Meerjarige voorlopige kaderbrief Wlz 2026–2030
VWS heeft de voorlopige meerjarige kaderbrief Wlz voor de periode 2026–2030 gepubliceerd. Het budget voor 2025 lijkt ruim toereikend.

Voorlopig kader 2025 basis voor 2026 e.v.
Op basis van de huidige inzichten resteert er voor 2025 circa € 390 miljoen, uitgaande van een geraamde benutting van € 38.591 miljoen bij een beschikbaar kader van € 38.981 miljoen. Dit bedrag vormt het uitgangspunt voor het voorlopige Wlz-kader vanaf 2026, maar wordt nog geactualiseerd op basis van de julibrief van de NZa en de definitieve kaderbrief die VWS op basis hiervan bekendmaakt.
kader vanaf 2027 indicatief
Voor 2026 bedraagt het voorlopige Wlz-kader € 39.719 miljoen. In de jaren daarna loopt het indicatieve kader op tot € 44.058 miljoen in 2030 (zie tabel 2, rij 4). Let op: deze bedragen zijn indicatief vanaf 2027, aangezien een nieuw kabinet nog beleidskeuzes kan maken die hier invloed op hebben.
Kortingen en uitkomst kostenonderzoek
De kortingen op behandeling, voor de gehandicaptenzorg € 88 miljoen, en meerjarig contracteren, voor de gehandicaptenzorg € 52 miljoen, gaan niet door. Deze kortingen zijn voor 2026 controversieel verklaard en niet in het voorlopige kader meegenomen. Ook de uitkomst van het kostenonderzoek van de NZa is nog niet verwerkt, omdat hier nog een besluit op moet worden genomen.
Herverdelingsmiddelen
Een deel van de groei in het kader is gereserveerd als zogenoemde herverdelingsmiddelen (€ 380 miljoen in 2026 oplopend tot € 2.020 miljoen in 2030). Deze middelen zijn (nog) niet beschikbaar voor zorginkoop. Ze dienen als buffer voor onzekerheden in zorggebruik en regionale verdeling. Op basis van de gebruikelijke rapportages van de NZa (februari en juli) besluit VWS jaarlijks over de inzet van deze middelen.