Wetenschapsjournalist Mark Mieras: 'Hoop kan veel betekenen in het leven van mensen met een beperking, hun leraren en hun begeleiders'

Hoop kan veel betekenen in het leven van mensen met een beperking, hun leraren en hun begeleiders, zegt wetenschapsjournalist Mark Mieras. Hoe ontgrendel je die? Hoe liep dat bij hemzelf? En kun je wel hoopvol zijn in deze tijd? ‘Durf verborgen talenten aan te spreken.’

journalist
Foto Aleid Denier van der Gon

‘Hoop is dat je durft te dromen, dat je plannen durft te maken en erop vertrouwt dat je die kunt realiseren’, zegt wetenschapsjournalist Mark Mieras. Hij is gespecialiseerd in hersenonderzoek en sprak onlangs over hoop op het jubileumcongres van het Landelijk Kenniscentrum LVB. ‘Als mens hebben we ons succes op aarde eraan te danken. Een soortgenoot, de homo erectus leek erg op ons, we hebben zelfs de liefde met elkaar bedreven, maar er was één belangrijk verschil: zij hadden geen dromen en maakten geen plannen. Als er geen externe noodzaak was om iets te doen, gingen ze onder een boom zitten. Ze gebruikten de stenen die ze op hun verblijfplaats tegenkwamen, terwijl mensen soms over tientallen kilometers op zoek gingen naar betere stenen.

Hoop helpt je om zelfsturing en intrinsieke motivatie te ontwikkelen. Dat zijn sleuteleigenschappen. Zelfsturing blijkt nog bepalender dan intelligentie te zijn, voor hoever mensen komen in hun leven. Het leidt tot een betere baan, een stabielere relatie en minder psychische problemen. De homo erectus is uitgestorven, die heeft het niet gered. Die had te weinig intrinsieke motivatie en zelfsturing en daarin hebben ze het tegen ons afgelegd.’

Wat betekent dat voor mensen met een licht verstandelijke beperking?

‘Hoopvol zijn is voor hen een grote uitdaging. Er zijn zoveel tegenslagen en negatieve reacties dat je daar gemakkelijk hopeloos van kunt worden. En dan valt alles stil. Het helpt als ze zich sociaal gesteund voelen, dat ze zich thuis voelen in een netwerk. En dat ze een positief zelfbeeld hebben, dat ze weten dat ze de moeite waard zijn. Als daaraan voldaan is, krijgen vaardigheden zoals zelfsturing, maar ook creativiteit, weer de kans.

Kunsteducatie is stimulerend. Het levert veel sociale interactie op en doet iets met je zelfbeeld, want kunst gaat over wie we zijn als mens. Voor mensen met een licht verstandelijke beperking is het vaak lastig om sociale aansluiting te vinden. Als anderen niet aan je zien dat er iets is, terwijl gesprekken wel stroef verlopen, dan gaan ze je mijden. Dat is een spook dat hun zelfbeeld en hoop ondermijnt.

Een begeleider bedrijft eigenlijk heel praktische neurobiologie door cliënten te helpen hoopvol te zijn. Dat kan met kunsteducatie, maar ook met een andere discipline, zoals tuinieren of techniek. Het scala is heel breed. Het gaat erom dat ze leren zelf vorm te geven aan iets dat hun verlangen wekt.’

In een studie over hoopvol onderwijs schrijf je dat tegenover onvermogen vaak een talent staat. Geldt dat ook voor mensen met een lvb?

‘Zeker, en dat is belangrijk. Bekend is dat mensen die opgroeien in een thuissituatie die instabiel is, of die met agressie te maken hebben, vaardigheden zoals creativiteit en nieuwsgierigheid minder goed meekrijgen. Maar ze leren wel heel goed om mensen te lezen en dat is ook een heel belangrijke vaardigheid. Op school wordt dat echter niet aangesproken, want de school is afgestemd op de kinderen die al veel meekrijgen. Daardoor krijgen andere kinderen niet de kans om te laten zien waar ze heel goed in zijn. Hetzelfde geldt voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Die zijn opvallend vaak hulpvaardig, echt, eerlijk en empathisch en kunnen goed in beelden denken.’ 

Hoe gaat dat in het speciaal onderwijs?

