Nieuws

Bluiminck: “Ik hoor iedereen ‘ja’ zeggen, maar ik zie nog niemand ‘ja’ doen.”

15 mei 2017

Frank Bluiminck vertelde in een interview met Zorgvisie van vrijdag 12 mei jl. over het probleem rondom het zorgsysteem van mensen met een beperking. Ze raken de weg kwijt in het zorgsysteem en worden daardoor radeloos. Dit probleem bestond al voor de hervorming van het zorgstelsel, maar is sindsdien alleen maar groter geworden.

‘We wilden van het systeem naar de mensen toe, maar het systeem is veel te ingewikkeld voor mensen met een beperking’, stelt Bluiminck. VGN verstuurde daarom een brief naar de Kamercommissie van VWS, met daarin een aantal verzoeken om aanpassingen van het systeem. De afgelopen tijd was de gehandicaptenzorg meerdere malen in het nieuws vanwege verschillende soorten problematiek. Het overkoepelend thema daarin was volgens Bluiminck dat cliënten en hun naasten de weg kwijtraken in het zorgsysteem, of het nou gaat om ouders van jonge kinderen, moeilijk plaatsbare cliënten of jongeren die 18 worden.

Toegang Wlz voor mensen met beperking

Te beginnen met de toegang van jonge kinderen naar de Wlz: ‘Die is niet goed geregeld. Een van de voorwaarden voor een Wlz-indicatie is dat iemand de rest van zijn leven zorg nodig heeft. Maar dat is voor jonge kinderen vaak lastig vast te stellen. Een kind ontwikkelt zich nou eenmaal, ook een kind met een beperking’, zegt Bluiminck. ‘Daardoor ontstaat er nu een soort pingpong met kinderen tussen de Wlz en de Jeugdwet. Het is een probleem dat prima op te lossen is, maar dat vraagt wel een beleidsreactie. De toegang moet duidelijker worden geregeld en partijen moeten ervoor zorgen dat ouders niet de dupe worden van de vraag waar hun kind thuishoort.’

Moeilijk plaatsbare cliënten

Daarnaast was er de afgelopen maand aandacht voor moeilijk plaatsbare cliënten: cliënten met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Volgens de VGN gaat het hierbij om ongeveer 500 mensen die geen plaats kunnen vinden in een instelling of die wel in een instelling zitten, maar niet op de goede plek. ‘Er is enorm bezuinigd op de gehandicaptenzorg. De zorgkantoren hebben daarom de afgelopen jaren de hand nogal op de knip gehouden wat betreft het creëren van nieuwe plaatsen. Daarnaast werd ook bezuinigd op de geestelijke gezondheidszorg. Veel van de mensen om wie het gaat, hebben een beperking en worstelen daarnaast met geestelijke problemen. Maar de deur naar de ggz zit dicht en dus komen ze bij ons terecht.’ Volgens Bluiminck is de gehandicaptenzorg een prima plek voor deze jongeren, maar is de branche niet voorbereid op de extra instroom van cliënten. ‘Wij hebben de capaciteit die hiervoor nodig is niet. Er zijn bovendien veel ouders die hun kind thuis verzorgen, met een pgb. Maar als de pubertijd aanbreekt, is dat vaak geen houdbare situatie meer. Dat doet al pijn, maar doordat de gehandicaptenzorg ook nog eens een capaciteitsprobleem heeft kunnen ze dan nergens terecht. Dat maakt de pijn extra groot.’

Een oplossing hiervoor zou volgens Bluiminck een begeleider zijn die ouders van tevoren al klaarstoomt voor de vraag: wat als het niet meer gaat? ‘Eigenlijk hoort er een plan B te zijn voor als het thuis verzorgen niet meer gaat. Het zorgkantoor kan dan bekijken wat je nodig hebt en heeft de taak te bemiddelen voor een plek. Als die expertise thuis of bij de gekozen instelling kan worden geleverd, dan is dat ook goed. En wanneer blijkt dat er een nieuwe woongroep nodig is, dan moet het zorgkantoor dat mogelijk maken. Het wordt tijd dat de expertise de cliënt gaat volgen. Het leed van deze mensen laat namelijk niemand onberoerd, maar het moet ook niet onbesproken blijven.’

18+-problematiek in het systeem

Ook 18+-jongeren met een beperking raken hun weg in het systeem kwijt, benadrukt de VGN-directeur. ‘De gedachte van de decentralisatie was: we brengen alles naar de gemeente. Dat leek fantastisch, want zij kunnen alles verzorgen, van wonen tot werk en een opleiding. Maar in de praktijk bieden ze dit integrale aanbod helemaal niet. Als een jongere op zijn 18de uit de jeugdhulp komt, wordt hij teruggeworpen op de Wmo. Die is vooral gericht op de zelfredzaamheid van een cliënt. Maar van deze groep kun je helemaal geen zelfredzaamheid vragen’, zegt Bluiminck. Het zou volgens hem daarom goed zijn als elke gemeente een plek biedt waar jongeren terechtkunnen voor al hun vragen. Een integraal hulppunt, met een professional die alle domeinen, van wonen, leren en werken, overziet. ‘Sommige gemeenten hebben een "doorbreek-ambtenaar", die doorbreekt de schotten tussen de domeinen. Of die het nou doet, of een wethouder, er moet een plek zijn waar de jongere terechtkan.’

Met de brief hoopt de VGN de urgentie op te voeren bij het debat over het gehandicaptenbeleid, dat op woensdag 17 mei plaatsvindt. Bluiminck: ‘Het belangrijkste is dat Van Rijn aangeeft dat hij deze problemen ook ziet en dat er oplossingen komen. Ik hoor iedereen ‘ja’ zeggen, maar ik zie nog niemand ‘ja’ doen.’

Lees hier het artikel in Zorgvisie. 

Noortje Smit lachend
Wil je meer weten?
Neem contact op met Noortje Smit