Medewerker van de toekomst: Taken loslaten, mensen anders vasthouden
In de gehandicaptenzorg verschuift de focus van ‘zorgen voor’ naar samen met anderen zorgen dat mensen met een beperking een betekenisvol leven leiden. Wat betekent dat voor de medewerker van de toekomst? Hoe verandert hun werk en wat hebben zij nodig om mee te bewegen? Markant - het tijdschrift van de gehandicaptenzorg - vroeg het aan vier professionals.

Een betekenisvol leven
‘Onze droom is dat voor 2030 alle mensen met een beperking kunnen meedoen in de maatschappij en een betekenisvol leven leiden’, zegt de gehandicaptenzorg in haar Visie 2030. De sector is in transitie: van zorgen voor mensen met een beperking naar samen zorgen dat iedereen een betekenisvol leven kan leiden. Daarbij krijgen netwerken rondom mensen met een beperking en technologie, een grotere rol.
Begeleiders gaan steeds meer taken loslaten
‘De inhoud van het vak van begeleider verandert door deze ontwikkelingen’, zegt Karin Volkers, manager Kennis en Wetenschap bij Philadelphia. Zij houdt zich onder meer bezig met de veranderende rol van begeleiders in relatie tot technologie en het netwerk van cliënten. ‘De begeleider wordt meer regisseur en coördinator en heeft minder directe zorgtaken. Dat vraagt om meer samenwerking. Begeleiders zullen eerst moeten gaan kijken welke andere lagen en mogelijkheden er zijn om een hulpvraag van een cliënt op te lossen. Wat kunnen we de cliënt zelf nog leren? Welke technologie werkt wel of niet voor welke hulpvragen? Wie uit het netwerk kan wat doen en wat kunnen wij het netwerk leren? Hoe kunnen we het netwerk vergroten? Als laatste blijven er hulpvragen over voor een professioneel geschoolde medewerker. ‘Begeleiders gaan dus steeds meer taken loslaten’, geeft Volkers aan. ‘Vertrouwen hierin krijgen is belangrijk, net als duidelijkheid over ieders rol en verantwoordelijkheden. Anders wordt loslaten moeilijk.’
Hoe denken medewerkers hier zelf over?
Tekst gaat verder onder de foto.
‘Omgaan met deze prachtige doelgroep is nu voor deze kinderen genormaliseerd’

Andere benadering
‘De toekomst vraagt om een andere benadering van de zorgvraag van de cliënt', zegt Mieke van de Bilt, persoonlijk begeleider, trainer en examinator bij Amarant. Wat kan de cliënt zelf of nog leren, en wat kan zijn netwerk betekenen? Onder het netwerk versta ik ook mensen en organisaties in de maatschappij. Wij werken bijvoorbeeld samen met een basisschool. Onze cliënten gaven een spreekbeurt in de klas en we maakten een lespakket over mensen met ernstig verstandelijke en meervoudige beperkingen. Dat heeft prachtige momenten van ontmoeting opgeleverd. Omgaan met deze prachtige doelgroep is nu voor deze kinderen genormaliseerd. In het begin vroegen we aan ze: wie wil er in de zorg werken? Niemand stak zijn hand op. Nu na twee jaar steekt bijna de hele klas zijn hand op. We hebben een zaadje geplant.
Nieuwe ontwikkelingen roepen soms weerstand op bij zowel medewerkers als het netwerk. Dat was ook het geval bij de samenwerking met de basisschool. Te veel gaan lopen trekken, werkt dan niet. Laat iedereen in zijn waarde. Mensen haken aan op het moment dat ze de meerwaarde zien.
Letterlijk een stem door een spraakcomputer
Ik zie zeker een grotere rol van technologie in mijn werk. Vooral in toepassingen om de wereld van de cliënt groter te maken. Ik werk met mensen met ernstige meervoudige beperkingen en een aantal van hen heeft een spraakcomputer. Daarmee krijgen ze letterlijk een stem. Wij zien technologie ook als verrijking op het gebied van ontspanning. Zoals de Qwiek Up die wij hebben: een projector waarmee cliënten naar mooie beelden kunnen kijken. Het omgaan met nieuwe middelen kan soms spannend zijn. Scholing is belangrijk en de beschikbaarheid van hulptroepen. Dat hebben we bij Amarant gelukkig.’
Tekst gaat onder de foto verder
‘Ik vind het begrip ‘anders vasthouden’ beter passen dan ‘loslaten'’

