Nieuws

Compensatieregeling trekkingsrechten pgb

14 september 2015

Het kabinet treft op voorstel van staatssecretaris Van Rijn (VWS) een compensatieregeling voor houders van een persoonsgebondenbudget (pgb) en voor zorgverleners die bij de invoering van de nieuwe manier van betalen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) financieel nadeel hebben gehad. Voor de regeling wordt tussen de 15 en 20 miljoen euro uitgetrokken. Dat schrijft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer.

De invoering van het trekkingsrecht heeft zowel bij budgethouders als bij zorgverleners tot veel hinder en betalingsproblemen geleid. De staatssecretaris heeft nu de Tweede Kamer laten weten met een compensatieregeling te komen. De contouren daarvan zijn inmiddels bekend (bijlage). Er komen niet alleen mogelijkheden voor compensatie voor budgethouders, maar ook voor zorgverleners (zowel voor instellingen als voor ZZP’ers). De regeling zal uitgaan van vaste vergoedingen op basis van drempelbedragen. Voor instellingen: 100 euro per klantrelatie, met als drempel 33 euro. Het totale verwachte budgettaire beslag van deze compensatieregeling is geraamd op 15 tot 20 miljoen euro. Voordat de regeling van kracht wordt, moet er eerst nog een uitvoeringsinstantie gevonden worden en die instantie zal ook eerst nog een uitvoeringstoets moeten verrichten. Hierover spreekt de staatssecretaris nog met de Tweede Kamer.

Het gaat om de volgende kostenposten:

  • voor budgethouders: telefoonkosten, kosten van aangetekend schrijven, kosten gemoeid met het afsluiten van een lening, kosten gemaakt door de inzet van eigen middelen, boetekosten, kosten voor de inzet van een andere zorgverlener, inkomstenderving door niet of minder te hebben kunnen werken en tenslotte: andere kosten.
  • voor zorgverleners: telefoonkosten, kosten van aangetekend schrijven, kosten gemoeid met het afsluiten van een lening, kosten gemaakt door de inzet van eigen middelen, boetekosten, inhuur en werving van aanvullend personeel, omzetderving door noodzakelijke administratieve inspanningen, omzetderving door verbroken klantrelatie(s), externe ondersteuning en tenslotte: andere kosten.


Citaat uit de contourennota: Om te bepalen of een aanvrager in aanmerking komt voor de regeling, zal worden gevraagd het materiële nadeel met enige documentatie te onderbouwen. Deze bewijslast draagt eraan bij dat risico’s op misbruik en op oneigenlijk gebruik worden gemitigeerd. Hierbij dient vermeld te worden dat er altijd een spanningsveld bestaat tussen de beperking van uitvoerings- en administratieve last enerzijds, en het minimaliseren van bovengenoemde risico’s anderzijds.

En: Gezien het feit dat in de regeling gebruik wordt gemaakt van forfaitaire bedragen ter tegemoetkoming van het materieel nadeel dat is ondervonden, is het denkbaar dat er enkele gevallen bestaan waarbij het nadeel in kwestie aantoonbaar aanzienlijk hoger is. Uit het onderzoeksrapport van Rebelgroup (zie bijlage) blijkt ook dat zowel bij budgethouders als bij zorgverleners de spreiding van de opgegeven schade groot is, met forse uitschieters naar boven. Voor een beperkte groep zal de mogelijkheid worden geboden om bewijsvoering van dit geleden nadeel te overleggen, waarna het nadeel op casusniveau zal worden beoordeeld en een maatwerkoplossing wordt geboden. Deze mogelijkheid vergroot logischerwijs wel de administratieve last die met de aanvraag is gemoeid, voor zowel aanvrager als uitvoerder.

Voor VGN-leden ontstaan er wellicht mogelijkheden om eventuele schade te verhalen. Echter: de regeling is er nog niet en er moet nog heel wat uitgewerkt worden. Ook is nog niet duidelijk uit welk budget deze regeling betaald gaat worden. We hebben er reeds bij de Tweede Kamer op aangedrongen dat wat ons betreft de ‘PGB-perikelen’ niet ten koste mogen gaan van het macrokader voor zorg in natura.

Van het verdere verloop houden we u op de hoogte. U kunt nog meer informatie krijgen over de betalingen van het PGB via de site van VWS, zie deze link.

Voor eventuele vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Frits Mul, fmul@vgn.nl.

Frits Mul
Frits Mul Senior beleidsadviseur

Deze pagina is een onderdeel van: