Nieuws

Kennismarkt: Kijk vanuit de kracht van de persoon

19 november 2013

‘Kijk vanuit de kracht van de persoon’. Dat is de boodschap die ervarings­deskundige Ellis Jongerius van de LFB meegaf aan de bezoekers van de Kennismarkt. Deze bijeenkomst van het Kennisplein Gehandicaptensector op 18 november had met titel ‘Participatie als uitdaging’ de decentralisaties in de zorg als thema. De decentralisaties vragen andere competenties van professionals. Daarom was dit keer ook het onderwijs vertegenwoordigd: gehandicaptensector en onderwijs ging samen aan de slag.

Het plenair gedeelte begon met de film 'Ell=' die laat zien hoe Ellis, die een verstandelijke beperking heeft, gegroeid is tot de persoon die ze nu is: iemand die vol in het leven staat en als ervaringsdeskundige trainingen geeft. Waardoor is zij in haar kracht gezet? Ellis vertelt dat onder meer haar coach Ineke bij de LFB belangrijk was: zij heeft Ellis’ talenten gezien en haar mogelijkheden laten ontdekken en van haar heeft ze de kans gekregen.

Ellis vindt dat dat principe voor elk mens (met een beperking) kan gelden: ‘Kijk vanuit de kracht van de persoon. Ieder mens heeft krachten. Kijk eerst naar de persoon, daarna pas naar het medische dossier met mankementen. Want iedereen heeft ook krachten die kunnen maken dat dingen wèl mogelijk zijn.’

Gemeentelijk participatiebeleid
‘In een paar zinnen heeft Ellis het hele gemeentelijk participatiebeleid uitgelegd,’ vond Eric Dannenberg, wethouder Zwolle, voorzitter van de commissie Gezondheid en Welzijn en Jeugd en bestuurslid van de VNG. Dannenberg heeft veel ervaring in de maatschappelijke zorg. Hij ziet dat die erg gedifferentieerd is: elke organisatie gespecialiseerd op één problematiek. Hulpverleners en hulpvragers zien door de bomen het bos niet meer. Hulpverleners zijn - door de wetgeving - beperkt in hun handelen. Als ze bij een gezin komen, zien ze meerdere problemen, maar mogen alleen iets doen aan dat ene probleem. Per probleem komt er dan een hulpverlener. ‘Hier moeten we moeten we in Nederland mee ophouden,’ stelt Dannenberg. ‘Wat gezinnen vragen, is samenhangende hulpverlening die over al hun gezinsaspecten heen kijkt. Een generalistische hulpverlener, die aanspreekpunt is en verantwoordelijk voor de totale hulpverlening in een huishouden en vanuit zijn sociale wijkteam specialisten inschakelt als dat nodig is. Iemand die ze aanspreekt op wat ze wel kunnen en ze helpt weer de regie over het eigen leven te krijgen.’

Oproepen
Annamiek van Daalen, bestuurder van Frion, deed verschillende oproepen. De eerste oproep was aan de gemeenten: geef ons tijd. Want het kost tijd: sociale wijkteams inrichten, waar generalisten werken om burgers te ondersteunen. Hulpverleners moeten zoeken naar een methodiek, een andere manier van begeleiden ‘met je handen op de rug’ leren, andere problematiek herkennen en de sociale kaart goed leren kennen om te weten waar je andere expertises kunt vinden. Van Daalen schetste ook dat de zwaardere zorg die in de kern-AWBZ blijft ook zwaarder wordt: ernstig meervoudige beperkingen, bijkomende gedragsproblematiek en ouder wordende cliënten. Haar oproep aan het onderwijs was: blijf dus voor beide soorten hulpverleners opleiden. We hebben generalisten-plus nodig voor de gemeenten èn mensen die van specifieke groepen veel weten. Aan de studenten gaf ze mee: doe ervaring op in een sector, want pas in de praktijk leer je hoe een doelgroep in elkaar zit.

Jean-Pierre Wilken, lector Participatie, Zorg en Ondersteuning aan de faculteit Maatschappij en Recht van de Hogeschool Utrecht, vertelde wat er van de nieuwe professional gevraagd wordt. ‘Landelijk is er al lang een beweging die anticipeert op inclusie en participatie en met support te werken. Competentieprofielen hebben een generalistische insteek met specialisaties binnen de opleiding. Het gaat om het ontwikkelen van nieuwe professionaliteit. Ondersteuning bij participatie vraagt om een omslag van het oude zorgparadigma naar het ondersteuningsparadigma. Hulpverleners moeten leren denken vanuit de participerende burger, niet vanuit de cliënt. Verder moeten ze ook gebruik leren maken van de mogelijkheden in de samenleving en hoe netwerken in te zetten. Professionals worden tot generalist opgeleid en mogen straks al hun competenties ook daadwerkelijk gaan inzetten. Maar je moet ook specialistische kennis kunnen inzetten. Opleidingen moeten daarop gestoeld zijn.'

Elkaar nodig
Gemeente, zorgverlener en onderwijs bleken elkaar dus goed te weten vinden. Wilken: ‘We moeten samen zoeken naar een nieuwe vorm. We zitten in een spannend gezamenlijk avontuur waarin je elkaar nodig hebt.’ Dannenberg was goed gemutst: ‘We moeten gewoon samen springen.’ Van Daalen: In de gehandicaptenzorg gaan we al uit van de eigen kracht van de cliënt, de regie over eigen leven. Het maakt niet uit wat er gebeurt, we gaan allemaal dezelfde kant op.’

Ontmoeting
De geanimeerde Kennismarkt, dat met 350 bezoekers volledig uitverkocht was, stond verder in het teken van de ontmoeting tussen de gehandicaptensector en het onderwijs. In vergadercentrum Domstad te Utrecht stonden ruim veertig lezingen en workshops vanuit de zorg en het onderwijs op het middagprogramma. Studenten van de Hogeschool Utrecht lieten bezoekers hun eigen kracht ervaren. Daarnaast waren er tal van posterpresentaties en stands op de drukbezochte informatiemarkt.

Presentaties
Presentaties van workshops en lezingen van het middagprogramma zijn hier te vinden.

Andere publicaties over de Kennismarkt
-
Kennisplein Gehandicaptensector
- Sozio
- Integrale Vroeghulp