Achtergrond

Sterker dan de kick

02 december 2015

‘Als ik die cursus niet had gedaan, dan had ik nu nog op straat geleefd’, zegt Laurence Corneille. Hij nam deel aan de training [i]Sterker dan de kick[i] van Dichterbij, die positief werd beoordeeld in het Erkenningstraject van Vilans.

Met zijn méér dan twee meter toornt John van As (26) hoog uit boven orthopedagoog en trainer Annemarie Kroon van Dichterbij, een zorgorganisatie in het stroomgebied van de Maas. De handen diep in de zakken gestoken, zijn rug lichtjes gekromd, het vest tot aan de col toe dichtgeritst. De zwarte trainingsbroek heeft boordjes bij de enkels, witte sokken steken in lichtbruine sneakers.
Annemarie wijst ons de kamer waar we kunnen praten over Sterker dan de kick, een training om mensen met een lichte verstandelijke beperking en verslavingsproblematiek te motiveren tot gedragsverandering. John volgt die training wekelijks onder begeleiding van Annemarie, de vijfde sessie is zojuist afgerond. De kamer is sober ingericht; een paar stoelen om een tafel en een klok boven de deur.
John neemt zwijgend plaats, zijn handen gebald in de schoot. Telkens als het woord tot hem gericht wordt spert hij zijn ogen en fronst zijn voorhoofd, alsof hij in diep verzonken gedachten wordt gestoord. Wat hij zoal gebruikt? Op dit moment alleen cannabis, hij is al een halfjaar van harddrugs af. Hij spreekt binnensmonds en met weinig expressie, zijn lijf blijft bewegen terwijl hij zit. Welke harddrugs dat waren? ‘Oh, alles.’ Hij plukt achteloos wat pluisjes van zijn katoenen mouw en somt draderig op: ‘XTX, GHB, qat, amfetamine, ketamine, cocaïne, heroïne’. Hij verkocht het ook op straat. Want ja. Het moest toch betaald worden.

Erkenning
Er bestaan verschillende methoden om mensen van hun alcohol-, drugs-, internet- of gameverslaving af te helpen. Ook voor mensen met een verstandelijke beperking. De ervaring leert dat de slagingskans het grootst is als de persoon met verslavingsproblemen autonoom gemotiveerd is. Dus als hij wil afkicken omdat hij er zèlf van overtuigd is dat het beter is. Niet omdat zijn ouders, de dokter of de begeleiding het willen.
Daarom heeft Dichterbij Kennisn@ een training ontwikkeld die de motivatie van mensen met een verstandelijke beperking versterkt: Sterker dan de kick. Dat deden ze in samenwerking met de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking, onderdeel van Tranzo (Tilburg University). In juli 2015 werd de training door de Erkenningscommissie gehandicaptenzorg bestempeld als ‘goed onderbouwde interventie’. Het Erkenningstraject van Vilans, dat in 2014 werd gestart op verzoek van VWS, Zorginstituut Nederland en het veld, geeft professionals beter zicht op de kwaliteit van de enorme hoeveelheid interventies. Het verleidt hen hun interventies te beschrijven, zodat cliënten bij collega-instellingen er ook baat bij hebben. De erkende interventies worden opgenomen in de databank op de website van het Kennisplein Gehandicaptensector. Voor andere sectoren bestond het Erkenningstraject al veel langer, voor bijvoorbeeld de Jeugdzorg zijn inmiddels zo’n tweehonderd interventies erkend.
Vilans ondersteunt zorginstellingen bij het traject. Willy Calis is projectleider. ‘Veel zorgprofessionals zijn niet gewend om te schrijven’, zegt ze. ‘Daarom faciliteert Vilans. Want de erkenningscommissie stelt hoge eisen. Je krijgt de erkenning niet voor niets.’