‘Ik spreek regelmatig voor het speciaal onderwijs en dat is altijd een feestje. De leerkrachten zijn zelf hoopvol en minder vaak ‘aangeleerd hulpeloos’ dan in het reguliere onderwijs. Juist omdat de leerlingen in het speciaal onderwijs zo verschillend zijn, kun je ze niet met één methode afschepen. En dat is een groot voordeel. Hun intrinsieke motivatie en zelfsturing worden aangesproken en dat schept hoop. Die eigenschappen kunnen ze doorgeven aan hun leerlingen. Hoopvol zijn is namelijk besmettelijk. Je realiseert je denk ik in het speciaal onderwijs hoezeer jij het verschil maakt.’

Zelf heb je dyslexie, hoe kun je daarmee wetenschapsjournalist worden?

‘Dyslecten hebben iets andere genen, waardoor het brein anders is opgebouwd. Ze zijn beter in staat om de grote lijn te zien en minder goed in de details. Het is het tegenovergestelde van mensen met autisme, die heel goed zijn in de details, maar de grote lijn vaak wat complex vinden. Dat betekent dat je als dyslect juist heel geschikt bent voor de journalistiek. Dat je niet kunt spellen is lastig, maar je hebt eindredacteuren die de spelfouten eruit halen.’

Was dit altijd al duidelijk?

‘In de familie werd toen ik kind was gezegd: hij moet naar de Lom-school (voormalige scholen voor kinderen met ‘leer- en opvoedingsmoeilijkheden’, red.). Maar mijn ouders vonden een onderzoekster die bezig was met een vreemd verschijnsel dat indertijd leesblindheid heette. Die stelde vast dat daarvan bij mij sprake was en vanaf dat moment was ik iemand anders. Niet meer dom, maar iemand met een bijzondere eigenschap.

En in de vierde klas van de basisschool kreeg ik een juf die professioneel ongehoorzaam was. Ze zocht mijn ouders op en zei: hoe hij schrijft is redelijk waardeloos, maar wat hij schrijft is wel interessant. Zullen we hem de kans geven om te ontdekken dat de taal ook een binnenkant heeft? De betekenis? En dat je daar los van de spelling waardevol in kunt zijn. Dus ze heeft in overleg met mijn ouders de rode pen een tijdje neergelegd. Zij zag mij als persoon en hielp mij om mijn gevoel van eigenwaarde te herstellen. Dat hielp mij om hoopvol te zijn en mijn brein te ontgrendelen uit de toestand van de wanhoop.

Ik heb later weer contact met haar gekregen en sprak op haar begrafenis. Na afloop kwamen veel leerlingen van allerlei leeftijden op me af die vertelden hoezeer ze mijn verhaal herkenden. De juf is haar hele leven leerkracht gebleven. Ze was ook niet getrouwd, wij waren haar kinderen, zeer talrijk. Zo zit Nederland vol met eigenzinnige leerkrachten die fantastisch werk doen.’

Hoe kun je hoopvol zijn in een tijd van klimaatverandering, oorlogsgeweld en aantasting van democratische processen?

‘Het is nu extra belangrijk om een persoonlijk perspectief te ontwikkelen dat wèl hoopvol is. Het is schadelijk om als konijnen te gaan zitten staren in de lichtbak van alle ellende in de wereld. De politiek biedt momenteel geen oplossingen, dus van dat systeem moet je je gevoel van hoop niet afhankelijk maken. Mensen op de werkvloer hebben de ruimte om ongehoorzaam te zijn aan het systeem. Als je bovenin zit, dan bèn je het systeem, maar beneden kun je wel iets veranderen. We hoeven niet te wachten tot de grote wereld beter is. De kunst is wegen te vinden om je eigen wereld beter te maken, of die nu groot is of klein.’

Mark Mieras

geboren op 17 mei 1962 in Amsterdam

  • 1982 – 1988   studie theoretische natuurkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam
  • 1983 – heden wetenschapsjournalist, sinds 2003 gespecialiseerd in onderzoek naar hersenontwikkeling
  • 1989 – 1992   milieujournalist en -adviseur bij het Amsterdamse adviesbureau IMSA
  • 1992 – 2000   wetenschapsredacteur weekblad Intermediair
  • 2007                   Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf
  • 2012                   Liefde, Wat onze hersenen onthullen over de klik, de kus en al het andere
  • 2013                   Heftige Hersens! Waarom je voelt wat je voelt, waarom je doet wat je doet (Graphic novel, samen met Jan Bart Dieperink)

Dit artikel komt uit de derde editie van 2025 van Markant, het tijdschrift van de VGN.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Johan de Koning
Telefoonnummer
06-53358421
Johan de Koning

Deze pagina is een onderdeel van