Nieuws

IASSIDD 2016 (Slot): Nederland koploper leefstijlonderzoek

22 augustus 2016

Onderzoek naar leefstijl wordt nog onvoldoende ‘vertaald’ naar de praktijk. Maar er wordt aan gewerkt, zeker in Nederland.

Tijdens vier dagen vol interessante lezingen over leefstijl blijft de vraag die ons bezighoudt: hoe vertaal je deze wetenschap naar de praktijk en andersom?

Dagelijkse beweging

Een voorbeeld: als je door een praktijkbril kijkt, dan is bewegen in het dagelijks leven heel belangrijk. Gewone activiteiten als het wegbrengen van je koffiekopje of het ophangen van je jas, zijn laagdrempelig en zorgen voor structurele, dagelijkse beweging. Maar als je door een onderzoeksbril kijkt, dan is de invloed van juist iets ‘normaals’ als bewegen in het dagelijks leven erg lastig te onderzoeken. Het is eenvoudiger te kijken naar de invloed van iets specifieks, zoals sportactiviteiten.

Fitheid

Andersom zijn er belangrijke wetenschappelijke inzichten die niet zomaar toe te passen zijn binnen een organisatie. Zo is bekend dat je de fitheid van mensen met een beperking kan verbeteren met intensieve trainingsprogramma’s. Maar in de praktijk loop je dan tegen verschillende barrières aan: de volle agenda, vervoer naar de sportclub, de juiste begeleiding.

Uitdaging

Als we terugkijken op vier dagen IASSIDD, dan constateren we:
- Veel onderzoek binnen het thema leefstijl gebeurt in Nederland! Onderzoekers van Radboud UMC, Rijksuniversiteit Groningen en Erasmus MC vertelden over leefstijlprogramma’s, gezondheidsbevordering en (het meten van) fitheid bij verschillende doelgroepen.
- Er is steeds meer aandacht voor de invloed van begeleiders op de leefstijl van cliënten.
- Hoewel enkele onderzoeken de praktijk intensief betrekken, blijft het een uitdaging de praktische vertaling te maken.

Praktijkervaring

Wij denken dat het belangrijk is dat onderzoekers mensen met veel praktijkervaring betrekken. En elke onderzoeker zou na (of beter: tijdens) het onderzoek de vertaling van inzichten en resultaten moeten maken voor de cliënten, begeleiders en verwanten. Tegelijkertijd kunnen  zorginstellingen zelf ook een actieve rol kiezen, door betrokken raken bij wetenschappelijk onderzoek op thema’s die zij zelf prioriteit geven.

Consortia

Ons eerlijke antwoord op de vraag of we vinden dat wetenschap al voldoende vertaald wordt naar de praktijk is ‘nee’. Maar hier wordt volop aan gewerkt, door onder andere de consortia die er in Nederland zijn.

Marieke Wouters (rechts op de foto) is projectleider Leefstijl bij Reinaerde promoveert op de fysieke fitheid van kinderen met een verstandelijke beperking. Mariëlle Tromp (links) adviseert als bewegingswetenschapper vanuit haar bedrijf Vitale Zorgverlener zorginstellingen over een gezonde leefstijl voor cliënten. 

Deze pagina is een onderdeel van: