Kamerdebat gehandicaptenbeleid: ‘boter bij de vis’
De bezuinigingen op de gehandicaptenzorg die voor 2026 controversieel zijn verklaard, moeten ook voor de jaren daarna van tafel. De inhoudelijke onderbouwing van deze bezuinigingen is achterhaald en de sector heeft behoefte aan perspectief en duidelijkheid. Omdat de bezuinigingen slechts voor één jaar van de baan zijn, kunnen aanbieders van gehandicaptenzorg deze middelen niet structureel, maar alleen tijdelijk inzetten. Die waarschuwing geeft de VGN mee aan de Tweede Kamer in een brief voor het commissiedebat gehandicaptenbeleid. Ook vraagt de VGN aandacht voor de noodzakelijke verhoging van de huisvestingstarieven, enkele tekortkomingen in de werkagenda bij het VN-verdrag Handicap, knelpunten op de arbeidsmarkt en de zorg aan mensen met een complexe zorgvraag.

Op 9 september staat het commissiedebat gehandicaptenbeleid op de agenda van de Tweede Kamer. Dit debat was oorspronkelijk in juni gepland, maar ging toen niet door omdat er na de val van het kabinet geen bewindspersoon beschikbaar was. De VGN schreef destijds al een brief aan de Tweede Kamer. In juli verscheen de werkagenda bij het VN-verdrag Handicap en werden bezuinigingen op de gehandicaptenzorg controversieel verklaard. In een aanvullende brief reageert de VGN nu op de werkagenda en recente ontwikkelingen rond het financiële kader.
Werkagenda VN-verdrag: ‘gehoopt op hoger ambitieniveau’
De VGN noemt de werkagenda bij het VN-verdrag Handicap ‘een waardevolle en hoopgevende stap’, maar had ‘gehoopt op een hoger ambitieniveau’. Veel van de beschreven maatregelen starten met verkenningen, onderzoeken en juridische analyses en leiden pas op langere termijn tot concrete resultaten. Voor een aantal maatregelen blijkt bovendien nog geen of onvoldoende financiering beschikbaar te zijn. De VGN pleitte eerder voor daadkracht en ‘boter bij de vis’, en constateert nu dat deze werkagenda daar slechts gedeeltelijk in is geslaagd. Het VN-verdrag Handicap vraagt permanente aandacht van het kabinet, ook buiten de werkagenda. Daarnaast hekelt de VGN het feit dat het kabinet geen werk wil maken van landelijke basisnormen om een einde te maken aan de grote verschillen tussen gemeenten. Het mag niet van iemands postcode afhangen of de juiste zorg beschikbaar is.
Huisvestingskosten: woonkwaliteit & verduurzaming
Kostendekkende huisvestingstarieven zijn nodig om zorgaanbieders in staat te stellen de investeringen te doen die nodig zijn om cliënten een passende woonomgeving te bieden. Goede tarieven zijn ook noodzakelijk voor de gewenste verduurzaming van zorgvastgoed. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzocht de huisvestingstarieven en constateert dat deze te laag zijn. Normaal gesproken worden de tarieven dan verhoogd, maar het ministerie van VWS heeft aan de handrem getrokken en wil eerst kijken of het kabinet het benodigde budget hiervoor wel vrij wil maken. De NZa heeft in een brief aan VWS aangegeven dat de tarieven in oktober alsnog omhoog zullen gaan, tenzij VWS een expliciete aanwijzing of beleidsregel uitvaardigt die dat blokkeert. De VGN roept de Tweede Kamer op om zo’n blokkade niet te accepteren: ‘verder uitstel van huisvestingsinvesteringen leidt tot steeds grotere problemen’.
Achterhaalde bezuinigingen
De aanwijzingen aan de NZa voor de gehandicaptenzorg voor de Wlz-korting ‘behandeling’ van 88 miljoen euro per jaar, en de Wlz-korting ‘meerjarenafspraken’ van 52 miljoen euro, zijn voor 2026 controversieel verklaard. Dat geeft de sector tijdelijk lucht. Vanaf 2027 staan deze bezuinigingen echter alsnog gewoon in de begroting. Dat betekent dat aanbieders van gehandicaptenzorg deze middelen niet structureel, maar alleen tijdelijk in kunnen zetten. Daar komt bij dat beide bezuinigingen inhoudelijk ronduit achterhaald zijn. De bezuiniging ‘behandeling’ vloeit voort uit een plan om specifieke zorg van de ene naar de andere wet over te hevelen. Die overheveling is uiteindelijk nooit doorgegaan, maar de beoogde besparing is wel als bezuiniging blijven staan. De bezuiniging ‘meerjarenafspraken’ veronderstelt dat de kosten omlaag kunnen door langer lopende contracten. Dergelijke contracten worden nu al gesloten en de nieuwe tarieven zijn gebaseerd op actuele kostprijsonderzoeken. Het is onrealistisch om te denken dat deze besparing daar bovenop nu nog steeds mogelijk is. ‘Het is de hoogste tijd om de sector perspectief en duidelijkheid te bieden en deze bezuinigingen definitief te schrappen’, zo concludeert de VGN.