Intrinsieke motivatie
De training Sterker dan de kick is ontwikkeld door Annemarie Kroon en Noud Frielink, onder begeleiding van prof.dr. Petri Embregts. Embregts streeft optimale co-creatie na tussen de praktijk en de wetenschap: samenwerking tussen cliënt, hulpverlener en onderzoeker op basis van gelijkwaardigheid. Deze visie stond ook centraal bij de ontwikkeling van de training Sterker dan de kick.
De gebruikte gesprekstechniek is motiverende gespreksvoering, waarbij het doel is om autonome, intrinsieke motivatie te verbeteren. Trainers vervullen daarbij een cruciale rol. Ze stellen zich empathisch op, proberen het perspectief van de cliënt te begrijpen en buigen mee met weerstand. Ze dagen cliënten uit om na te denken over de voordelen van gedragsverandering, en dragen uit dat de cliënt bepaalt hoe hij het leven inricht. Noud Frielink: ‘De kracht zit onder meer in de theoretische onderbouwing, de zelfdeterminatietheorie. Die theorie stelt dat elk mens drie psychologische basisbehoeften heeft: autonomie, verbondenheid en competentie. Pas als aan die behoeften is voldaan, kun je intrinsiek gemotiveerd keuzes maken.’ De onderzoekers hebben met een aangepaste vragenlijst de mate van autonome motivatie bepaald bij zes cliënten met een verslaving. Er werd wekelijks meerdere keren gemeten. Eén cliënt viel tussentijds uit. Bij de andere vijf groeide de mate van autonome motivatie naarmate de training vorderde.

Steuntje in de rug
John van As is kort van stof. Soms rolt hij met zijn schouders of wrijft met gespreide vingers over zijn been. ‘Ik ben geboren met agressieproblemen’, zegt hij. Toen hij zeven was brandde thuis de bijkeuken af, zijn ouders plaatsten hem op een internaat. Daar zat hij als enig kind bij jongens vanaf vijftien jaar. Zijn blik dwaalt af naar de klok. ‘Over drie kwartier gaat de bus naar Venlo, als ik die mis moet ik weer een uur wachten.’ Hij heeft drie trauma’s meegemaakt. ‘Of eigenlijk negen’, corrigeert hij zichzelf. Hij speelt met het kringelsnoer van de kantoortelefoon. Nee, hij vertelt niet over de aard ervan. Want dat is niet van belang. Sinds zijn laatste psychose heeft hij geen enkele moeite om van harddrugs af te blijven.
Hij neemt deel aan Sterker dan de kick om zijn blowverslaving binnen de perken te houden. Helemaal stoppen wil hij niet. ‘Omdat ik dan stil val’, zegt hij. ‘Dan zeg ik helemaal niets meer.’ Zijn blik flitst opnieuw naar de klok en weer naar mij. ‘Mijn vrouw zit te wachten, ik moet nog koken.’ We trekken onze jassen aan, John tast naar zijn shag. Hij rolt een sigaret terwijl we door de gang naar de uitgang lopen.
Buiten draaft de herfst, bladeren plakken in alle kleuren op het natgeregend voetpad. Aan John’s pols bungelt een versleten plastic zak met het werkboek van de training. ‘Er staat niets nieuws in’, zegt hij. ‘Maar goed, het kan een steuntje in de rug zijn.’
Een laatste hijs van zijn peuk, de bushalte is al in zicht. We nemen afscheid. Hij weet zeker dat het hem gaat lukken. ‘In 2013 heb ik afspraken met mijzelf gemaakt, en ik lig nog steeds op schema.’ Hij spuugt een stukje shag van zijn lip en stapt de bus in.

Signalen
Annemarie Kroon benoemt vooral de onderzoekende en oordeelvrije houding van de trainer als succesfactor van Sterker dan de kick. ‘Wij zeggen niet: wat jij doet vinden wij slecht en ongezond. En het woord “stoppen” als doel neem ik uit mijzelf nooit in de mond. Wel helpen wij cliënten te onderzoeken in hoeverre het gebruik voor hen een probleem is: hoe werkt zucht (behoefte, red.) bij jou? Welke emoties spelen een rol? Vaak hebben cliënten het gevoel te moeten stoppen voor hun ouders, of omdat hun begeleider erop aandringt. Maar hoe staan ze er zelf tegenover? En we versterken ambivalentie: “Hé, zojuist zei je dat jouw gebruik geen nadelen had. Nu vertel je dat je schulden hebt. Hoe zit dat?’’’
Het is een afwisselende training. Expressieve stripfiguurtjes in het werkboek beelden een situatie of gemoedstoestand uit, cliënten spelen een bordspel met vragen over gebruik, en ze bekijken film- en videofragmenten. Bijvoorbeeld over ‘zucht’: waardoor wordt het opgeroepen en hoe herken je de signalen? Annemarie Kroon: ‘Cliënten zeggen vaak: “Het overkomt me. Voor ik het weet ben ik dan weer aan het gebruiken.” Als ze de signalen herkennen die eraan vooraf gaan, kunnen ze zelf ingrijpen.’
Kroon ziet cliënten in de loop van training veranderen. ‘Iemand begint na een paar bijeenkomsten bijvoorbeeld uit eigen initiatief door het werkboek te bladeren, of zit rechtop in plaats van met het hoofd op tafel. Of iemand vertelt trots dat hij een schone urinecontrole had. Het is bijzonder om die ontwikkeling te zien en de vooruitgang te bespreken met de cliënt.’

