Nieuws

VGN is positief-kritisch over wijzigingsvoorstellen brandveiligheid in woonfunctie voor zorg

28 augustus 2021

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het voornemen om enkele wijzigingen rond brandveiligheid aan te brengen in het Bouwbesluit. Die wijzigingen worden dan opgenomen in het toekomstige Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het betreft wijzigingen in de ‘woonfunctie voor zorg’. De essentie is dat de zogenoemde WAR-systematiek ingevoerd wordt (moeten bewoners in geval van brand gewaarschuwd, geassisteerd of gered worden). Dat heeft gevolgen voor de brandmeldinstallatie (BMI) en voor de doormeldingen naar een zorgcentrale en in geval van melding naar een regionale alarmcentrale (RAC) voor inspectiecertificering. In onderstaand artikel gaan we in op de achtergronden en onze visie. De VGN-visie is ook verwoord in een schriftelijke reactie op een consultatie vanuit BZK en is opgenomen als bijlage bij dit artikel.

Vuur

Uitgangspunt

Voorop staat ons uitgangspunt van veiligheid op basis van risicosturing. Dat dragen we uit samen met de andere zorgbranches in BOZ-verband (VGN, ActiZ, Nederlandse ggz, NVZ en NFU). Dat gebeurt met name in het gezamenlijke programma ‘De Zorg Brandveilig’, met ook Brandweer Nederland en met in de eerste jaren een subsidie van VWS. Abonneert u zich op de nieuwsbrieven van De Zorg Brandveilig, dan blijft u van alle ontwikkelingen op de hoogte. Afgelopen maart attendeerden we u reeds op enkele wijzigingen met betrekking tot brandveiligheid die per 1 juli 2021 zijn ingegaan, zoals vluchtveiligheid en rookverspreiding.

Woonfunctie voor zorg

In het huidige Bouwbesluit wordt onder de woonfunctie voor zorg nog gesproken over de indeling van 24-uurs-zorg, zorg op afroep en zorg op afspraak. Brandmeldinstallaties (BMI) en meldingen zijn op die toch wat verouderde termen afgestemd. In de praktijk leidt dat tot veel discussie tussen zorgorganisaties en de handhaving. De minister heeft nu het voornemen om de brandveiligheidseisen voor deze woonfunctie voor zorg aan te passen. De woonfunctie voor zorg wordt in een infoblad van BZK toegelicht: 'Er is van sprake een woonfunctie voor zorg als het een woning (woonfunctie) betreft die bestemd is voor verlening van professionele zorg aan de bewoners met een vanuit het zorgaanbod georganiseerde koppeling tussen wonen en zorg in een daarvoor bestemde en uitgeruste woonfunctie (pagina 6). 

WAR-systematiek 

In het programma ‘De Zorg Brandveilig’ is de WAR-systematiek al langer ingevoerd, al is het mogelijk dat dit nog niet in alle zorgorganisaties is geïmplementeerd in de beleidscyclus. Dat moet dan wel gaan gebeuren. De kern van de WAR-gedachte bij brand is: welke bewoners kunnen zichzelf na een waarschuwing in veiligheid brengen (de W), wie heeft assistentie van een hulpverlener nodig (de A, één hulpverlener kan een of twee bewoners assisteren) en wie moet gered worden (de R, één bewoner moet door een of twee hulpverleners gered worden). Het voornemen van de minister is om het Bouwbesluit voor de woonfunctie met zorg te wijzigen: de terminologie van 24-uurs-zorg, zorg op afroep en zorg op afspraak verdwijnt en de WAR-systematiek wordt ingevoerd.

Brandmeldinstallaties

Met de beoogde invoering en de daarmee samenhangende WAR-systematiek, zijn ook de BMI's en de meldingen onder de loep genomen en aangepast. Alle BMI’s moeten toe naar een volledige detectie. Gedeeltelijke detectie verdwijnt. Dat kan eenmalig tot extra kosten leiden. In onze reactie hebben we daar aandacht voor gevraagd.

