Nieuws

Sectorale routekaart verduurzaming langdurige zorg geactualiseerd

28 januari 2020

In mei 2019 informeerden we u over de ‘sectorale routekaarten’ die de zorgbranches door TNO hebben laten maken. In dat bericht kwam ook de visie van het bestuur van de VGN aan de orde. Inmiddels is de routekaart in januari 2020 geactualiseerd: er worden nieuwe scenario’s beschreven om te kijken hoever we komen met het realiseren van de doelstelling van de overheid (49% reductie CO2 per 2030 en 95% per 2050).

In de versie van mei 2019 heeft TNO zes scenario’s beschreven. In de kern betrof het berekeningen op basis van aannames (zoals renoveren om de 20 jaar of om de 30 jaar, dalend gasgebruik, een toenemend aantal warmtepompen e.d.) toegepast op gebouwkenmerken.

Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) zijn de routekaarten van de sectoren die maatschappelijk vastgoed beheren (zoals de zorg, de scholen, musea, rijksgebouwen etc.) allemaal in eenzelfde format gegoten om vergelijkingen en berekeningen te vereenvoudigen. Voor alle sectoren worden nu vergelijkbare scenario’s beschreven. Om te onderzoeken wat het effect is van maatregelen om de CO2-emissie te reduceren zijn vier doelscenario’s opgesteld en doorgerekend. Hierbij is ervan uitgegaan dat ingrijpende maatregelen zoals het verbeteren van de energetische kwaliteit van gevels en daken en grote installatietechnische aanpassingen op natuurlijke momenten plaatsvinden. De besparingen worden uitgedrukt in CO-2 reductie ten opzichte van 2016. Cijfers op landelijk niveau ontbreken om een vergelijking te kunnen maken met de reductie ten opzichte van het basisjaar 1990 uit het Klimaatakkoord.

Door het ministerie van BZK zijn de volgende vier doelscenario’s per 2030 gedefinieerd:

  • geen extra investeringen, voldoen aan wettelijk kader;
  • eventuele additionele investeringen die leiden tot een reductie van de directe CO2-emissies (het gasgebruik) van 25-35% en een reductie van het elektriciteitsgebruik met 25-35% in 2030, beide t.o.v. 2018;
  • eventuele additionele investeringen die leiden tot een reductie van de directe CO2-emissies (het gasgebruik) van 45-55% en een reductie van het elektriciteitsgebruik met 45-55% in 2030, beide t.o.v. 2018;
  • eventuele additionele investeringen die leiden tot een reductie van de directe CO2-emissies (het gasgebruik) van 70-90% en een reductie van het elektriciteitsgebruik met 70-90% in 2030, beide t.o.v. 2018.

De opdracht voor zorginstellingen is hiermee niet gewijzigd: we gaan door zoals we in onze recente ledenbijeenkomsten hebben besproken.

Voor geïnteresseerden voegen we de nieuwe versie van januari als bijlage toe.

Downloads

Downloads

Frits Mul
Frits Mul Senior beleidsadviseur

Deze pagina is een onderdeel van: