Achtergrond

‘Langzaam kantelen wij het systeem’

05 februari 2020

Bij Doenersdreef Zorg in Almere trekken ze geen hulpverlenersjas aan, want daar prikken jongeren met een LVB meteen doorheen. Ze zijn met hun klusbedrijf overal in de wijk aanwezig. Martcello Vogel over zijn werkmeester: ‘Ik ben die man dankbaar.’

Martcello Vogel: ‘Zolang ik geld verdien ben ik tevreden.’

Het voormalige hoofdkantoor van Doenersdreef Zorg wordt van binnen gesloopt. De klussers ­– jongeren en hun begeleiders van Doenersdreef – sjouwen brokstukken van de oude wandconstructie naar beneden. Onder hen Martcello Vogel (21), hij draagt geen werkkleding zoals de anderen, maar een spiksplinternieuw mosgroen trainingspak, smetteloos schone sneakers en een beanie op zijn hoofd.
Hij spreekt als een rapper, met veel handgebaren: ‘Ik moet er toch een beetje netjes uitzien, vandaag. Ja toch?’ De ruimte is licht, met een witte stenen vloer en ramen rondom. In de hoek een verdwaalde bureaustoel, op de vensterbank een paar lege ordners. Martcello’s tred is verend en theatraal; in het voorbijgaan steekt hij soms een been in de lucht of bevriest hij voor twee seconden zijn houding. ‘Mijn hoofd zit vol met grapjes’, zegt hij. ‘Gezellig toch?’ Hij neemt een lange dunne lat van de vloer en zet zijn voet op het hout; de krak galmt door de holle ruimte. Hij stapelt de latten op zijn schouder en loopt ermee naar beneden. ‘Hard werken voor weinig geld’, zegt hij. ‘Altijd klein beginnen. Zolang ik geld verdien ben ik tevreden.’

Participeren

Doenersdreef is ooit ontstaan uit een arbeidsreïntegratiebedrijf. Volgens orthopedagoog Marieke Jellesma zit die ontstaansgeschiedenis verankerd in het DNA van de zorgorganisatie. Ze hebben een eigen werkbedrijf voor bijvoorbeeld tuinonderhoud, horeca, receptie- en kluswerkzaamheden. Daar kunnen jongeren zoals Martcello werkervaring opdoen en ontdekken welke baan bij hen past. Marieke: ‘Ons streven is “meedoen naar vermogen”. Dus participeren in de maatschappij en zo zelfstandig mogelijk zijn. Als we dat hebben bereikt, is het voor ons de kunst om de jongeren los te laten zonder hen uit het oog te verliezen. Wij leveren géén zorg als iemand dat niet meer nodig heeft. Maar wij houden wél de vinger aan de pols. Dat noemen wij: hulpverlenen vanaf de achterbank. En als iemand om welke reden ook dreigt uit te vallen, dan schalen we de zorg weer op.’

De aanpak is volgens Marieke succesvol, ook omdat bij Doenersdreef de menselijke maat een vaststaand gegeven is. Marieke: ‘Wij trekken geen hulpverlenersjasje aan. Want daar prikken onze jongeren met LVB meteen doorheen. Wij benaderen hen van mens tot mens. We luisteren naar hen om te ontdekken wie ze zijn en wat ze willen. Als ze eens boos worden of agressief, dan schrikt ons dat niet af. Dan vragen wij ons af hoe wij kunnen helpen. Zo bouwen wij vertrouwen op.’

Miljonair

Veel jongeren worden bij Doenersdreef aangemeld met forse aanpassings- of gedragsproblemen. Soms worden ze door reclassering geplaatst. Martcello woont er nu zo’n halfjaar. Waarom? ‘Oh, ik heb wat dingentjes geflikt’, zegt hij. Hij zet zijn blikje Redbull aan de mond en plaatst het met een grote boog weer op de vensterbank. ‘Het heeft met criminaliteit te maken, weet je. En in het verkeerde leven krijg je vijanden.’
In dat verkeerde leven was Martcello vaak op zoek naar het grote geld. Hij is van jongs af aan van plan om miljonair te worden, zijn vele openstaande boetes en de hoge schulden doen daar niets aan af. Hij pakt een bezem voor het stof en de laatste stukjes puin. Hij vertelt terwijl hij veegt: ‘Geld ligt op straat, het is overal. Maar je moet het wel pakken, toch?’