Grotere rol voor het netwerk
‘Ik ben positief over een grotere rol van het netwerk in het leven van cliënten, zowel ouders en verwanten als de maatschappij', zegt Denise Nieuwenhuijs, persoonlijk begeleider bij Ons Tweede Thuis. Als de relaties met het netwerk goed zijn dan is dat waardevol. Activiteiten in de maatschappij zijn ook belangrijk voor het netwerk, zoals cliënten die helpen op een middelbare school en voetbalvereniging. We doen de was voor een kinderdagverblijf en zoeken puzzels uit voor de kringloopwinkel. We hebben vrijwilligers die komen voorlezen of wandelen.
Anders vasthouden
Deze ontwikkelingen betekenen veranderingen voor ons. Ik vind het begrip ‘anders vasthouden’ hierin beter passen dan ‘loslaten’. Wij houden de zorgverantwoordelijkheid, maar gaan er anders mee om. Wij blijven begeleiding en warme zorg bieden, maar geven ook dingen uit handen. Technologie kan aanvullend zijn, maar het zou niet de taken kunnen overnemen. Ik vind als begeleider het échte contact heel belangrijk. Ik werk op een dagbestedingsgroep voor jongvolwassenen waarvan sommigen ook een lichamelijke beperking hebben. Ze kunnen veel zelf, al is overvraging wel een aandachtspunt. In die zin is er bij ons niet extreem veel wat je zou kunnen inzetten aan technologie.
Mijn werk wordt door deze ontwikkelingen uitdagender. Wel is het belangrijk dat we ruimte en tijd krijgen. En ook het vertrouwen vanuit het netwerk, zowel van de familie als in de maatschappij. We zijn niet eng of spannend. We komen helpen en vinden het leuk om contact te hebben.’
Tekst gaat verder onder de foto.
‘Met het oog op de toekomst zou het goed zijn als we minder administratie hoeven te doen’

Groei van het sociale netwerk
‘Hoe meer mensen met een beperking in ‘gewone’ bedrijven werken, hoe groter de kans dat ook hun sociale netwerk groeit. Onze deelnemers die werken bij Tony Chocolonely gaan mee bowlen met collega’s in het weekend. Medewerkers van de bedrijven waarmee we samenwerken worden enthousiast over de doelgroep. In het Mediacafé werkte een kok en die is nu begeleider bij ons.
Loslaten is lastig
Korte lijntjes met familie en verwanten zijn belangrijk als de deelnemer daar baat bij heeft. Zeker als mensen zelfstandig in een bedrijf gaan werken. Dat is soms lastig voor ouders en begeleiders, want tot op zekere hoogte moet je dan loslaten. Ouders denken soms: ‘Mijn kind heeft een indicatie voor begeleiding, nou lekker dan, zonder begeleiding in een bedrijf aan het werk’. Uitleggen en geruststellen zijn dan heel belangrijk. Totdat je iemand ziet groeien, ziet dat iemand een beter zelfbeeld krijgt, meer vakvaardigheden krijgt en diploma’s haalt aan het ROC.
'Beeldbellen is ook fantastisch'
Als het gaat om de inzet van technologie in mijn werk dan denk ik vooral aan ONS, het digitale cliëntendossier. Dat hebben we als een app op onze telefoon; handig voor begeleiders die in het leerwerkbedrijf werken. Nu draait ook een pilot met het inspreken van rapportages. Dat scheelt nog meer tijd. Beeldbellen is ook fantastisch. Vooral voor de deelnemers die zelfstandig in bedrijven werken. Als ze de groep missen dan kunnen ze facetimen en zwaaien naar iedereen. Ook voor begeleiders is het een goed middel om contact te houden. Met het oog op de toekomst zou het goed zijn als we minder administratie hoeven te doen. Het zou mooi zijn als technologie daarbij kan helpen.’
Dit artikel komt uit de tweede editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.
Op www.vgn.nl/visie2030 vind je meer informatie over Visie 2030, mede aan de hand van korte animatiefilms. De film over medewerker van de toekomst is ook hieronder te zien.