Het ‘leidmotief’ van het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking, komt overeen met dat van de gehandicaptenzorg. Dat zegt Kees van der Burg, directeur-generaal langdurige zorg bij VWS, in een achtergrondartikel over het verdrag, in het aprilnummer van Markant.
‘De essentie van het verdrag is deelname aan de samenleving op voet van gelijkheid’, zegt Van der Burg. ‘Die deelname bepaalt ook in hoge mate de kwaliteit van leven, een kernthema in de langdurige zorg.’
Tweede Kamerlid Otwin van Dijk (PvdA) vindt dat zorgaanbieders een ‘brugfunctie’ hebben naar de samenleving. ‘Je kunt contact zoeken met gemeenten, werkgevers, winkeliers. Bij hen is zelden sprake van onwil, wel van gebrek aan kennis hoe je de toegankelijkheid verbetert of mensen met een beperking kunt bejegenen.’
Langs de lat
Verschillende zorgorganisaties - zoals Odion, Prisma. De Zijlen en Cordaan - beamen dat het VN-verdrag mogelijkheden biedt om de samenleving toegankelijker te maken voor de mensen die zij ondersteunen. Volgens bestuurder Hetty de With van De Zijlen wordt het mogelijk die toegang ‘af te dwingen, daar waar het te langzaam gaat’.
Ook spoort het VN-verdrag, dat op 12 april in de Eerste Kamer wordt behandeld, zorgorganisaties nu al aan kritisch naar zichzelf te kijken. Stichting Prisma heeft het verdrag samen met haar cliënten geratificeerd en legt zichzelf nu, samen met Hogeschool Zuyd, langs de lat van het VN-verdrag.
Begeleiding
De VGN wil het verdrag serieus oppakken. Ze gaat in gesprek met cliëntenorganisaties en de Coalitie voor Inclusie. En ze wil lidorganisaties activeren ‘om hun begeleidingspraktijk vorm te geven richting inclusie, en hen aanspreken op hun werkgeversrol’, aldus bestuurslid Henk Kouwenhoven.
