Achtergrond

‘Hoe praat je erover?’

31 juli 2019

Hoe bespreek je de uitkomst van een psychodiagnostisch onderzoek met iemand met een verstandelijke beperking. Daphne van der Velden van Abrona houdt het kort en eenvoudig en probeert echt contact te leggen. ‘Hoe hoog iemands IQ is, is dan niet zo belangrijk meer.’

wlzvoormensenpsychishestoornis

Er wordt over veel onderwerpen binnen de gehandicaptensector gediscussieerd, maar het vraagstuk hoe je de uitkomsten van een psychodiagnostisch onderzoek bespreekt met iemand met een verstandelijke beperking en zijn of haar netwerk, blinkt daar niet in uit. Recent zette een gedragsdeskundige die werkzaam is binnen de gehandicaptensector de vraag uit op LinkedIn. Wie heeft hier een begrijpelijk format voor? Ze kreeg veel bijval van andere gedragsdeskundigen, diagnostici en orthopedagogen die worstelen met de vraag hoe je een adviesgesprek voert op een manier die recht doet aan de cliënt. De belangstelling voor een eenvoudig format blijkt groot.

Overvraging

Een oplossing hiervoor komt van Daphne van der Velden, GZ-psycholoog bij Abrona, de organisatie die volwassenen met een verstandelijke beperking ondersteunt in en nabij de provincie Utrecht. Daphne ontwikkelde een methode die goed aansluit bij mensen met een verstandelijke beperking.

Dat deed ze op basis van alle adviesgesprekken die ze in de afgelopen dertien jaar vrijwel dagelijks heeft gevoerd met cliënten. In eerste instantie, en zoals gebruikelijk in de sector, aan de hand van psychodiagnostische rapporten van al gauw acht pagina's dik.
‘Ik merkte dat dit een enorme overvraging is voor cliënten; het is te veel informatie, te moeilijk en te confronterend. Het gevolg is dat de cliënt afhaakt tijdens een gesprek. Soms zit hij of zij na tien minuten al naar buiten te staren. Hoe goed we ook proberen om rapporten zo simpel mogelijk te houden, het is gewoon niet leesbaar voor de cliënt. Terwijl de cliënt nou juist degene is die zou moeten begrijpen wat er over hem of haar geschreven staat - en daar bovenal ook gewoon recht op heeft.’

Handelingsverlegen

Een ander veel voorkomend punt tijdens adviesgesprekken is dat de feedback van de familie de overhand neemt. Zij hebben een week voor het adviesgesprek plaatsvindt het conceptverslag ontvangen en gaan gedurende het gesprek vaak zo erg op de details in dat je niet meer tot de kern van de boodschap komt.

Het gevolg: een gesprek van al snel een uur waarbij de cliënt allang is afgehaakt en er vooral over de cliënt en zijn problemen gepraat wordt en niet met de cliënt en wat er goed gaat in zijn leven. ‘En omdat iedereen zich realiseert dat het praten over iemand toch ook wel erg ongemakkelijk is, maar niemand weet hoe het dan wel moet, zit iedereen er een beetje handelingsverlegen bij. Kortom het gebeurt nogal eens dat een cliënt de resultaten van zijn eigen onderzoeken niet begrijpt en je tijdens het gesprek én de cliënt én de kern verliest.’

Tevreden

Op basis van die bevindingen pionierde Daphne de afgelopen zeven jaren met manieren waarop je de uitkomsten van het psychodiagnostisch onderzoek dan wel duidelijk zou kunnen overbrengen. Het resulteerde in een methode die de lengte van het adviesgesprek drastisch inkort tot ongeveer een kwartier, de cliënt gedurende het hele gesprek centraal zet, en die er vaak ook nog eens voor zorgt dat de cliënt met een tevreden gevoel de deur uitgaat omdat je niet alleen focust op datgene wat er niet goed gaat, maar ook op datgene wat er wel goed gaat. Hoewel Abrona de methode toepast om de uitkomsten van complexe psychodiagnostiek (inclusief intelligentieonderzoek, persoonlijkheidsonderzoek en het sociaal emotioneel functioneren) te bespreken met cliënten, benadrukt Daphne dat haar methode voor elk gewenst adviesgesprek gehanteerd kan worden. ‘Als je je echt in de cliënt hebt verdiept en je weet echt wie er tegenover je zit, dan kan je deze methode toepassen.’

Sterk, moeilijk, nodig

Het werkt zo: je vat de uitkomsten van het onderzoek samen door twee sterke kanten van de cliënt te benoemen (denk aan: behulpzaam, eigen wil, sportief, best doen) en twee punten waar hij of zij het moeilijk mee heeft (denk aan: begrijpen, gevoel, trauma, angst) en twee dingen die de cliënt nodig heeft om te dealen met dat wat hij moeilijk vindt (denk aan: ondersteuning, medicatie, therapie, minder eisen stellen). Hoe minder tekst je hiervoor nodig hebt, hoe beter het is. ‘Uiteindelijk zijn dit de drie dingen die je als cliënt wilt weten: wat kan ik, wat vind ik moeilijk en wat helpt mij?’ Dat je bij elk onderdeel twee persoonlijke voorbeelden noemt is geen absolute stelregel. ‘Het is wel zo dat hoe meer voorbeelden je bedenkt, hoe moeilijker het voor de cliënt wordt. Bovendien zorgt dit aantal voor balans. Het is evenredig. Je noemt niet meer negatieve dan positieve punten.’

