Werk en gezonde arbeidsmarkt: ‘Het gaat om medewerkers die met plezier en energie kunnen werken’

Het afgelopen jaar hebben we flinke stappen gezet op het gebied van werk. Zo gingen we op verschillende manieren aan de slag met duurzame inzetbaarheid, en met gezonde arbeidsvoorwaarden. Arend Vreugdenhil en Frank van der Linden vertellen erover.

Een cliënt en begeleider samen

Van der Linden: ‘Duurzame inzetbaarheid is een belangrijk onderwerp als het gaat om werk. En daar hebben we het afgelopen jaar verschillende stappen in gezet. Zo hebben we samen met sociale partners een plan gemaakt om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Op basis hiervan hebben we een zogenoemde MDIEU-subsidie ontvangen, waarmee we vanuit het Arbeidsmarktfonds Gehandicaptenzorg acht projecten uitvoeren.’ 

Het goede gesprek

‘Een van de kernprojecten gaat over het voeren van het goede gesprek: open en wederkerig. Tussen medewerkers onderling en met hun leidinggevende. Want of je het nu hebt over financieel advies, het vergroten van sociale veiligheid, werken tijdens hormonale klachten, of de balans tussen werk en privé, een goede en veilige omgeving is dan altijd essentieel.’

Vreugdenhil: ‘Een ander project gaat over de toekomst van de gehandicaptenzorg. We willen met z’n allen anders gaan werken, en anders organiseren. Dat past bij onze Visie 2030 en is belangrijk omdat we het werk in de toekomst met minder mensen moeten doen. Anders organiseren betekent onder meer, meer ruimte voor bijvoorbeeld de inbreng van familie en het sociale netwerk. Wat betekent dat voor competenties? En hoe gaan we dat nu met elkaar doen?’

‘Om de dialoog hierover te stimuleren, hebben we er samen met onze partners voor gekozen om een theatervoorstelling door het land te laten gaan. Op basis van ervaringen in de VVT-branche weten we dat je zo dicht bij mensen komt. In 2024 is de productie gestart, en vanaf medio 2025 is de voorstelling te zien. De makers zijn dezelfde als die van de succesvolle voorstelling De Verwanten, die vorig jaar te zien was. Bij de voorstelling horen verschillende tools om na afloop het gesprek over de toekomst op gang te brengen, én er is gespreksbegeleiding, om te zorgen dat dit ook echt gebeurt. Intussen gingen we ook al aan de slag in Labs 2030, waar organisaties en teams experimenteerden met manieren van anders organiseren.’

Invloed op je werk

Van der Linden: ‘Een ander mooi project vanuit de MDIEU-regeling gaat over zeggenschap, de mate waarin je invloed hebt op de inhoud van je werk. We hebben veel vakkundige collega’s in de gehandicaptenzorg, van behandelaars, begeleiders tot collega’s in de ondersteunende diensten. Zij verdienen het vertrouwen en de ruimte om hun vak te kunnen uitoefenen. De vraag is: hoe zorg je voor die invloed? Daar maken we afspraken over en natuurlijk zijn daar ook cursussen en methodieken voor, en die maken we beschikbaar. Én we halen mooie verhalen op met goede voorbeelden, die we delen via een social media campagne.’

Invloed op de inhoud van je werk is ook hét thema van het landelijk actieplan Zeggenschap. Organisaties of teams die een goed idee hebben om zeggenschap te vergroten, konden 50.000 euro subsidie krijgen, om zelf te bouwen aan meer invloed. Vreugdenhil: ‘Het afgelopen jaar zijn er niet heel veel aanvragen gedaan. We denken dat dit te maken heeft met tijdsgebrek. Teams moeten zelf de aanvraag doen, naast hun dagelijkse werk. Het is dus belangrijk dat we organisaties hierbij ondersteunen. Dat hebben we onder meer gedaan door samen met sociale partners te zorgen dat er projecten en producten naar organisaties komen om hen te helpen om zeggenschap vorm te geven.’ 

De kracht van vakmanschap

Van der Linden: ‘En natuurlijk hebben we zelf ook nagedacht over de vraag: wat is nu de medewerker van de toekomst? Hoe ziet die eruit? En wat hebben wij dan te faciliteren? Voor twee specifieke onderwerpen hebben we dat uitgewerkt in animaties, namelijk voor de begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking, en voor de begeleiding van mensen met een ernstig meervoudige beperking. Ook hebben we daar het perspectief van onze Visie 2030 naast gezet, zodat die twee beelden elkaar versterken.’ 

Vreugdenhil: ‘Het overkoepelende thema dat daaruit naar voren kwam, is vakmanschap. Het vak verandert en vakmanschap is onze grote kracht. Het gaat steeds meer om vakmanschap in dienst stellen van mensen met een beperking en hun netwerk. Dat hebben we het afgelopen jaar onder de aandacht gebracht. Bijvoorbeeld met verhalen die we verzameld hebben op onze website.’

Balans in beloning

Goed werk betekent ook goede arbeidsvoorwaarden. Van der Linden: ‘In 2023 hebben we de cao opengebroken om lonen beter te kunnen laten aansluiten bij de inflatie en hogere kosten. We hebben toen de looptijd van de cao ook met een jaar verlengd tot eind 2024. In het voorjaar van 2024 zijn we gestart met de voorbereidingen voor de onderhandelingen over de nieuwe cao. Dat deden we onder meer met ledenraadplegingen. We constateerden dat de cao moet bijdragen aan het aantrekkelijk maken en houden van het werk van de huidige en nieuwe professionals, en goed werkgeverschap ondersteunt. Zodat we in deze krappe arbeidsmarkt ook ten opzichte van andere branches en sectoren een aantrekkelijke branche zijn om in te werken. Concreet gaat dat over onderwerpen als aantrekkelijk werk, een veilige en gezonde werkomgeving, passende waardering en vitaliteit dankzij grip op je werk, geld, en werk-privébalans.’ 