In woningen met een vergunning woonfunctie voor zorg, waarin mensen wonen die zichzelf in veiligheid kunnen brengen na een waarschuwing (de W uit de WAR-gedachte), is een melding naar een personeelspost voldoende in geval van een stil alarm. Immers een luid alarm is meteen de waarschuwing voor de bewoners. Melding naar een zorgcentrale is niet nodig, maar mag uiteraard wel.

Als in deze woningen mensen wonen die geassisteerd moeten worden om in veiligheid te komen (de A uit de WAR-gedachte), is melding naar de personeelspost voldoende. Melding naar een zorgcentrale is niet nodig, mag uiteraard wel.

Als er mensen wonen die gered moeten worden (de R uit de WAR-gedachte), ligt het divers:

  • Bij woningen in een woongebouw is naast een melding naar de personeelspost een melding naar de regionale alarmcentrale (de automatische doormelding naar de brandweer, RAC) verplicht. En dit laatste leidt tot een verplichte inspectiecertificering volgens het CCV-schema.  
  • Bij andere woningen (vrijstaande/geschakelde woningen of woningen op de begane grond met een eigen ingang) is alleen melding naar de personeelspost voldoende. Melding naar een zorgcentrale is niet nodig, maar mag uiteraard wel.

Visie VGN en ActiZ

Onze volledige reactie op de consultatie treft u aan in een bijlage onder dit artikel. Samengevat:

  • We zijn door BZK vanaf het begin van dit traject betrokken geweest en we hebben hierin constructief samengewerkt. De denklijn van ons programma ‘De Zorg Brandveilig’ kreeg duidelijk stem in het geheel. Daarom is ook de WAR-systematiek ingevoerd. Daarover zijn we positief.
  • Wat ons betreft is de doormelding naar de RAC in geval van brand ook bij woningen in een woongebouw niet nodig, want de brandweer wordt (meestal door het personeel) sowieso bij brand gebeld. De brandweer vindt het echter uit oogpunt van veiligheid noodzakelijk. Maar een groot nadeel van deze doormelding is de verplichting tot inspectiecertificering. Dat leidt vaak tot veel frustratie en onkosten, terwijl er nauwelijks extra veiligheid tegenover staat. Daarover hebben we al eerder onderzoek laten doen en we zijn nog steeds als brancheorganisaties in gesprek met het CCV over verbetering van de inspectiecertificering.
  • We pleiten voor een overgangstermijn. We schatten in dat de wijziging van kracht zal worden per juli 2022. We bepleiten een overgangstermijn tot januari 2024. De belangrijkste redenen: nog niet iedere instelling kent de WAR-systematiek, laat staan dat alle bewoners dienovereenkomstig zijn geclassificeerd. En meerdere BMI’s zullen moeten worden uitgebreid van gedeeltelijk naar volledig. Daar zijn extra kosten mee gemoeid. Ook zullen we vanuit de VGN en ActiZ extra informatie geven of ledenbijeenkomsten organiseren om de implementatie te faciliteren. Voldoende reden voor een overgangstermijn.

Vervolg

Voor dit moment geldt dat we weten wat de minister wil, we hebben onze visie gegeven en nu moeten we eerst afwachten wat de minister en de Tweede Kamer in de loop van dit kalenderjaar besluiten. Ter voorbereiding daarop is een nadere verdieping in de WAR-systematiek door zorgorganisaties zinvol. We houden u uiteraard van het vervolg op de hoogte.

Als bijlagen voegen we toe:

  • De integrale reactie van de VGN en ActiZ op de consultatie.
  • De tekst van de consultatie (verzamelwijziging Bbl).
  • Het onderzoeksrapport van Antea waarin de overgang naar de WAR-systematiek met haar consequenties wordt onderzocht en uitgewerkt.
  • Een kort document waarin de relatie tussen Bouwbesluit en Bbl wordt uitgelegd.
Frits Mul
Frits Mul Senior beleidsadviseur

Deze pagina is een onderdeel van: