VGN Verenigingsmiddag over Samenwerken met informele netwerken

Op de Verenigingsmiddag van 12 juni 2025 gingen bestuurders uit de gehandicaptenzorg aan de slag met het thema Samenwerken met informele netwerken. Hoe kunnen we de samenwerking tussen formele zorg en informele netwerken versterken? Tijdens deze middag, voorafgaand aan de Algemene Ledenvergadering van de VGN, stond deze vraag centraal.

buitenzijde van restaurant Zuiver in Utrecht
Je ziet een groep mensen zittend in het publiek vanaf de rug en Boris en Astrid staan op een podium en zijn in gesprek naast een katheder en beeldscherm met vgn logo
Boris van der Ham in gesprek met Astrid van der Kooij tijdens de VGN Verenigingsmiddag
Een groep mensen zit in het publiek en kijkt naar Marita die staat te presenteren
Marita Bossers tijdens haar lezing

Samenwerken met informele netwerken

Om de ambities uit de gezamenlijke Visie2030 waar te maken, zoekt de gehandicaptenzorg actief de samenwerking met informele netwerken. Steeds vaker vervullen professionals een verbindende rol tussen de persoonlijke, natuurlijke en professionele netwerken van mensen met een beperking. Dat kunnen ouders, broers en zussen zijn, maar ook vrienden, collega’s, sportmaatjes en buren.

Deze nauwe samenwerking maakt de ondersteuning niet alleen persoonlijker, maar ook beter ingebed in de samenleving en het dagelijks leven van de mensen waarover het gaat. Tijdens de opening van de Verenigingsmiddag benadrukte VGN-voorzitter Boris van der Ham: 'Dit lijkt vanzelfsprekend, maar het gebeurt nog lang niet overal. Het vraagt om een andere manier van organiseren in de zorg. En daar is lef voor nodig.' 

Serieus genomen worden in je rol

In de dagopening ging Van der Ham in gesprek met Astrid van der Kooij - zelfstandig onderzoeker op het snijvlak gehandicaptenzorg en sociaal domein, én ervaringsdeskundige ouder. Ze onderzoekt onder andere het thema eenzaamheid onder mensen met een beperking, dat volgens haar sterk samenhangt met het onderwerp van de dag. ‘Als professionals beter samenwerken met de mensen om iemand heen, versterken we het netwerk. En daar wordt iedereen uiteindelijk beter en blijer van,’ aldus Van der Kooij.

Volgens haar begint succesvol samenwerken met serieus genomen worden in je rol. 'Je wil echt gezien worden als ouder. Ik ben een natuurlijk onderdeel van het netwerk van mijn kind en ik ken mijn kind als geen ander. Het is belangrijk dat zorgprofessionals die ervaringskennis ook benutten.'

Na dit gesprek volgde een inspirerende lezing van Marita Bossers - adviseur, coach en spreker over mensgerichte zorg en organisatieontwikkeling. Ze deelde praktische handvatten zoals het SOFA-model, het ecogram, systemisch kijken en de sociale determinanten van Dahlgren en Whitehead. Op een vraag uit het publiek over weerstand binnen organisaties gaf Bossers pragmatisch antwoord: ‘Als samenwerking nog geen vanzelfsprekendheid is, loop je soms tegen weerstand aan. Begin dan klein, met een coalition of the willing. Er zijn altijd mensen die wél willen. Vanuit daar kun je verder bouwen.’

Na dit plenaire gedeelte namen de aanwezigen deel aan verdiepende workshops, die het thema vanuit verschillende invalshoeken aanvliegen.

Aan bod kwam de notitie Grenzen verkennen – anno 2024 (zie bijlage), waarin helder wordt gemaakt dat het informele netwerk – mantelzorgers, naasten en vrijwilligers – meer mag dan vaak gedacht wordt. Zo is het bijvoorbeeld wettelijk toegestaan dat een mantelzorger een voorbehouden handeling zoals insuline toedienen uitvoert bij diens naaste, mits de cliënt instemt en dit wordt vastgelegd in het zorgdossier. Ook mogen zorgprofessionals deze handelingen aanleren aan mantelzorgers, mits goed begeleid.

De centrale boodschap: vertrouwen op de kracht van het netwerk van de cliënt en durven loslaten, uiteraard binnen heldere en goed vastgelegde kaders. Als medewerkers signaleren dat een handeling niet goed wordt uitgevoerd, zijn ze wél verplicht om in te grijpen en dit zorgvuldig te registreren.

Opvallend was de eensgezindheid onder de deelnemende bestuurders. Zij benadrukten dat de noodzaak om samen te werken met het informele netwerk vooral voortkomt uit de wens om samen het leven leuker en betekenisvoller te maken. En niet uit personeelstekorten, zoals soms wordt gedacht. 

'Je krijgt er ook wat voor terug als je iets samendoet.' 

Ook werd benoemd dat dit thema breder moet worden benaderd dan alleen vanuit zorgaanbieders: 'Dit zou een missie van de samenleving moeten zijn.'

