Nieuws

Middelengebruik is niet langer taboe

27 juni 2013

Het komt steeds vaker voor dat mensen met een lichte verstandelijke beperking verslaafd raken aan drugs of alcohol. Ze zijn vaak makkelijk beïnvloedbaar en kunnen de gevolgen van hun middelengebruik niet goed overzien. Voor medewerkers van woongroepen is het belangrijk om het gebruik te signaleren en daarover met de cliënt te praten. Stichting Leekerweide ontwikkelde beleid voor middelengebruik en zette een trainingsprogramma op voor medewerkers, waarmee hun kennis over drugs flink is gestegen. 

Sjon Kuipers, projectleider bij Stichting Leekerweide: “We hebben cliënten die regelmatig blowen of weleens experimenteren met andere drugs. Onze medewerkers wisten echter te weinig van deze middelen om goed te kunnen signaleren, of om op de juiste manier te reageren op vragen van cliënten. We hadden er ook geen duidelijk beleid voor. Tijdens het leernetwerk zijn we samen met het Trimbos Instituut een intensief verbetertraject ingegaan. We richtten een projectgroep op, bestaande uit medewerkers uit verschillende disciplines en cliënten en schreven samen een verbeterplan.”

 

Experimenteren

Het plan bevatte twee hoofddoelen: het opstellen van beleid voor middelengebruik en het opleiden van medewerkers. “Stap voor stap stelden we onze visie en ons beleid op”, vertelt Sjon. “De kern van ons beleid is dat we in gesprek gaan met cliënten. Hebben ze vragen over drugs, of zijn ze aan het experimenteren? Dan kunnen ze daar met ons over praten. Wij bieden ondersteuning als dat nodig is. We kunnen geen alcohol- en drugsvrije instelling zijn. Maar we kunnen wel problemen signaleren, cliënten voorlichten en zorgen dat ze zo goed mogelijk met de middelen omgaan. Niet dreigen met sancties, maar uitzoeken wat een bewoner nodig heeft. Ook preventie is een belangrijk beleidsonderwerp. Daarvoor gebruiken we verschillende middelen. Tijdens spelmiddagen testen we bijvoorbeeld de kennis van cliënten en laten we de spannende dvd ‘Roes’ zien, over de risico’s van alcohol- en drugsgebruik. Het komende jaar willen we deze middelen verder uitbreiden.”

Training

Om het gesprek aan te kunnen gaan, is het belangrijk dat medewerkers deskundig zijn op het gebied van verdovende middelen. Intern deskundige Middelengebruik Claudia Kaagman ontwikkelde een training voor de medewerkers van de woningen waar verslaving speelt. “De training bestaat uit twee dagdelen”, vertelt ze. “Het eerste dagdeel is praktisch: welke soorten middelen zijn er, wat doen die met je, wat kosten ze, wat zijn de risico’s? Ook de werking van verslaving en het signaleren ervan komen aan de orde. In het tweede dagdeel gaan we in op het gesprek met de cliënt. We oefenen met casussen en medewerkers krijgen volop handvatten om in de praktijk aan de slag te kunnen.” De training is inmiddels met succes op twee locaties gegeven en wordt nu uitgerold naar andere woningen.

Minder taboe

Leekerweide is tevreden over de resultaten van het leernetwerk. Claudia: “We hebben nu concreet beleid, medewerkers kunnen praktisch aan de slag en we hebben duidelijke protocollen voor moeilijke situaties. Denk aan een cliënt die duidelijk onder invloed is, of XTC heeft geslikt en is uitgedroogd. Bovendien zijn we gaan samenwerken met de verslavingszorg en heeft elke woning een aandachtsfunctionaris Middelengebruik gekregen, die het onderwerp levend houdt. En wat ik heel belangrijk vind: middelengebruik is minder taboe. Voorheen werd het gezien als ‘heel erg’ als een cliënt gebruikte en raakten medewerkers in verwarring. Maar nu weten ze dat het geen ramp is. Sommige cliënten blowen een tijdje, net als ‘gewone’ jongeren. We hoeven niet in paniek te raken, maar we moeten rustig bepalen wat we het beste kunnen doen. Het doel wordt per cliënt bekeken: moet hij stoppen met het middel, minderen of allereerst stabiliteit vinden? Cliënten voelen nu dat ze niet veroordeeld worden en daardoor gaan zij ook relaxter het gesprek aan.”

Voor meer informatie

Maartje
Wil je meer weten?
Neem contact op met Maartje van der Rijt

Deze pagina is een onderdeel van: