Zelfs staatssecretaris wil af van bezuinigingen gehandicaptenzorg
De Tweede Kamer wil meer tempo, ambitie en 'boter bij de vis' voor de werkagenda bij het VN-verdrag Handicap. Staatssecretaris Pouw benadrukt haar 'demissionair-demissionaire' positie en legt de bal terug bij de Kamer. Over de bezuiniging van 140 miljoen euro op de gehandicaptenzorg die voor 2026 controversieel is verklaard, maar die vanaf 2027 nog wél in de begroting staat, zegt de staatssecretaris dat een volgend kabinet aan zet is om die te schrappen. Maar als de kabinetsformatie heel lang duurt, zal zij zelf ook een nieuwe poging doen om in het kabinet dekking te vinden voor het schrappen van deze bezuiniging.

Staatssecretaris sluit zich aan bij brede kritiek op achterhaalde bezuinigingen
Meerdere Tweede Kamerleden hekelen tijdens het Kamerdebat over het VN-verdrag Handicap de structurele bezuinigingen op de gehandicaptenzorg. Voor 2026 zijn deze bezuinigingen controversieel verklaard en dus van tafel, maar vanaf 2027 staan ze nog wel gewoon in de VWS-begroting. Staatssecretaris Pouw-Verweij is het 'nadrukkelijk eens' met deze Kamerleden dat het zeer wenselijk is dat twee bezuinigingen van samen 140 miljoen euro op de gehandicaptenzorg vanaf 2027 structureel teruggedraaid worden. Ze heeft daar zelf echter geen dekking voor kunnen regelen in het kabinet, dus is een volgend kabinet aan zet. 'De simpele waarheid is dat er op dit moment dus geen geld is om dit vanaf 2027 structureel te regelen; dat is er niet. In de eerste plaats kijk ik dan dus naar het volgende kabinet, in de hoop dat er snel een stabiel kabinet zit dat dit voortvarend op kan pakken. Als dat niet het geval zou zijn en ik tegen die tijd nog steeds dit ambt heb, dan zal ik dat doen', aldus de staatssecretaris. Er werd een motie ingediend die benadrukt dat de onderbouwingen voor beide bezuinigingen inmiddels achterhaald zijn en die de regering verzoekt om deze bezuinigingen ook na 2026 niet door te voeren. De Tweede Kamer stemt op 16 september over alle moties die bij het Kamerdebat over het VN-verdrag Handicap werden ingediend.
Werkagenda VN-verdrag: meer tempo en ambitie
De Tweede Kamer is blij dat er nu een werkagenda ligt, maar er is ook veel frustratie over het gebrek aan voortgang. De aanpak van problemen kost veel tijd of wordt vooruitgeschoven, omdat er eerst onderzoek gedaan moet worden. Ook zijn er zorgen over het gebrek aan financiële middelen om alle plannen uit te voeren. Veel Kamerleden benadrukken dat dagelijkse acute knelpunten voor mensen met een beperking niet snel genoeg opgelost worden met onderzoeken en beleidsvoornemens alleen. De uitvoering van eerder aangenomen moties 'blijft vaak steken in voornemens en sprintsessies'. De Tweede Kamer nam eerder een motie aan met de oproep om álle aanbevelingen van het VN-comité over te nemen in de werkagenda. Kamerleden zien daar te weinig van terug. Ze halen een inventarisatie door Ieder(in) aan waaruit blijkt dat 64 van de 107 aanbevelingen niet terugkomen in de werkagenda. Een zeldzaam eensgezinde Tweede Kamer wil dat er nu echt vaart komt in de uitvoering, maar constateert tegelijkertijd dat die eensgezindheid er tijdens vorige debatten over het VN-verdrag Handicap ook was, maar nog niet tot grote doorbraken leidt. De Kamer vraagt zich af of de 'coördinerende rol' van de staatssecretaris VWS voldoende is om te zorgen dat andere bewindspersonen zich ook houden aan het VN-verdrag Handicap. Zij zien op andere beleidsterreinen maatregelen die het beleid van de staatssecretaris ondermijnen. Pouw-Verweij geeft toe dat zij niet veel meer kan doen dan in gesprek gaan met andere ministers en staatssecretarissen. Doorzettingsmacht is er niet.
Toegankelijkheid & postcodezorg
Er was in het debat veel aandacht voor hele concrete knelpunten rond toegankelijkheid. Leden van de Belangenvereniging van Kleine mensen verzamelden afgelopen zomer goede voorbeelden in het buitenland en dat maakte veel indruk op de Kamerleden. Zo werd er gepleit voor toegankelijkheidsregels voor supermarkten en winkels, voor soepelere regelgeving voor pedaalverhogers in auto's en bereikbare PIN-automaten. Het VN-comité heeft Nederland daarnaast aangesproken op de grote verschillen tussen gemeenten en roept de regering op om landelijke basisnormen in te voeren. Ook Ieder(in) en de VGN hekelen de huidige 'postcodeloterij' in de zorg al langere tijd: de verschillen tussen gemeenten in zorg, ondersteuning en eigen bijdragen zijn niet uit te leggen. Specifiek ging de Kamer in op de grote verschillen tussen gemeenten bij het verstrekken van gehandicaptenparkeerkaarten: zowel in de spelregels als in de kosten. Opmerkelijk genoeg gaf staatssecretaris Pouw-Verweij van VWS aan daar weinig aan te kunnen doen: in een gedecentraliseerd stelsel zijn gemeenteraden aan zet om bij te sturen en ziet zij, ondanks de aanbeveling van het VN-comité en een aangenomen motie, weinig ruimte om hier in te grijpen. Maar staatssecretaris Nobel van SZW kondigde iets later in het debat doodleuk aan dat hij voornemens is om in te grijpen om iets te doen aan de grote verschillen tussen gemeenten in financiële ondersteuning bij het lokale sociale zekerheidsbeleid: sommige gemeenten bieden volgens hem zoveel steun, dat het voor mensen niet loont om aan het werk te gaan. Het kabinet lijkt de gemeentelijke beleidsvrijheid dus vooral als gelegenheidsargument in te zetten.
Meerzorgregeling onder druk
Ouders die 24 uur per dag thuis intensieve zorg verlenen aan hun (volwassen) kind met een (zeer ernstige) verstandelijke beperking en meervoudige beperkingen, worden steeds vaker geconfronteerd met een onverwachte afwijzing van hun beroep op de 'Meerzorgregeling'. De afgelopen tijd trokken zij hierover indringend aan de bel. De Tweede Kamer maakt zich grote zorgen en roept de staatssecretaris op om actie te ondernemen. Zij gaat in gesprek met de zorgkantoren en vraagt om continuering van de huidige zorg in afwachting van nieuw beleid dat in 2027 in moet gaan. De staatssecretaris benadrukt dat zij de zorgkantoren niet op kan leggen wat zij moeten doen, maar wel indringend met hen zal spreken.