Boek ‘Artsen die moorden’ vult donkere leemte in de geschiedschrijving van WOII

De aandacht voor de behandeling van mensen met een psychische stoornis of handicap tijdens de Duitse bezetting neemt al jaren toe. De aanleiding schuilt in de beruchte manier waarop nazi-Duitsland met deze kwetsbare groep omsprong. In het onlangs verschenen boek 'Artsen die moorden, De geplande massamoord op mensen met een psychische stoornis of handicap door nazi-Duitsland' stellen auteurs dr. Hans Kröber en prof. dr. Xavier Moonen dit zwarte hoofdstuk uit de Duitse psychiatriegeschiedenis op een indringende manier centraal.

Boek artsen die moorden

Inhoudelijke verdieping

De auteurs hebben beide een uitgebreide achtergrond in de orthopedagogiek. Ondanks dat de aandacht voor de massamoord op deze doelgroep in Nederland aanblijft, hebben ze nog veel aan de geschiedschrijving toe te voegen. Het doel is om de lezer nóg overtuigender te informeren over deze inktzwarte tragedie uit de geschiedenis, die ook wel bekend staat als Aktion T4. Die naam verwijst naar het hoofdkantoor voor de operatie op Tiergartenstraße 4 te Berlijn. Inhoudelijke verdieping hebben Kröber en Moonen gevonden in de nabij Dresden gelegen instelling Pirna-Sonnenstein. Dit levert een bijzonder informatief boek op, waarin Aktion T4 vanuit verschillende wetenschappelijke invalshoeken gedetailleerd onder de aandacht wordt gebracht. 

Wat bezielde hen?

De vraag die hierbij centraal staat richt zich op de daders van deze massamoord. Wat maakt dat mensen die opgeleid waren om mensen met beperkingen, ziekten en psychische stoornissen te verzorgen, meewerkten aan grootschalige moord op deze groep? Welke lessen kunnen daaruit getrokken worden? Kröber en Moonen hebben hun onderzoek weergegeven in tien hoofdstukken, die elk starten met een verantwoording. Het maakt Artsen die moorden thematisch, waarbij het micro- en macro niveau worden afgewisseld. 

Verschillende perspectieven

Zo behandelen de auteurs in een hoofdstuk drie individuele slachtoffers van een moordpartij, maar ook de geschiedenis van één instelling – Pirna-Sonnenstein – in  de opmaat tot en uitvoering van de moord op duizenden patiënten. In andere hoofdstukken wordt het onderwerp weer breder getrokken, waarbij de lezer inzicht krijgt in de Duitse psychiatriegeschiedenis in de decennia voordat Hitler aan de macht kwam. 
Verder besteden Kröber en Moonen uitgebreid aandacht aan de globale eugenetische beweging en het concept van rassenhygiëne. Hierbij wordt uitgelicht hoe deze beweging in nazi-Duitsland uiteindelijk kon overgaan tot de tragische moord van honderdduizenden mensen met een beperking of psychische stoornis. Aan de hand van deze afwisselende structuur belichten de schrijvers een wijde verscheidenheid aan perspectieven op Aktion T4. Deze vormen samen een gelaagd geheel, waarin de betrokkenheid van de auteurs bij het onderwerp duidelijk voelbaar is. 

Schrijnende realiteit

De kracht van Artsen die moorden schuilt in de schrijnende realiteit die het boek beschrijft. In een zorgsysteem waarbinnen hulpbehoevenden werden gereduceerd tot kostenposten en productiviteit de maatstaf werd, waren patiënten in Duitse instellingen bij voorbaat ten dode opgeschreven. Familieleden die van buitenaf contact zochten, werden voortdurend afgewimpeld. Verhulling en misleiding werden de sleutelwoorden van de gehele operatie. Ondanks dat Aktion T4 in de Duitse samenleving al snel een publiek geheim was, ging het moorden aan de hand van verschillende methodes jarenlang door. Dat bleek mogelijk doordat veel slachtoffers door middel van een frauduleuze patiëntenadministratie hun eigen dood ‘betaalden’…

Geen protest

Grote protesten vanuit de bevolking bleven dus uit. Die kwamen ook niet van de verpleegkundigen en medici die aan de operatie meewerkten. Deelname was immers niet verplicht, maar wel lucratief. Daar komt bij dat onder het betrokken instellingspersoneel het lidmaatschap van de NSDAP of betrokkenheid bij verwante organisaties niet ongewoon was. Aktion T4 zorgde ervoor dat de steun voor het idee dat sommige levens het leven niet waard waren, niet uit de lucht kwam vallen. 

Veel bronnen

Om voor het waarom een verklaring te vinden raadplegen Kröber en Moonen in hun boek een wijde verscheidenheid aan gerenommeerde wetenschappers. Hierbij worden diverse argumenten op verschillende niveaus naast elkaar geplaatst. Wat opvalt is dat de auteurs die argumenten voor zich laten spreken, zonder er zelf een analyse op los te laten. Kröber en Moonen leggen ze wel op de weegschaal, maar verzuimen om het gewicht af te lezen. Hoewel dat een bewuste keuze lijkt, had een wat meer heldere positionering de lezer meer houvast geboden.      

Wankele vermelding

Ik plaats nog een paar opmerkingen in de kantlijn. Hoewel de auteurs zelf geen historici zijn, is Artsen die moorden vooral een geschiedkundig boek. In dat licht is het bijvoorbeeld opvallend dat in hoofdstuk vijf in een historisch narratief wordt gerefereerd aan een historische roman. De gedachte achter deze toevoeging wordt niet transparant. Wordt de roman hier als bron aangehaald? Ook elders in het boek wordt ogenschijnlijk vrijelijk met de historische methode omgesprongen. Zo is op momenten onduidelijk waar informatie uit afkomstig is en wordt Duits bronmateriaal meerdere malen zonder dekkende toelichting gepresenteerd. Andere slordigheden zitten in het overnemen van auteurs, waardoor McFarland-Icke herhaaldelijk als Mcfarland-Icke of Mcffarland-Icke wordt opgevoerd. Een klein smetje op dit verder zeer welkome werk… 

Sterk pleidooi voor herinnering

Want Artsen die moorden is een essentieel werk voor wie de gitzwarte episode uit de Duitse psychiatriegeschiedenis wil doorgronden. Het toont hoe snel menselijke waarden verdwijnen wanneer ideologie en systeemdruk de overhand krijgen. Met hun agenderende studie vullen Kröber en Moonen een opvallend hiaat in de Nederlandse geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog in Duitsland. Artsen die moorden is daarmee niet alleen een pleidooi voor herinnering, maar ook voor blijvende waakzaamheid binnen de zorg, wetenschap en maatschappij.

Twan Davelaar
Masterstudent Uppsala University - Holocaust and Genocide Studies

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Johan van Ruijven
Telefoonnummer
06-21213460
Johan van Ruijven

Deze pagina is een onderdeel van