Blog

'Dat gun je iedereen: extra glans in het leven door het samen te doen'

03 augustus 2021

Wat merken we van Visie 2030 in de praktijk? Samen met een groot aantal VGN-leden, mensen met een beperking, hun netwerk, professionals en maatschappelijke partners ontwikkelde de VGN een toekomstvisie. Het hart van die visie is dat Nederland in 2030 een samenleving heeft waarin gewoon meedoen centraal staat. Wat zien we daarvan in de praktijk? In deze blog geeft Marian Geling, landelijk projectleider Stichting Prokkel, haar visie.

Marian Geling David van den Boom Prokkel
Marian Geling (rechts) met David van den Boom (links) van SWZ tijdens Prokkel Op Zee

Visie 2030 gaat uit van 'gewoon meedoen'. Ik moet terugdenken aan mijn eigen ervaringen met ‘meedoen’. Ik ben opgegroeid in een kinderrijke buurt, met onder meer twee buurjongens met een verstandelijke beperking. Een daarvan ging uit huis toen hij 18 jaar was: op kamers in een gezinsvervangend tehuis. Gewoon bij ons in de straat, een paar honderd meter verderop. Ik kwam hem vaak tegen. Soms zeiden we alleen 'hoi' tegen elkaar, soms maakten we een praatje. Ook toen ik al lang niet meer in het dorp woonde, bleef ik op de hoogte van zijn wel en wee. Maar de ander, waar was die gebleven? En waarom keken zijn ouders zo ontzettend verdrietig als zijn naam viel?

Maar wat is dat dan: meer beperkt?

Veel later begreep ik dat hij naar een instelling was verhuisd, ver van het dorp vandaan. En dat zijn ouders de eerste maanden geen contact met hem mochten hebben. Dat zou namelijk niet goed voor hem én voor hen zijn. Waarom bleef de een in de buurt en verdween de ander? Was het omdat de een meer beperkt was dan de ander? Maar wat is dat dan: meer beperkt? En waarom bleef ik de ene buurjongen wel gewoon vinden en de ander niet (meer) zo? Was het omdat ik hem vaker tegenkwam en hij in gesprekken vaker ter sprake kwam? Voelde ik daarom meer verbinding met hem?

Fonds Verstandelijk Gehandicapten

Dat ik nog niet klaar was met dit vraagstuk, merkte ik zo’n vijftien jaar geleden toen de directeur van het toenmalig Fonds Verstandelijk Gehandicapten mij vroeg om een landelijke campagne voor integratie én participatie van mensen met een verstandelijke beperking op te zetten. Die vraag bracht mij terug bij mijn twee buurjongens. En ik realiseerde me dat als ik ja zou zeggen op het verzoek van het Fonds, het een langdurige opdracht zou worden die ook invloed zou hebben op mij als persoon. Reden om in eerste instantie nee te zeggen. Maar het bleef me bezighouden, want alles in mij zei dat ik ja moest zeggen en zo ook wat meer licht kon laten schijnen over mijn eigen ervaringen met mijn twee buurjongens.

Verbonden met elkaar

Nu zijn we vijftien jaar verder en ben ik nog elke dag blij dat ik ja heb gezegd. Regelmatig vraag ik me af wat maakt dat ik me zo verbonden voel met het zichtbaar maken van mensen met een verstandelijke beperking. Waarom geeft het me zoveel energie? Wat maakt dat ik me er zo in ‘vastbijt’ en overal mogelijkheden zie voor ontmoetingen? De kracht daarvan zie, en de rijkdom? Voor zowel mensen met én zonder een verstandelijke beperking.

