belang om te weten of de interventies effectief zijn geweest. Elke cliënt en elke individuele situatie is anders en ook kunnen omstandigheden veranderen. Maatwerk is eigenlijk altijd nodig om de individuele situatie van een cliënt te kunnen verbeteren.

Gedragskundigen
De projectgroep van Abrona heeft geadviseerd om de diagnostiek bij slaapproblemen door gedragskundigen te laten doen. De analyse, interpretatie en advisering passen het beste bij gedragskundigen die veel diagnostiek verrichten en bekwaam zijn in het combineren van informatie uit verschillende bronnen. Dit gebeurt in de meeste zorgorganisaties voor mensen met een verstandelijke beperking nog niet.
De projectgroep vindt het van belang dat er vanuit verschillende invalshoeken naar de problematiek wordt gekeken, dat er gewerkt wordt in multidisciplinaire teams. Ook is het goed om begeleiding, ouders, andere betrokkenen en natuurlijk de cliënten zelf te betrekken bij de aanpak van slaapproblemen. Soms is de oorzaak van de slaapproblemen een pijnlijke schouder of te lichte gordijnen en is de oplossing zo eenvoudig als het kopen van een ander matras of verduisterende gordijnen. Een andere keer is er sprake van mogelijke psychiatrische problematiek in de vorm van een depressie, waarvan een van de symptomen problemen op het gebied van slapen zijn. In zo’n geval is het belangrijk dat gedragskundigen van de woonvoorziening, de medische en psychiatrische staf, begeleiding en eventueel het therapieteam de juiste interventies op elkaar afstemmen en integreren.