Nieuws van leden

Passend vervolgonderwijs voor jongeren met verstandelijke beperkingen loont

Leestijd: 5 minuten
26 februari 2021

Voor jongeren met verstandelijke beperkingen zijn er amper mogelijkheden om zich na het verlaten van het voortgezet (speciaal) onderwijs verder te scholen. Onderzoek wijst uit dat zij na hun 18e levensjaar nog wel degelijk leerbaar zijn én dat verdere scholing bijdraagt aan de kwaliteit van leven. Niet alleen van de jongeren zelf, maar ook van hun ouders, broers en zussen. Behalve dat investeren in de ontwikkeling van deze jongeren loont, verplicht het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap overheden om deze jongeren de mogelijkheid te bieden om middels onderwijs hun potentieel te ontwikkelen.

Student aan het werk
Student aan het werk

MBO opleiding vaak een brug te ver

Voor veel jongeren met verstandelijke beperkingen houdt hun scholing op wanneer zij rond hun 18e het voortgezet (speciaal) onderwijs verlaten. Zo is een mbo-opleiding voor de meesten een brug te ver. Opleidingen die beter aansluiten op hun mogelijkheden en beperkingen zijn dun gezaaid. Dat heeft tot gevolg dat verreweg de meeste van deze jongeren vanuit het vso toegeleid worden naar (arbeidsmatige) dagbestedingsplekken die in wisselende mate op ontwikkeling gericht zijn. Belangenorganisaties pleiten ervoor dat de samenleving meer in de ontwikkeling van deze jongeren investeert. Zij krijgen echter vaak te horen dat deze jongeren niet meer leerbaar zijn.

Opleiden vergroot zelfstandigheid

Onderzoek naar het ontwikkelingstraject van Academie Spelderholt toont het tegendeel aan. Op één na, zijn alle oud-studenten uit de onderzoeksgroep, ook degenen met matig verstandelijke beperkingen, tijdens het traject zelfstandiger geworden in wonen, werken en op sociaal vlak. En vaak in sterke mate. Verder wijst het onderzoek uit dat deze groei in zelfstandigheid samengaat met meer kwaliteit van leven. Juist over de aspecten van het leven die door deze doelgroep over het algemeen als problematisch ervaren worden, zijn de oud-studenten nu tevreden tot heel tevreden. Daarnaast maakt het onderzoek duidelijk dat de groei in zelfstandigheid in het leven van de meeste ouders een wezenlijk positief verschil gemaakt heeft, en dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van veel broers en zussen.

Drempels voor doorontwikkeling

Voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid na het verlaten van het ontwikkelingstraject blijken de verwachtingen die begeleiders van deze jongeren hebben heel bepalend te zijn. Een deel van de oud-studenten wordt geconfronteerd met ondervraging, wat een belangrijke verklaring is voor de terugval in zelfstandigheid van sommige van deze oud-studenten. Gebrek aan differentiatie in de begeleiding en onderschatting door begeleiders van de (groei)mogelijkheden van deze jongeren liggen daar vaak aan ten grondslag. Ook blijkt in het bijzonder ten aanzien van werk het systeem de ontwikkeling eerder te belemmeren dan te bevorderen. Zo durven deze jongeren en hun ouders nieuwe ontwikkelingsstappen, zoals de stap naar betaald werk, niet aan uit angst voor de mogelijke consequenties daarvan.

Meer informatie over dit onderzoek vindt u op de website van Parc Spelderholt of klik hier voor het volledige rapport en de samenvatting.

 

 

Deze pagina is een onderdeel van: