Blog

‘Het effect van een aangepaste kamer kan enorm zijn’

Leestijd: 2 minuten
20 april 2021

Over de invloed van de fysieke leefomgeving op mensen met een beperking is nog maar weinig bekend. Gek eigenlijk, vindt Johanna Haanstra van ZonMw, bij mensen met dementie weten we hier juist heel veel over.

Ieder zijn eigen lockdown paradise

Met een goed boek op de bank, lekker weggezakt in de kussens. Zo ziet een deel van mijn dag er tegenwoordig uit. Mijn eigen lockdown paradise. Je gaat je huis weer extra waarderen in deze tijd. Tevreden kijk ik rond. Gezellig eigenlijk, hoe we het hebben ingericht. Warme kleuren, veel licht en uitzicht op het fraaie groen in de tuin. In mijn huis voel ik me fijn en kom ik echt tot rust. Grappig hoe dat kennelijk werkt.

Wat is de invloed van de fysieke leefomgeving op mensen met een verstandelijke beperking

Als mijn huis, mijn fysieke leefomgeving, op mij een rustgevende uitwerking heeft, geldt dat natuurlijk ook voor anderen. Bijvoorbeeld voor kwetsbare personen, zoals mensen met een verstandelijke beperking. Bij hen hebben omgevingsprikkels misschien nog wel meer invloed op hoe ze zich voelen.

Onderzoek naar fysieke leefomgeving

Het doet me denken aan een digitale bijeenkomst die ik in december vorig jaar bijwoonde, waarbij onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Hogeschool Utrecht en medewerkers van Ipse de Bruggen en ’s Heeren Loo hun resultaten presenteerden. Ze hadden gekeken naar de invloed van de fysieke leefomgeving op mensen met een verstandelijke beperking.

Door middel van twee literatuurstudies (zogenaamde scoping reviews) gaven de partijen inzicht in wat hierover al bekend is. Een soort inventarisatie dus. Op basis daarvan kan je de vraag stellen: Weten we al genoeg? Welke kennis is er nog meer nodig?

Er is al veel bekend over leefomgeving en dementie…

Over de invloed van de leefomgeving op het welbevinden van mensen met dementie is al veel bekend. Een huiskamer die is ingericht met bewerkt behang, kleedjes en meubels uit de jaren ’50 en ’60 brengt de bewoners terug naar toen. Je ziet dat steeds vaker in bijvoorbeeld verpleeghuizen. En dat is belangrijk, want het kan een enorm verschil maken als een mens zich in deze kwetsbare fase van zijn leven veilig en prettig voelt.

…maar nog niet over leefomgeving en verstandelijke beperking

Uit de recente literatuurstudies blijkt dat over de invloed van de fysieke leefomgeving op mensen met een verstandelijke beperking nog maar weinig kennis voorhanden is. Gek eigenlijk, want de aandoeningen waarmee zij te maken hebben spelen niet alleen in hun laatste levensfase een rol, zoals het geval is bij ouderen met dementie, maar gedurende hun hele leven.

Kunnen we het leven van deze aanzienlijke groep mensen veraangenamen door de fysieke omgeving aan te passen? En kan op diezelfde manier onaangepast gedrag, wellicht veroorzaakt door de verkeerde omgevingsprikkels, worden tegengegaan?

‘Deze meneer kon weer meedoen met de groep’

Gelukkig was er tijdens de online bijeenkomst ook ruimte voor ervaringsverhalen. En die vind ik bemoedigend. Een begeleider vertelde over zijn cliënt, nadat deze een aangepaste kamer had gekregen: ‘Het effect was enorm. Deze meneer kon weer meedoen met de groep, activiteiten ondernemen en naar de dagbesteding. Ook werd de meerzorg afgebouwd.’

Bij Ipse de Bruggen lieten ze een architect meekijken bij het inrichten van een kamer, samen met de gedragskundige en de cliënt. En wat bleek, de spraak en social skills van de cliënt waren ronduit verbeterd nadat haar kamer was aangepast.

Nog geen wetenschappelijke grond

Hoe veelbelovend deze ervaringsverhalen ook zijn, een onderbouwing voor dergelijke experimenten is er nog niet. Want wat zijn precies die factoren die het verschil maken? Waar wordt een cliënt rustig van? Of juist energiek? Prikkelen vrolijke kleuren de zintuigen op de juiste manier? Of natuurlijke materialen, zoals hout en textiel? Het is duidelijk dat er maatwerk nodig is om het iedere afzonderlijke cliënt naar de zin te maken.

Daarom moeten we allereerst zorgen dat we tot heldere definities komen. Wat verstaan we precies onder omgevingsfactoren? Hoe meten we de invloed van de omgevingsfactoren? Welke gegevens zijn daarbij relevant en welke niet?

Op zoek naar overeenstemming

Het is belangrijk dat de betrokkenen het hierover eens worden. Dat zijn zowel de professionals die verantwoordelijk zijn voor het inrichten van leefomgevingen (zoals architecten), als de professionals die betrokken zijn bij mensen met een verstandelijke beperking, zoals naasten, begeleiders en gedragsdeskundigen.

Op het verkrijgen van deze overeenstemming en het vastleggen van definities in een multidisciplinaire leidraad willen we vanuit Gewoon Bijzonder graag inzetten. Dus: wordt vervolgd!

Informatie

  • Johanna Haanstra is voorzitter van de programmacommissie van Gewoon Bijzonder.
  • Op het Kennisplein Gehandicaptensector staan tips voor het inrichten van de leefomgeving van mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag.
  • De bijeenkomst over de fysieke leefomgeving is hier terug te zien.
ZonMW
Johanna Haanstra voorzitter van het ZonMw-programma Gewoon Bijzonder

Deze pagina is een onderdeel van: