Blog

‘Voer verbetering van de Wet zorg en dwang (Wzd) in de praktijk alvast in’

Leestijd: 2 minuten
02 februari 2023

Moeten zorgverleners rustig wachten tot de Wet zorg en dwang is aangepast? De VGN vindt van niet, de uitvoering kan al worden gewijzigd. ‘Je kunt niet van de praktijk verwachten dat zij de inwerkingtreding van de wijzigingswet afwacht’, schrijft Marijke Delwig, juridisch beleidsadviseur, van de VGN. De Wzd in vijf vragen.

vlieger

1. Waarom moet de Wzd worden aangepast?

In oktober verscheen een evaluatieonderzoek over de Wzd en de Wvggz (Wet verplichte ggz), door ZonMw in opdracht van minister Helder. De conclusie is hard:

‘Als het erom gaat dat een wet toegankelijk en werkbaar is, aansluit bij het terrein waarop deze van toepassing is en relatief makkelijk te implementeren is, dan zijn de Wvggz en de Wzd in belangrijke mate mislukt. Van heldere regelgeving die vol­doende rekening houdt met de kenmerken van de domeinen waarin ze moet worden toe­gepast, is geen sprake’.

Deze conclusie komt voor de uitvoeringspraktijk niet als een ver­rassing. Het beeld van de uitvoerings­problemen, dat de onderzoekers schetsen, is voor de VGN heel herkenbaar. In het rapport doen zij zeventig aanbevelingen, waarvan een groot deel door de VGN wordt onderschreven. Minister Helder heeft in een brief aan de Tweede Kamer gemeld, dat zij op basis van het evaluatierapport aan de slag gaat om de uitvoerbaarheid van de Wzd te verbeteren. Zij vindt het belangrijk om terug te keren naar de kern en de geest van de Wzd en af wil van gedetailleerde regels en papieren procedures.

2. Waarom is de Wzd zo ingewikkeld?

Het proces waarin beide wetten tot stand kwamen droeg bij aan een steeds verdere detaillering en formalisering. Toen de Wzd in 2009 bij de Tweede Kamer werd ingediend, stelde de VGN zich positief op. Maar vanaf de vierde nota van wijziging Wzd, die werd ingediend in 2012, hebben wij gewaarschuwd voor uitvoeringsproblemen. De Wzd was te complex geworden, te vaak werd ervoor gekozen om waarborg op waarborg te stapelen. De harmonisatie met de Wvggz (de wet die vrijheidsbeperking in de ggz regelt) heeft de complexiteit van de Wzd helaas nog verder vergroot.

3. Wat moet er op korte termijn gebeuren, nu wetswijziging nog jaren gaat duren?

De VGN vindt dat je niet van de praktijk kunt verwachten dat zij de inwerkingtreding van de wijzigingswet afwacht. Dit proces duurt te lang. Een aantal wijzigingen die bijdragen aan de oplossing van problemen die de leden van de VGN ondervinden bij de uitvoering van deze wet, zal nu al ingevoerd moeten worden. Daarbij is van belang dat het toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hier ook op wordt afgestemd: geen toezicht houden naar de letter van de wet, maar naar de geest. Wij willen hierover binnenkort met alle partijen, inclusief VWS en IGJ, afspraken maken.

4. Welke onderwerpen moeten met voorrang worden opgepakt?

De VGN vindt een aantal wijzigingen zo belangrijk, dat zij zo spoedig mogelijk moeten worden ingevoerd. Voor de meeste onderwerpen bestaat al breed draagvlak, over de resterende zal de VGN proberen brede overeenstemming te verkrijgen. We hebben het dan over onderwerpen zoals:

  • Uitvoering van het advies ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’. In dit advies geven cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen en brancheorganisaties uit de ouderenzorg en gehandicaptenzorg aan hoe de besluitvorming over opname van onvrij­willige zorg in het zorgplan geregeld moet worden. Nu over dit advies brede over­eenstemming bestaat, zou de praktijk conform dit advies moeten kunnen handelen zodra de minister, in het regeringsstandpunt ten aanzien van het evaluatierapport, te kennen heeft gegeven dat zij dit advies in wetgeving wil omzetten.
  • Uitvoering van de aanbeveling uit het evaluatierapport over ‘gelijkgestelde aandoeningen’ (aandoeningen die tot dezelfde gedragsproblemen of regieverlies kunnen leiden als  bijvoorbeeld een verstandelijke beperking). Een pleidooi dat door het hele veld, inclusief de ggz, wordt gedeeld ligt al geruime tijd bij VWS. Deze aanbeveling betekent concreet dat voor cliënten met bijvoorbeeld een psychische stoornis die qua zorgbehoefte thuis horen in een VG-instelling, ook onder de Wzd vallen.
  • Oplossen van de ‘verkeersproblemen’ tussen de Wvggz en de Wzd, zodat de Wzd altijd en automatisch van toepassing is als een cliënt in een Wzd-instelling verblijft en automatisch de Wvggz als de client in een ggz-instelling verblijft.
  • Heroverweging van registratie en rapportage van onvrijwillige zorg aan IGJ. Nut en noodzaak van de halfjaarlijkse digitale overzichten moeten opnieuw bezien worden.
  • Tenslotte is een integrale heroverweging van de rechtspositie van forensische patiënten die worden geplaatst in een Wzd-accommodatie noodzakelijk.

5. Gaat de aanpassing van de wet ten koste van de rechtspositie van cliënten?

Nee, de VGN vindt een goede rechtspositie van cliënten en hun vertegenwoordigers heel belangrijk. Dit is ook een uitgangspunt in onze visie. Een eerste vereiste daarvoor is echter dat de wet helder en begrijpelijk is. Bureaucratisering en formalisering dragen niet bij een goede rechtspositie en al helemaal niet aan goede zorgverlening. De belangrijkste opdracht waarvoor we nu dan ook staan, is om de Wzd te vereenvoudigen tot een wet die begrijpelijk en uitvoerbaar is en daardoor effectiever kan bijdragen aan vermindering van onvrijwillige zorgverlening. Wij zien dit als een gedeeld belang van zowel zorg­verleners als cliënten en hun naasten.

Marijke Delwig
Wil je meer weten?
Neem contact op met Marijke Delwig

Deze pagina is een onderdeel van: