Stand van zaken Wlz-kostenonderzoek 2026
Het Wlz-kostenonderzoek van de NZa heeft vanwege een mismatch tussen het kostenmodel en de aangeleverde data niet tot een integrale herijking van Wlz-beleidsregelwaarden GHZ per 2025 geleid. De NZa werkt nu toe naar herijking van Wlz-prestaties per 2026. Dat doet de NZa in meerdere stappen. In dit bericht leest u daar meer over.
De NZa voorziet in elk geval de volgende stappen dit najaar:
- Dataverbetering
De NZa gebruikt voor het Wlz-kostenonderzoek de vorig jaar aangeleverde data over 2022. Er komt geen volledig nieuwe uitvraag naar data over 2023. Wel kan de NZa de komende tijd contact opnemen met aanbieders om vragen over die eerder aangeleverde gegevens te beantwoorden en -als dat aan de orde is- die data aan te passen.
- Kostenmodel bouwen
De NZa heeft een basismodel ontwikkelt om kosten toe te rekenen aan de verschillende prestaties. Daarbij ziet de NZa op zes onderdelen noodzaak tot verfijning. De komende weken bespreekt de NZa met zorgaanbieders en -branches op welke wijze die verfijning mogelijk is.
- Eventuele extra uitvraag op thema’s
Afhankelijk van de wijze waarop verfijning van het basismodel mogelijk is, is aanvullende informatie nodig. Daarom houdt de NZa rekening met een eventuele extra uitvraag onder aanbieders. Dat is in de tijd vooralsnog voorzien tussen 28 oktober en 8 november. Of hier gebruik van moet worden gemaakt en wat de inhoud van die uitvraag is, is op dit moment nog niet bekend.
Grove planning
Bovengenoemde stappen zullen plaatsvinden in het najaar van 2024. Begin 2025 verwachten we met de NZa te kunnen spreken over de uitkomsten van het kostenmodel in zogenoemde duidingssessies. De NZa wil voor 1 juli 2025 nieuwe beleidsregelwaarden voor 2026 vaststellen.
Groot belang integrale herijking 2026
De VGN hecht er veel belang aan dat de integrale herijking per 2026 plaatsvindt. Ook de prioritaire prestaties ZG, SGLVG en VG7 zijn weer onderdeel van dit kostenonderzoek. De VGN kan zich vinden in het besluit van de NZa geen volledig nieuwe uitvraag over 2023 uit te zetten. Wel betekent dit besluit dat voor vier in plaats van drie tussenliggende jaren bekeken moet worden of er bijzondere ontwikkelingen zijn die meegenomen moeten worden bij de vertaling van kostprijzen 2022 naar maximumtarieven 2026.