Werkmeester Mimoun el Uardi komt hem helpen, samen scheppen ze het afval in een blauwe afvalzak. Mimoun geeft Martcello complimenten: ‘Je hebt het goed gedaan.’ Martcello slaat zijn werkmeester vriendschappelijk op de schouder. ‘Ik ben deze man dankbaar’, zegt hij. ‘Hij heeft mij geleerd om van foute dingen af te komen. Ik kan met hem in gesprek gaan, weet je. Mimoun begrijpt mij.’

Ecosysteem

Marieke Jellesma durft Doenersdreef niet bij uitstek uniek te noemen op gebied van werksfeer en leefklimaat. ‘Er zijn veel organisaties met goede initiatieven’, zegt ze. Wel uniek is volgens haar hun visie. Marieke: ‘Onze jongeren vallen uit omdat de maatschappij zoveel verwachtingen heeft en hoge eisen stelt. Wij willen dit systeem kantelen. Daarom zijn wij overal aanwezig in de wijk en laten wij zien wat onze jongeren te bieden hebben. Buurtgenoten eten bijvoorbeeld graag hun broodje bij de Greenstory, een lunchroom van Doenersdreef, gerund door cliënten. Ze doen hun was in de extra grote wasmachines van Doenersdreef en verbouwen hun groenten in de moestuin op het terrein. Voor burgers met schulden bieden wij ondersteuning bij schuldhulpverlening. Omgekeerd behandelt de fysiotherapeut onze cliënten met overgewicht. We participeren waar maar mogelijk. Samen met de buurt vormen wij een ecosysteem waarbinnen iedereen zijn rol heeft en wordt gewaardeerd. Zo kantelen wij langzaam het systeem.’

Doenersdreef wil de burger beter doen beseffen dat mensen in de basis niet verschillen van elkaar, ook al reageren jongeren met LVB soms iets anders dan je verwacht. ‘Wie ervoor open staat, kan veel leren van onze mensen met een beperking’, zegt Marieke. ‘Hun oprechtheid en hoe ze in het leven staan. Zo zien wij het ook binnen Doenersdreef. Mensen als Martcello houden ons een spiegel voor. Wij zijn elkaars leermeester.’

Toekomst

Ooit had Martcello zelf een gouden Rolex, nu prijkt alleen nog de tatoeage van het embleem in zijn hals: de kroon van aanzien. ‘Het horloge is weg’, zegt hij. ‘Nee, niet verloren. Maar daar gaan we het niet over hebben.’ Hij heeft vertrouwen in de toekomst: ‘Ik heb een dikke huid, snap je? Negen keer gevallen, maar tien keer opgestaan,’

Als hij later rijk is, koopt hij voor zijn vriendin een schoonheidssalon. Zelf heeft hij plannen voor een autoverkoopbedrijf. Hij zal niet meteen in de verkoop van Ferrari’s gaan, want je moet klein beginnen. ‘Investeren en daarna steeds rijker worden.’ Hij is pas tevreden als hij zijn toekomstige kinderen een paar miljoen kan nalaten. We lopen inmiddels buiten, waar nog wat afgevoerd puin vóór de vuilcontainer ligt. Marcello springt met een zwaai in de container en reorganiseert de brokstukken zodat er weer ruimte ontstaat. ‘Pas op voor spijkers’, waarschuwt Mimoun. Maar Martcello is niet bang voor een spijkertje. Het maakt hem ook niet uit als hij blijft haken met zijn nieuwe trainingspak. ‘Tuurlijk niet’, zegt hij. ‘Als het scheurt, koop ik gewoon een nieuwe.’

Foto: Martine Sprangers