De meerwaarde van een collega met een verstandelijke beperking

Dat ik daar niet alleen in sta, is duidelijk. In de loop der jaren hebben honderden mensen hun persoonlijke verhalen gedeeld. Zoals bijvoorbeeld Ruud, hoofd van het restaurant van de Tweede Kamer. Hij wilde graag meedoen aan de Nationale Prokkelstagedag. Dan kon zijn team ontdekken wat de meerwaarde van een collega met een verstandelijke beperking zou zijn. Want dat die meerwaarde er was, daarvan was Ruud overtuigd, maar zijn collega’s niet. Integendeel zelfs. Ruud zette door. En nu, tien jaar na dato heeft hij twee mensen met een verstandelijke beperking in dienst. Het resultaat: gasten hebben meer geduld, er is minder stress en gevloek in de keuken en meer saamhorigheid in het team. Of ik nou Ruud of een van zijn collega’s spreek, dit is het eerste dat ik hoor als ik ze aan de telefoon heb.

Trots en zelfvertrouwen

En wat te denken van wethouders die blijven hangen bij een regionale netwerkbijeenkomst, omdat ze aangenaam verrast zijn over de inbreng van deelnemers, de sfeer die er ontstaat, de onderwerpen die besproken worden. En die mbo-student die tot de ontdekking komt dat ‘gewoon doen’ het fijnste is" 'Dan zitten zij ook beter in hun vel'. Of die VSO leerkracht die apetrots vertelt dat bijna al zijn leerlingen zelf hun Prokkelstage hebben geregeld en wat dat met hun zelfvertrouwen heeft gedaan. En die HRM-manager die vertelt hoe het haar heeft geholpen in het nadenken over het voeren van gesprekken met sollicitanten met een andere culturele achtergrond. Of een directeur van een groot bedrijf die zegt maar een uurtje te kunnen blijven omdat hij ‘een hele belangrijke afspraak heeft’ en na afloop van de vier uur durende activiteit zegt: 'Ik ben zo blij dat mijn secretaresse mij ongevraagd heeft aangemeld, ik heb de middag van mijn leven’. En die afspraak? Die was opeens zo belangrijk niet meer. Of het verhaal van de coördinator van de Mytylschool. Haar leerlingen worden opeens gegroet in het dorp, en nu – na 5 jaar later – vraagt een jongere of ze stage mag komen lopen. Zij  heeft voor een carrière in de zorg gekozen, nadat ze in groep 8 kennis had gemaakt met leerlingen van de Mytylschool.

Contact van mens tot mens

Door samen iets te doen ontstaat er contact van mens tot mens. Het maakt dat de ander voorbij de beperking kijkt en de persoon als mens ziet. Hoe vaak heb ik wel niet gehoord dat men het in eerste instantie lastig vond, maar dat als je ‘eenmaal samen bezig’ bent, het erg verrijkend is. Wat dat verrijkende is? Dat het aanzet tot nadenken: over je eigen houding, je eigen leven, je eigen werk. En vaak blijft het daar niet bij, men vertelt er over: thuis, op het werk, maar ook op een verjaardagsfeest, aan vrienden, familie en kennissen. Het is even stilstaan en een spiegel voorgehouden krijgen.

Visie 2030 lever de hele samenleving iets op

Duidelijk is dat het de samenleving ‘zachter’ maakt, minder jachtig, meer oog voor elkaar, meer begrip, meer leven in het hier en nu. De visie van 2030 levert dus niet alleen ‘cliënten’ wat op, nee, het levert de hele samenleving wat op. De samenleving is een wereld van verschillen. 'Laten we ervoor zorgen dat kinderen dat al op hele jonge leeftijd ervaren. Dan gaan ze dat later ook gewoon vinden, en maken we gebruik van alle kwaliteiten die er zijn', zegt Véronique Roskamp, leerkracht basisschool Loedoes. En dat, dat is wat ik ervaren heb en iedereen gun. En ja, misschien schuurt het even, maar dan, dan geeft het ook jouw leven extra glans en kleur.

Deze blog is onderdeel van de doorgeefrubriek 'De visie van...' waarin een groot aantal mensen binnen en buiten de gehandicaptensector hun visie geeft op Visie 2030.

Marian Geling Landelijk projectleider Stichting Prokkel

Deze pagina is een onderdeel van: