Nieuws

VGN-bijeenkomst over rookvrije zorg: zonder draagvlak gaat roken ondergronds

18 oktober 2021

Ruim 62 procent van de mensen met een licht verstandelijke beperking rookt. Dat vertelde begeleider Ans Ruyten van zorgorganisatie Cosis tijdens een VGN-ledenbijeenkomst over rookvrije zorg. Cosis werkt er hard aan om rookvrij te worden, maar makkelijk is dat niet. De woonlocatie waar Ruyten werkt is inmiddels volledig rookvrij.

roken

Waar beginnen we?

Hoe maken we de gehandicaptenzorg rookvrij? Dat was de belangrijkste vraag tijdens de online bijeenkomst die de VGN op 12 oktober 2021 organiseerde. Eind vorig jaar ondertekende de VGN samen met 26 andere koepel- en beroepsorganisaties de intentieverklaring 'Maak de zorg rookvrij’. Maar waar begin je als organisatie? Veel organisaties worstelen met die vraag. Dus was er tijdens de online bijeenkomst met vijftig deelnemers veel ruimte voor het uitwisselen van ervaringen.

Wees duidelijk over je doel

Ans Ruyten, begeleider bij zorgorganisatie Cosis en Joris van Erp, Wzd-functionaris bij zorgorganisatie Ipse de Bruggen, namen de deelnemers mee in de ervaringen van hun organisaties. Ook hadden zij veel praktische tips voor de aanwezigen. Zo tipte Van Erp om duidelijk te zijn over je doel en dit vast te leggen in een beleidsplan dat door de raad van bestuur is vastgesteld. ‘Hiermee heb je iets in de hand om elkaar te blijven inspireren. Om tegen elkaar te kunnen zeggen: dit hebben we afgesproken en hier houden we elkaar aan.’

Rookvrij betekent niet dat je moet stoppen

De afspraken binnen Ipse de Bruggen zijn dat er sinds 1 juli van dit jaar niet meer gerookt wordt op de locaties en terreinen, inclusief terrassen. Dat geldt in eerste instantie voor de medewerkers. Pas later worden cliënten gefaseerd meegenomen in dit beleid. ‘Rookvrije zorg betekent niet dat je rokers dwingt om te stoppen met roken, al ligt dat wel in het verlengde ervan' verduidelijkte Van Erp. 'Wij merken dat rokers een rookvrije omgeving wel als aanleiding zien om te stoppen met roken. Help ze daarbij.’ 

Zonder draagvlak gaat roken ‘ondergronds’

Draagvlak is alles, gaf Van Erp meerdere malen aan. ‘Blijf daarin investeren, want zonder draagvlak gaat roken ondergronds.’ Daarom heeft Ipse de Bruggen ook artsen, gedragskundigen, directie, raad van bestuur en de commissie Ethiek bij de plannen betrokken. Er is een klankbordgroep die bestaat uit rokers, niet-rokers, medewerkers en cliënten. En roken wordt opgenomen in bestaande programma’s gericht op leefstijl en verslavingen. ‘Vraag alle behandelaars om het stoppen met roken aan te kaarten in gesprekken met cliënten. Daar hoef je echt geen verslavingsdeskundige voor te zijn.’

Niet-roken is de norm

Tot slot tipte Van Erp om volgende stappen tijdig en meermaals aan te kondigen, aan te moedigen wat goed gaat, successen te verspreiden en te belonen, wekelijks aandacht voor rookvrije zorg te hebben binnen de volledige organisatie en vooral ook niet-rokers aan het woord te laten. ‘Zij zijn met veel meer en blij met rookvrij beleid. Niet-roken is de norm.’

Pittige discussies over roken

Begeleider Ans Ruyten werkt op een beschermde woonvorm van Cosis in het noorden van het land. De bewoners hebben een licht verstandelijke beperking of kampen met  GGZ-problematiek. Inmiddels is de woning, een oud pand, rookvrij. ‘Het begon ermee dat bewoners zelf ernstige geuroverlast ervoeren van rokende en blowende medebewoners’, vertelde Ruyten tijdens de ledenbijeenkomst. ‘Dat is de aanleiding geweest om met het onderwerp aan de slag te gaan. In eerste instantie hebben we het gebouw toen softdrugs vrij gekregen, maar zowel cliënten als medewerkers bleven roken en het onderwerp stoppen leverde pittige discussies op.’ 

Door een leefstijlcoach kregen we veel kennis

Cosis schakelde een leefstijlcoach in waardoor de focus meer op een gezonde levensstijl kwam te liggen en minder op roken. ‘We kregen veel meer kennis over roken in ons team en er ontstond meer ruimte voor gesprek. We hebben ontzettend veel individuele gesprekken gevoerd met medewerkers en cliënten’, vertelt Ruyten. Een eerste stap was vervolgens dat medewerkers niet meer met cliënten mochten roken, later mochten medewerkers helemaal niet meer roken op de locatie en het terrein. Zo werden elke keer kleine vorderingen gemaakt. ‘Door de locatie eerst voor de medewerkers rookvrij te maken, creëerden we draagvlak bij de bewoners om ook te stoppen’, vertelde Ruyten. Inmiddels zijn we een rookvrije locatie, maar met name in het eerste jaar waren er nog veel verstopte rokers: rokers die onder hun afzuigkap of op het balkon een sigaretje rookten.’

Blijf met elkaar in gesprek

Tijdens de bijeenkomst confronteerde Ruyten de aanwezigen nog eens met de ernst van de situatie door wat cijfers te benoemen: 24 procent van de Nederlanders rookt; 62 procent van de mensen met een licht verstandelijke beperking rookt; en 50 - 90 procent van de mensen in de GGZ rookt (exacte cijfers zijn niet bekend). Er is dus werk aan de winkel om de zorg rookvrij te maken. ‘Begin bij de medewerkers en zorg voor draagvlak’, tipt Ruyten. ‘Voeg roken toe aan het thema gezonde leefstijl en blijf met elkaar in gesprek.’

Op weg naar een rookvrije zorg in 2030

Tijdens de bijeenkomst gaven VGN-beleidsadviseurs Mara Spit - Verdonschot en Jolien den Hartog een update van de VGN-activiteiten op het gebied van rookvrije zorg. Zo werkt de VGN momenteel samen met een deel van haar leden (de adviesgroep Rookvrij) aan een definitie van een rookvrije gehandicaptenzorg. Ook is er een juridisch kader in de maak. Eerder dit jaar zette de VGN een vragenlijst uit onder haar leden om de huidige stand van zaken in beeld te krijgen ten aanzien van rookvrije zorg. 60 Procent van de VGN-leden die de vragenlijst invulden, maakt een beweging richting rookvrije zorg.

Meer informatie over rookvrije zorg vind je in dit artikel.

Ronella Bleijenburg

Deze pagina is een onderdeel van: