Digitaal op bezoek: echt contact, ook op afstand
Wat als je vaste bezoek verhuist naar Zuid-Afrika? Dankzij beeldbellen blijft het contact met de bewoners van Bartiméus springlevend. Uit het onderzoek Digitaal op bezoek blijkt dat digitale communicatie in de gehandicaptenzorg meerwaarde heeft. Niet als vervanging van, maar als waardevolle aanvulling.

‘Dag Jan!’ zeggen Minne en Dixy Veenstra vanuit Zuid-Afrika. Het echtpaar had tot 2021 een kaaswinkel in Driebergen, en begeleidde een aantal slechtziende bewoners van een woongroep bij Bartiméus in Doorn elke zondagochtend naar de kerk. Na de dienst wandelden ze samen over het terrein in Doorn, of ze gingen samen koffiedrinken en taart eten bij hen thuis in Driebergen. Maar toen het echtpaar gepensioneerd was, verhuisden ze naar Zuid-Afrika. Het contact met de woongroep verloopt sindsdien via de gratis belservice van WhatsApp, met of zonder beeld.
Hoe is het met de apen?
‘Wat heb je vandaag gedaan?’, vraagt Dixy via het beeldscherm aan Jan. ‘Naar de sportschool’, antwoordt Jan. Hij volgt met geknepen ogen de beweging op het beeldscherm. ‘Heb je daar een balsport gedaan? Of gefietst?’, vraagt Minne. ‘Op de loopband’, zegt Jan. Hij is kort van stof en nuchter van aard. Minne vertelt dat hij in Afrika de Hollandse oliebollen mist. ‘Jullie hebben weer iets anders’, antwoordt Jan met een relativerend lachje. De meest uiteenlopende thema’s passeren de revue en na zo’n twintig minuten luidt Dixy het eind van het gesprek in. ‘Nou Jan, wij hopen dat je nog een fijne dag hebt.’ Maar Jan is nog niet zover. ‘Hoe is het met de apen?’ vraagt hij.
Digitaal contact via bijvoorbeeld bellen, beeldbellen, berichten en sociale media, wordt sinds de start van de coronapandemie in 2020 positiever gewaardeerd binnen de gehandicaptenzorg dan ervoor. Dat concludeert psycholoog en onderzoeker Eline Wagemaker samen met haar team van Digitaal op bezoek, een onderzoeksproject van Viveon in samenwerking met drie andere academische werkplaatsen voor gehandicaptenzorg: Affect-Us, EMB en AWVB.
Hoge waardering
In 2020 startten zij het onderzoek gefinancierd door ZonMw. Met behulp van AI (artificial intelligence) analyseerde het onderzoeksteam data over digitaal contact uit dagelijkse zorgrapportages van zorgorganisatie ’s Heeren Loo van 2016 tot en met 2023. Zij bekeken over dezelfde periode gegevens over de ervaringen van naasten uit jaarlijkse landelijke surveys van het NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg). Wagemaker: ‘In 2020 zagen we in de gegevens van ’s Heeren Loo een grote piek aan rapportages over digitaal contact die ook positiever waren dan daarvoor. Toen de coronamaatregelen afnamen vlakte ook het positieve sentiment af. Maar de waardering bleef hoger dan voor corona.’
Het onderzoeksteam van Digitaal op Bezoek geeft in een handreiking tips en adviezen voor naasten en begeleiders in de gehandicaptenzorg. Wagemaker: ‘Ouders kunnen bijvoorbeeld ’s avonds even beeldbellen om hun zoon of dochter met een ernstig meervoudige beperking een verhaaltje voor te lezen of welterusten te zeggen. Begeleiders kunnen mensen met een licht verstandelijke beperking coachen en ondersteunen bij digitale vaardigheden.’ De mogelijkheden zijn talrijk en uiteraard onder andere afhankelijk van het ontwikkelingsniveau en eventueel bijkomende beperkingen.
Digivaardig
Wagemaker: ‘Voor slechtziende cliënten zoals Jan kan het zinvol zijn om bij berichten sturen een voorleesfunctie te gebruiken. Voor slechthorende cliënten kan een trilfunctie handig zijn. Als begeleiders zich daarvan bewust zijn, kunnen zij cliënten meer waardevolle contactmomenten bieden.’ De handreiking heeft ook aandacht voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden van begeleiders. Wagemaker: ‘Veel organisaties hebben deskundigen op het gebied van IT en digitaal contact in huis. Daar kunnen begeleiders aankloppen met vragen over de werking van apps en apparatuur.’
Benjamin Van Ark is ervaringsdeskundige op gebied van autisme en licht verstandelijke beperking bij zorgorganisatie ’s Heeren Loo. Hij is vanuit Viveon als co-onderzoeker betrokken bij het onderzoek Digitaal op Bezoek. Hij noemt zichzelf behoorlijk ‘digivaardig’, en als hij iets niet weet, dan zoekt hij het op via Google. ‘Ik kan urenlang achter de computer zitten om uit te vinden hoe iets werkt’, zegt hij. ‘Echt leuk, de digitale wereld.’
Omdat hij soms tijd nodig heeft om iets te begrijpen of tot zich te laten doordringen, houdt hij niet van bellen. Van Ark: ‘Mensen worden ongelukkig als het tien minuten stil blijft na hun vraag.’ Daarom stuurt hij familie en vrienden vooral tekstberichtjes. Via online platforms zit hij in chatgroepen met onbekenden van over de hele wereld, en communiceert daar in het Engels. Uit veiligheidsoverwegingen gebruikt hij dan meestal niet zijn echte naam. ‘Een kennis van mij heeft last gehad van catfishing: een blonde meid die graag met hem wou kletsen. Hij heeft haar ook geld gestuurd. Later bleek het een man van in de veertig te zijn.’
Spreken over veiligheid
In de handreiking van Digitaal op Bezoek is ook aandacht voor veiligheid. Wagemaker: ‘Als naasten of begeleiders zomaar meekijken met berichten, ervaren veel cliënten dat als bemoeienis. Ze willen privacy, net als iedereen. Het is belangrijk om vooraf afspraken te maken over wie er bij problemen mag meekijken in de telefoon. Praat erover en maak cliënten bewust van de gevaren. Ook verwijzen wij in de handreiking naar sites als Steffie, Leuker Online en Mediawijzer. Daar vinden cliënten, naasten en begeleiders informatie over veiligheid online.’
Van Ark is zich terdege bewust van de risico’s en denkt er net zo over. ‘Je kunt moeilijk de hele dag op de bank voor je uit gaan zitten staren’, zegt hij. ‘Het leven bestaat nu eenmaal uit risico’s. Niet alleen online. Als ik nu naar buiten loop, kan ik onder de bus komen.’ Hij adviseert zorgorganisaties om een veilige thuisbasis te creëren voor cliënten. ‘Het kan altijd gebeuren dat iemand een keer per ongeluk aan een vreemde een wachtwoord heeft gegeven. Word dan niet boos, en zeg ook niet: ‘Ik heb het je toch gezegd!’, maar kijk samen een oplossing. Dan blijft het veilig en leuk.’
Volgens Van Ark hebben naasten en begeleiders soms weerstand tegen digitale communicatie in de zorg. ‘Ze zeggen dan dat cliënten contact willen met een écht mens. Niet met een telefoon of beeldscherm. Ik benadruk dan altijd dat digitale communicatie aanvullend is. Het is én, én. Niet óf, óf.’
Dit artikel komt uit de tweede editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.