Deze dag gaf nieuwe inzichten over wat er al mogelijk is binnen de wet- en regelgeving. Het biedt ons handvatten om verantwoord en gelijkwaardig samen te werken met het netwerk rondom de cliënt, wat essentieel is in tijden van veranderende zorgvragen én in het streven naar meer mensgerichte zorg.

Yvonne de Jong, expert informele zorg bij Vilans, verkende in een inspirerende workshop de juridische en praktische kaders van samenwerking met informele netwerken in de gehandicaptenzorg. Aan de hand van een quiz, praktijkvoorbeelden en een dialoog ging de groep aan de slag.

Hilhorst besprak de groeiende verwachtingen van 'de gemeenschap' als oplossing voor de tekorten in de zorg. De waarde van gemeenschappen is groot voor het vergroten van welzijn, verbondenheid en maatschappelijke cohesie. Gemeenschappen zijn een verrijking voor het individu, als bron van betekenis, erkenning en sociaal contact. Ze zijn een aanvulling op de zorg, mede gezien de zorgtekorten die dreigen. En ook voor de samenleving zijn ze waardevol, als plek waar empathie en burgerschap worden geoefend.

De verwachtingen zijn dus groot. Maar Hilhorst waarschuwt tegelijkertijd voor overspannen verwachtingen en ‘beleidsnaïviteit’. Om de belofte van de gemeenschap waar te maken, zegt hij, moeten de bestuurders in de gehandicaptenzorg zich bewust zijn van belemmerende mythes:

  1. Minder overheid = meer gemeenschap: Terugtrekkende overheid leidt niet vanzelf tot meer burgerinitiatief, maar eerder tot overbelasting van mantelzorgers.
  2. We leven in een participatiesamenleving: Beleidsmaatregelen zoals de kostendelersnorm werken onderlinge steun juist vaak tegen.
  3. Gemeenschappen ontstaan spontaan: Gemeenschapsvorming vraagt om ontwerp, onderhoud en vaak blijvende professionele ondersteuning.
  4. Goede gemeenschappen zijn gemengd: Menging moet niet worden afgedwongen; een veilige, herkenbare basis is cruciaal.
  5. De deur openzetten is genoeg: Voor échte verbinding is actief werk nodig; plekken hebben een geschiedenis en drempels.
  6. Bijdragen aan de gemeenschap moet belangeloos: Erkenning en beloning van sleutelfiguren is essentieel voor duurzaamheid.
  7. Goede gemeenschappen zijn gezellig: Gemeenschap is vaak ‘gedoe’ en niet altijd harmonieus - maar dat is juist onderdeel van het echte leven. 

De gemeenschappen zijn dus waardevol, maar geen magische oplossing voor alle zorgproblemen. Bestuurders, beleidsmakers, zorgprofessionals en andere burgers moeten realistisch en doordacht investeren in het bouwen én onderhouden van gemeenschappen.

In een wervelende interactieve workshop werden de aanwezige bestuurders aan de tand gevoeld door Pieter Hilhorst (senior onderzoeker bij het Ben Sajet Centrum). Hij nam ze mee in de lessen uit zijn publicatie De belofte van de gemeenschap en zeven belemmerende mythes (hieronder te downloaden). 

Hoe kunnen Sociaal Werk en de gehandicaptenzorg (meer) samenwerken? Deze vraag stond centraal in deze sessie. Jolanda Sonneveld, senior programmamanager bij Sociaal Werk Nederland, nam de aanwezige bestuurders mee in wat Sociaal Werk te bieden heeft. Voor een deel van de aanwezigen een bekende organisatie, mede door eerdere werkervaring. Voor anderen was het een kennismaking met sociaal werk. 

De conclusie: er zijn volop mogelijkheden voor samenwerking, vooral op lokaal niveau. Juist vanwege grote verschillen tussen gemeenten, het aantal actieve sociaal werkers in de wijk, doelgroepen en locaties. 

Kansen werden bijvoorbeeld gezien in de combinatie van de jongerenwerkers en hun programma’s en de kennisdeling vanuit professionals uit de gehandicaptenzorg. 

Samenwerking is mogelijk en biedt perspectief. Het vraagt om ruimte voor professionals, met de nadruk op aanmoedigen in plaats van het beheersen van risico's. Een eerste stap is om lokaal met welzijnsorganisaties kennis te maken. 

In deze sessie stond de samenwerking tussen gehandicaptenzorg en sociaal werk centraal – lokaal, regionaal én landelijk. Jolanda Sonneveld (Senior project-manager Sociaal Werk Nederland) ging in op hoe deze verbinding kan bijdragen aan een meer inclusieve ondersteuning. En wat nodig is om hierin gezamenlijk op te trekken.

Jolanda Sonneveld staat buiten onder een parasol een groep zittende mensen toe te spreken
Jolanda Sonneveld (Sociaal Werk Nederland) tijdens haar workshop
Pieter hilhorst staan tussen een zitten publiek en houdt microfoon onder de neus van Boris van der Ham
Pieter Hilhorst (Ben Sajet Centrum) tijdens zijn workhsop

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Noortje Smit
E-mail
Telefoonnummer
Noortje Smit

Deze pagina is een onderdeel van