Biertje
‘Kom binnen’, zegt Laurence Corneille (28). ‘Leuk om kennis te maken. Kon je het vinden?’ Het is etenstijd, Laurence schilt zijn aardappelen boven de vuilnisbak, de open keuken is praktisch verlicht. Het ruikt stevig naar tabak in huis, hoewel hij zelf niet meer rookt. Het enige genotmiddel dat hij zichzelf nog toestaat is af en toe een biertje. Een vriend belt, Ronald, dat ziet hij op het schermpje, aardappel en dunschiller nog in de hand. Laurence negeert de oproep en uit opgewekt zijn irritatie: ‘Hij wéét dat ik tot zeven uur visite heb!’
Laurence spreekt vrijuit en monter over zijn drugs- en drankverleden. Op dieptepunten sliep hij in een maïsveld, of aan de oevers van de Maas. ‘Ken je die mensen van Sterker dan de kick?’ vraagt hij. ‘Aardig, hè.’ Hij rolt twee blinde vinken door de braadpan en somt op wat hij geleerd heeft van de training. Dat drank en drugs slecht zijn voor je gezondheid, dat je er steeds meer van nodig hebt, en dat je zèlf kunt beslissen hoe je je leven wil leiden.
‘Als ik die cursus niet had gedaan’, zegt hij, ‘dan had ik nog steeds op straat geleefd. Ik ben heel blij dat bepaalde organisaties bestaan.’ Hij reikt hoog in de keukenkast naar een pot witte bonen in tomatensaus en houdt die demonstratief in de lucht. ‘Hier kunnen ze me ’s nachts voor wakker maken.’ Hij draait de deksel los en giet de bonen in een steelpan. ‘Heerlijk.’

Autosloper
‘Ben jij getrouwd?’, vraagt hij. ‘Heb je kinderen?’ Laurence snijdt de blinde vink op zijn bord en schuift met het mes witte bonen op de vork. Hij heeft ook een bewindvoerder, omdat hij moeilijk met geld kan omgaan. Als hij vandaag zeventig euro krijgt, dan zijn die vanavond op. Voor de zoveelste keer telefoon. ‘Oh nee hè!’ Hij lacht hoofdschuddend, legt zijn bestek neer en neemt toch maar even op. ‘Ronald, zeven uur had ik gezegd.’ Zijn vriend wil komen blowen. Dat vindt hij doorgaans geen probleem, ook niet bij hem in huis. Maar zelf blowt hij niet mee.
Als hij zijn leven over mocht doen, dan maakte hij de ZMLK-school af. Begeleiders van Dichterbij proberen nu alsnog een opleiding voor hem te vinden. Hij wil graag autosloper worden. Hij zou ook de training Sterker dan de kick nog best een keer over willen doen, hij heeft nooit eerder zoveel geleerd. ‘Ik zeg ook altijd tegen mijn vrienden: “Jongens, laat me weten als je ervan af wil. Dan bel ik de mensen van Sterker dan de kick.”’
Er rijdt een brommer voor, de koplamp schijnt frontaal door het raam de kamer binnen. Laurence loopt naar de deur, maar de gast is al weer vertrokken. ‘Ik denk dat Ronald jou heeft zien zitten’, zegt hij. Hij brengt het lege bord naar de keuken en gaat met de afwasborstel in de weer. ‘Dat wordt voor jou vanavond dus nog een eindje rijden. En als je dan thuis komt, heeft jouw man dan gekookt?’