Nieuws

In Dialoog: 'Transparantie kan openheid in de weg staan'

01 november 2017

Er is een groot verschil tussen openheid en openbaarheid in de zorg. Dat zei Pauline Meurs, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving, gisteren in haar slotbeschouwing op de In Dialoog-bijeenkomst die de VGN in Den Haag organiseerde. Het onderwerp was: dilemma’s rond openbaarheid.

‘Het is belangrijk dat er bij incidenten in de zorg meer openheid komt in de kring van betrokkenen’, zei Meurs. ‘Daar horen cliënten en familieleden ook bij. Maar openbaarheid, in de zin van organisaties verplichten gegevens openbaar te maken, kan juist leiden tot een cultuur waarin minder openheid mogelijk is.’

Calamiteiten

De bijeenkomst werd bezocht door bestuurders, ouders, onderzoekers, politici, media en de inspectie. Hun opvattingen over openbaarheid liepen vaak uiteen, maar over één concreet onderwerp bestond grote overeenstemming: de wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet moet er niet toe leiden dat de namen van medewerkers die bij calamiteiten betrokken waren, bekend moeten worden gemaakt.

Kramp

‘Zij zijn second victims’, zei vanuit de zaal Han van Esch van Philadephia, ‘als organisaties moeten wij hen maximaal ondersteunen en niet afbranden met naming and shaming.’ Ook Pieter Klein, adjunct-hoofdredacteur van RTL Nieuws en een gedreven voorstander van openbaarheid, zei dat hij niet op die namen zat te wachten: ‘Ons gaat het meer om de directeuren en bestuurders die verantwoordelijk zijn en die bij een incident vaak in een kramp schieten.’

Edwin van Houten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, straks verantwoordelijk voor de uitvoering van de wetswijziging, bleek ook geen voorstander van het openbaar maken van namen van betrokken medewerkers, maar zei dat de bewindslieden daar nog over moeten beslissen.

Klokkenluiders

Ook twee ouders die deelnamen aan een panelgesprek, maakten duidelijk dat openbaarheid niet hun doel is. Egbert Schroten van de Stichting Klokkenluiders Verstandelijk Gehandicaptenzorg vertelde dat ouders het vooral belangrijk vinden dat er naar hen wordt geluisterd. ‘Als er klachten zijn, schieten organisaties teveel in het defensief.’ De belangrijkste klacht die bij hen binnenkomt, is dat mensen geen gehoor vinden.

‘Dat schaadt het vertrouwen’, vulde Arne Ehlhardt aan, wiens vrouw momenteel op de planken staat met de voorstelling Lastige Ouders. Hij pleitte ervoor dat de organisaties de ondersteuningsvraag meer leidend maken en ook – ter voorkoming van incidenten – beter luisteren naar signalen vanaf de werkvloer.

Onttovering

Ook VGN-voorzitter Femke Halsema richtte in haar openingswoord de blik op de mensen die daar werken en die vaak een intieme band hebben met de mensen die ze begeleiden. ‘Wat zij doen, drijft op een goede intuïtie, die je niet in cijfers uit kunt drukken’, zei zij. ‘Vergaande transparantie leidt tot onttovering van de zorg. Dat kan de liefdevolle zorg die cliënten nodig hebben juist in de weg staan.’

De meest uitgesproken tegenstander van transparantie was hersenonderzoeker Viktor Lamme, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Het idee dat transparantie mensen helpt bij het maken van rationele keuzes, verwees hij naar het rijk der fabelen. Het brein is een emotionele weegschaal, betoogde hij. En feitelijke informatie is vaak schadelijk voor het vertrouwen: ‘In sectoren waar transparantie toeslaat, gaat het vertrouwen achteruit. Transparantie is het slechtste idee van de afgelopen twintig jaar.’

Nuance

‘Misschien ben ik dan ouderwets’, reageerde journalist Pieter Klein. Openbaarheid draagt volgens hem bij aan het lerend vermogen van een organisatie, al is publiciteit niet altijd fijn. Ook bij hemzelf gaan ‘alarmbellen rinkelen’ als een journalist hem belt. ‘Maar neem het voor je kap, leg het uit. Ook als het verhaal in jouw ogen onjuist is, uiteindelijk komt er een nuance.’

Over positieve ervaringen met journalisten sprak politica Mei Li Vos. ‘Je kunt afspraken maken over de feiten die zij wel of niet naar buiten brengen. Van verdachten brengen zij bijvoorbeeld niet de naam naar buiten. De organisatie voor zelfmoordpreventie 113Online heeft tien afspraken met journalisten gemaakt, bijvoorbeeld dat zij de gekozen manier niet vermelden, om navolging te voorkomen.’ Een negatievere ervaring kwam van Marian Draaisma, marketing director van Pluryn. Zij vertelde hoe de berichtgeving over een zelfmoord van een 15-jarige jongen ertoe leidde dat medewerkers van ‘moord’ werden beschuldigd. Tegenwoordig bieden zij in zulke gevallen weerwoord.

Doel

Hans Helgers, bestuurder van De Opbouw, betoogde dat je altijd moet kijken naar het doel van transparantie. En die doelen moet je niet combineren. ‘Gegevens die je verzamelt om intern van te leren, moeten niet gebruikt worden voor externe verantwoording’, zei hij. En: ‘Wie transparantie zaait, zal formulieren oogsten.’

In haar slotwoord was Pauline Meurs het met hem eens. Had Femke Halsema transparantie al een ‘hoerawoord’ genoemd, zij noemde het een ‘zondagsconcept’, dat deel uitmaakt van een hele ‘familie van begrippen’, waarvan op dit moment ‘monitoren’ in opkomst is. ‘De indicatoren die worden gebruikt om transparant te zijn, leiden tot een ondoelmatige administratielast en ondermijnen het vertrouwen en de motivatie. Omdat dit soort begrippen een morele lading hebben, is het moeilijk om er een debat over te voeren, maar ik pleit voor het deconstrueren van de hele familie. Wees precies, als je praat over transparantie.’

Kwaliteitskader

Ze maakte de gehandicaptensector een compliment voor de vasthoudendheid waarmee gewerkt is aan het nieuwe Kwaliteitskader. ‘Kwaliteit is niet te vatten in een getal. Belangrijker is het om naar elkaar te luisteren. U bent een voorbeeld voor andere sectoren.’

Tot slot van de bijeenkomst, die werd geleid door Maartje van Boekel, bood klokkenluider Ko Orlebeke de VGN een Handreiking klachtafhandeling zorginstelling aan – die binnenkort openbaar zal worden.

foto's Jeannette Schols

Johan de Koning
Wil je meer weten?
Neem contact op met Johan de Koning