Loonontwikkeling is daarbij een heet hangijzer. Vreugdenhil: ‘Natuurlijk willen we gaan voor een passende beloning. En daarbij zijn twee uitdagingen. Allereerst dat we continu moeten balanceren tussen investeren in mensen, en investeren in een gezonde organisatie. Het moet wel betaald kunnen worden.’ 

‘De volgende vraag is: wat is passend? Het opleidingenveld is ontzettend in ontwikkeling, met bijvoorbeeld verkorte opleidingen en deelcertificaten. Daardoor komen er gelukkig steeds meer mensen bij ons werken uit heel andere sectoren. Inmiddels zijn dat er zelfs veel meer dan jonge starters. Het resultaat is dat we een heel pluriforme groep medewerkers hebben die we op allerlei manieren opleiden om bekwaam te worden voor het werk in de gehandicaptenzorg. En ook dat betekent: meer ruimte voor maatwerk.’ 

Sterke zorg met vaste medewerkers

Van der Linden: ‘Dat we zo veel aandacht besteedden aan maatwerk en zeggenschap, heeft ook te maken met een andere ontwikkeling: die van de zzp’ers. Veel medewerkers die een vast dienstverband verruilen voor een bestaan als zzp’er doen dit omdat ze te weinig zeggenschap ervaren. En veel organisaties maken gebruik van zzp’ers, omdat ze anders de roosters niet dicht krijgen. Maar voor de continuïteit van zorg én teams is het niet ideaal, en financieel is het ingewikkeld voor onze leden. Zeker nu de Belastingdienst heeft aangekondigd om het moratorium op de handhaving op schijn-zzp’ers op te heffen. Wij hebben de afgelopen jaren ingezet op een fiscaal kader waarin we samen met de overheid en de Belastingdienst afspraken maakten over het tegengaan van schijnzelfstandigheid, en over gereguleerde inzet van zzp’ers in de zorg, maar dat kregen we er niet door. Vandaar dat we in het voorjaar van 2024 onze leden op een andere manier zijn gaan ondersteunen.’

Vreugdenhil: ‘Wij denken dat er ruimte is voor het beheerst en genormeerd inzetten van zzp’ers in de zorg. Samen met collega-zorgbranches hebben we een Fiscaal Kompas gemaakt om organisaties te ondersteunen bij de kwalificatie van de arbeidsrelatie op basis van wettelijke kwaliteitseisen, het arbeidsrecht en van fiscale vereisten aan ondernemerschap. We hebben een stappenplan opgenomen waarin we uitleggen welke stappen organisaties moeten zetten om voorbereid te zijn op de toekomst. Daarnaast hebben we bijeenkomsten georganiseerd waar we met leden spraken over hoe zij omgaan met het terugdringen van schijnzelfstandigheid. Het uitwisselen van kennis en werkende oplossingen, en het delen van ervaringen, bleek heel succesvol. Leden maken zich bijvoorbeeld zorgen over wat er gebeurt als zij stoppen met zzp’ers en een organisatie even verderop dat niet doet. Het helpt om daar met elkaar over te spreken, om zelf ook aan de slag te gaan.’ 

Samen met politie

Van der Linden: ‘Waar we het afgelopen jaar van schrokken, was de verwevenheid van de onderwereld met onze sector. Dat ging van vervalste diploma’s van zzp’ers, tot zzp’ers die eigenlijk werkten voor criminele organisaties en onze cliënten als drugskoerier of geldezel lieten werken. Vreselijk natuurlijk. Daar hebben we samen met de politie ook meteen actie op ondernomen. Bijvoorbeeld door voorlichtingsbijeenkomsten te geven over de verbinding tussen boven- en onderwereld en de zorgaanbieders gewezen op de vergewisplicht. We moeten echt streng zijn bij de poort. En als je een niet-pluisgevoel hebt, heb je daarop te handelen.’ 

Vreugdenhil: ‘Het onderwerp zzp is groot en complex. Vandaar dat we op veel verschillende manieren onze leden ondersteunen. Bijvoorbeeld door bewustwording te creëren over de voorwaarden van inhuur van zorgprofessionals via bemiddelings- en tussenkomstbureaus, door te lobbyen in Den Haag over goede voorbeelden en het mogelijk maken van regionaal werkgeverschap, én door thema’s die ermee samenhangen mee te nemen in de gesprekken over de cao.’ 

Gezond en plezierig werken

‘We zien bijvoorbeeld dat veel zzp’ers het prettig vinden om lange diensten te draaien. Dan werken ze een aantal weken heel hard, om vervolgens een aantal weken vrij te zijn. Op dit moment gebeurt dat buiten ons zicht, zzp’ers plakken als het ware verschillende diensten bij verschillende opdrachtgevers aan elkaar, zonder voldoende pauze te nemen. Dat is voor iedereen onwenselijk en leidt tot onveilige en ongelijke situaties. Veiligheid staat voorop en we willen gelijke mogelijkheden voor zzp’ers en medewerkers met een vast dienstverband. Zodat het voor medewerkers aantrekkelijker wordt om te blijven, en voor zzp’ers om terug te keren. Én we weten zeker dat werk op een verantwoorde manier gebeurt. Dat is uiteindelijk wat we willen: dat mensen gezond en met plezier hun werk kunnen doen voor onze cliënten.’

Meer lezen

Dit artikel is een onderdeel van het VGN-jaarverslag 2024.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Arend Vreugdenhil
Telefoonnummer
010-271 0000
Arend Vreugdenhil