Achtergrond

Afnemende schaamte, toenemende liefde

18 september 2012

Je pasgeboren kind blijkt beperkingen te hebben. Veel persoonlijke verhalen en onderzoeksresultaten hebben inmiddels laten zien hoe confronterend dit kan zijn en tot welk proces van wanhoop en verdriet, maar ook van geleidelijke acceptatie en verbinding het kan leiden. Toch naar buiten, de nieuwste film van Ange Wieberdink, voegt aan deze bronnen een nieuwe toe. Haar film gaat over een echtpaar waarvan de vrouw in haar werk ouders van kinderen met beperkingen begeleidt. Dan overkomt het haar zelf. Haar zoontje wordt geboren met het syndroom van Down.

Het jonge gezin is gefilmd vanaf drie maanden na de geboorte, totdat het kind één jaar is. Deze periode is goed gekozen, bij de ouders zijn de emoties volop aanwezig, maar zij kunnen er ook naar kijken. De opzet van de film sluit hierbij aan, registraties in het leven van nu worden vloeiend afgewisseld met reflecties op verleden en toekomst. We zien de hoofdpersonen in hun eigen woning, bij de buren, op het consultatiebureau, in het ziekenhuis en op een familiebruiloft. Eén ding is duidelijk, de klap bij de geboorte was groot en geruime tijd voelden de ouders louter verdoving. Het was een nachtmerrie. Want alles was zo onder controle, er was besloten voor geen echo omdat de kans op een miskraam groter was dan de kans op downsyndroom. We zien ook veel eenzaamheid. Vanwege de omgeving, die niet weet wat downsyndroom is. Maar ook omdat de moeder niet naar het consultatiebureau wil. Zij vindt het lastig om andere kinderen te zien (‘Waarom ik, wat heb ik gedaan dat ik op zo’n manier wordt gestraft?’) en ziet in de blik van andere moeders afkeer en afwijzing. Naast de hulpverleners - altijd betrokken, soms invullend (‘Ik weet hoe het voor je is’) – zijn de buren in die tijd het enige echte contact met de buitenwereld. In wezen draait alles om liefde. De vader is daar eerlijk over: ‘Als je een neefje of nichtje in je armen had, dan had je een stukje liefde.’ Bij zijn zoontje voelt hij afstand, ‘koude lucht’, hij is ‘niet echt trots’.