Velletjes

Het lijkt simpel, maar het is cruciaal hoe je deze conclusies vervolgens met de cliënt bespreekt. De methode van Daphne is om de conclusies tijdens het adviesgesprek op te hangen, bedekt met voorbladen. Zo hangen er dan drie A4'tjes naast elkaar op de muur. Op de eerste staat 'sterke kanten', op de tweede 'moeilijk' en op de derde 'nodig'.

Het gesprek begint met het doornemen van de sterke kanten van de cliënt, want de persoon staat centraal en niet zijn of haar problemen. Als je het velletje met de woorden 'sterke kanten' omhoog klapt, staan daar de twee sterke eigenschappen van de cliënt benoemd, ondersteund met afbeeldingen. Dat bespreek je met de cliënt. Herkent hij of zij zich in deze sterke eigenschappen?

Daarna klap je de sterke kanten dicht en ga je over op de moeilijke kanten. Ook hier staan achter het voorblad de twee eigenschappen beschreven ondersteund met afbeeldingen. Daarna klap je ook dit velletje weer naar beneden en behandel je op eenzelfde manier het onderwerp 'nodig'.

Structuur en focus

Dat het gebruik van afbeeldingen nog wel eens op weerstand van cliënten stuit omdat het te kinderachtig zou zijn, ondervangt Daphne door aan het begin van het gesprek te vertellen dat deze aanpak vooral voor haarzelf handig is. ‘Ik geef aan dat deze methode mij helpt om te onthouden wat ik wil zeggen. En dat is ook echt zo. De achterliggende gedachte is dat je op deze manier het gesprek heel gestructureerd en heel gefocust kan voeren.’

De structuur behoud je door 'slechts' drie onderwerpen te bespreken. Als de familie van de cliënt behoefte heeft aan aanvullingen of verduidelijking, dan kan dat op een ander moment. ‘Tijdens het adviesgesprek gaat het erom dat de cliënt snapt wat er uit het onderzoek is gekomen en dat hij of zij er iets mee kan.’ De focus vind je door het elke keer over een specifiek onderdeel te hebben en de andere twee onderdelen bedekt te laten.

Om de afbeeldingen goed te laten aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt en daarmee het 'kinderachtige karakter' weg te nemen is het belangrijk om niet zomaar willekeurige afbeeldingen van internet te plukken. Het is de kunst om in woord en beeld aan te sluiten bij de taal van de cliënt die tegenover je zit. ‘Als iemand je heeft verteld over zijn favoriete auto, dan zoek je daar een afbeelding van op. Houdt iemand van Japanse mangatekeningen dan zoek je afbeeldingen in dat genre. Is iemand heel sportief dan ga je op zoek naar afbeeldingen die met sport te maken hebben.’

Praktische vertaalslag

Zo vat je het psychodiagnostisch onderzoek heel kort samen in de taal en de beleving van de cliënt. ‘Je moet de cliënt zien te raken. Dan voelt hij of zij zich begrepen, gehoord en gezien. Het zorgt ervoor dat je echt contact hebt en dan is het ook makkelijker om een moeilijke of confronterende boodschap te brengen en te ontvangen. Het is niet gemakkelijk om elkaar te begrijpen. Leg maar eens uit wat autisme is. Maar laat je een afbeelding zien waarop tien gele eendjes naar links zwemmen en een rood eendje naar rechts, dan kan iedereen bedenken dat dat rode eendje net even anders denkt dan de rest.’ Hoe hoog iemands IQ is, is dan niet zo belangrijk meer om mee te delen. ‘Natuurlijk, als de cliënt het wil weten, mag hij het weten, maar het gaat ons niet zo zeer om het cijfer, maar meer om het brede beeld van de cliënt.’

Voorbeeldfunctie

Tegelijkertijd kan deze methode ook een hulpmiddel zijn voor familie en begeleiding. ‘Onderschat niet dat een psychodiagnostisch rapport ook voor hen vaak lastig te lezen is’, aldus Daphne. ‘Hoe moeilijk het gedrag van een cliënt soms ook is, er is altijd wel iets dat hij goed kan. Deze kernachtige conclusies kunnen als hulpmiddel dienen om te motiveren en de sterke kanten van de cliënt expliciet naar de voorgrond te halen. Het kan een begeleider helpen om aanknopingspunten voor ondersteuning te vinden. En richting de familie is het een mooie methode om te laten zien in welke taal de cliënt te bereiken is en waar zijn of haar grenzen liggen.’

Trots

Het gebeurt regelmatig dat cliënten de afbeeldingen na het gesprek willen houden. ‘Dan zijn ze trots en willen dit aan hun begeleiders laten zien, bijvoorbeeld in een zorgplanbespreking. Dat is zo leuk, daar doe ik het voor. Er zijn cliënten met wie ik twee jaar geleden het adviesgesprek heb gevoerd en die de afbeeldingen nog steeds in bezit hebben. Ik geloof echt dat we cliënten hiermee helpen. Het adviesgesprek wordt leuker, gemakkelijker, kernachtiger, korter, waardevoller en als belangrijkste: het sluit ook nog eens aan bij de taal en de belevingswereld van de cliënt.’

Mail voor meer informatie: daphne.vandervelden@abrona.nl

Deze pagina is een onderdeel van: