CAO Gehandicaptenzorg 2021-2024

Tussen de ondergetekenden:

I. werkgeversorganisaties 

  • VGN;
  • MEE NL;

en

II. de werknemersorganisaties

  • FNV;
  • CNV Zorg & Welzijn, onderdeel van CNV Connectief;
  • NU’91: beroepsorganisatie van de verpleging en verzorging;
  • FBZ: Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek, te weten:
    • Ergotherapie Nederland (EN);
    • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF);
    • Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD);
    • Nederlandse Associatie Physician Assistants (NAPA);
    • Nederlands Instituut van Psychologen (NIP);
    • Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM);
    • Nederlandse Vereniging voor Beeldende Therapie (NVBT);
    • Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD);
    • Nederlandse Vereniging voor Dans Therapie (NVDAT);
    • Nederlandse Vereniging voor Dramatherapie (NVDT);
    • Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (NVGzP);
    • NVO, Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen;
    • Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF);
    • Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF);
    • Optometristen Vereniging Nederland (OVN) (per 1 januari 2024);
    • Vereniging van Psychodiagnostisch Werkenden (VVP) (per 1 januari 2022);
    • Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie (NVPMT);
    • Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Kindertherapie (NVPMKT);
    • Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM);
    • Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie (NVvMT);
    • Nederlandse Vereniging Van Speltherapeuten (NVVS);
    • Vereniging van Geestelijk VerZorgers (VGVZ);
    • Vereniging Hoger Personeel Zorg (VHP Zorg).

hierna te noemen ‘partijen bij deze CAO’, is een collectieve arbeidsovereenkomst, hierna te noemen ‘CAO’, aangegaan.

Looptijd

De CAO heeft een looptijd van 28 maanden: van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2024.

Loonontwikkeling

Salarisverbetering middengroepen 

Mede op basis van het SER-rapport ‘Aan de slag voor de zorg’ heeft de overheid extra loonruimte beschikbaar gesteld om de salarisachterstand van de middengroepen in de zorg te verminderen. CAO-partijen zijn van mening dat de extra middelen onvoldoende zijn om de volledige achterstand in te halen, maar dat wel een belangrijke eerste stap gezet kan worden. De VGN, FNV, CNV en NU’91 blijven zich inspannen voor extra middelen om de volgende stappen ook uit te kunnen voeren.  

De besteding van de huidige beschikbare extra middelen wordt aangewend om het aanvangssalaris én het te bereiken salaris te verhogen van de volgende middengroepen, de FWG-schalen 35 t/m 50.

De FWG-schalen 35 t/m 50 worden gedurende de looptijd van de CAO als volgt aangepast:  

  • Per 1 mei 2022 worden de FWG-schalen 35 t/m 50 zodanig aangepast dat de eerste trede vervalt en er aan het eind een trede (= 1 inpassingsnummer (IP-nr.)) wordt toegevoegd.  Dat heeft tot gevolg dat alle werknemers die op 30 april 2022 zijn ingeschaald in trede 0 van de FWG-schalen 35 t/m 50 op 1 mei 2022 overgaan naar de eerst volgende trede in de schaal. Werknemers die op 30 april 2022 ten minste een jaar zijn ingeschaald in de laatste trede van de schalen FWG 35 t/m 50, gaan op 1 mei 2022 over naar het in de betreffende schaal extra toegevoegde IP-nr.
     
  • Omdat de achterstand in de schalen FWG 40 en 45 het grootst is wordt op dezelfde wijze een extra aanpassing gedaan waarmee het aanvangssalaris en het te bereiken salaris verder wordt verhoogd.  Per 1 mei 2023 worden FWG-schaal 40 en 45 zodanig aangepast dat de dan geldende eerste trede vervalt en er aan het eind een extra trede (=1 IP-nr.) wordt toegevoegd. Dat heeft tot gevolg dat de werknemers die op 30 april 2023 zijn ingeschaald in de eerste trede van de schaal van FWG 40 of 45, op 1 mei 2023 overgaan naar de naast hogere trede in de betreffende schaal. Werknemers die op 1 mei 2023 ten minste een jaar zijn ingeschaald in de laatste trede van de betreffende schaal, gaan op 1 mei 2023 over naar het aan de schaal extra toegevoegde IP-nr. 
     
  • Uitgangspunt is dat op 1 mei eerst de FWG-schalen worden aangepast als bovenstaand en vervolgens periodieken worden toegekend op basis van de reguliere periodiekdatum.

Eenmalige uitkeringen voor de FWG-schalen 55, 60 en 65

Omdat de extra toegekende middelen onvoldoende zijn om de volledige achterstand in alle FWG-schalen van de middengroepen in te halen, ontvangen de werknemers die ingedeeld zijn in de FWG-schalen 55, 60 of 65 in mei 2022 én mei 2023 een eenmalige uitkering van € 750,- bruto op fulltime basis (parttimers naar rato) als zij op 1 mei 2022 respectievelijk 1 mei 2023 in dienst zijn. De uitkering wordt berekend op basis van de omvang van het dienstverband op 1 mei 2022 respectievelijk 1 mei 2023.

Algemene structurele loonsverhoging 

  • Per 1 mei 2022 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2,2% met een minimum van € 85,- bruto per maand. 
  • Per 1 mei 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3,2%.

  • Per 1 september 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3% met een minimum van € 80,- bruto per maand.

  • Per 1 december 2023 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 3% met een minimum van € 80,- bruto per maand.

  • Per 1 juni 2024 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2% met een minimum van € 55,- bruto per maand.

  • Per 1 december 2024 wordt een algemene structurele loonsverhoging toegepast van 2% met een minimum van € 55,- bruto per maand.

Eenmalige uitkering  

In december 2023 wordt de eindejaarsuitkering uit artikel 4:6 eenmalig verhoogd met 0,5% tot 8,83%.  

Garantie minimum inkomen (artikel 4:4 lid 2 van de CAO)

CAO-partijen garanderen per 1 juni 2022 een minimum uurloon van € 13,- bruto voor werknemers die

  • ten minste 21 jaar zijn, en 
  • een dienstverband hebben van ten minste 7 maanden met een omvang van gemiddeld minimaal 24 uur per week.

Balansfaciliteiten Duurzame Inzetbaarheid & Vitaliteit 

A Balansverlof (in te voeren met ingang van 1 januari 2023) 

Per 1 januari 2023 wordt de PBL-regeling beëindigd en wordt de regeling Balansverlof ingevoerd. Hiermee worden werknemers ruimer gefaciliteerd en krijgen grip op een goede werk/privébalans ten behoeve van duurzame inzetbaarheid. 
We gaan zowel naar medewerkers als organisaties actief de bedoeling van het Balansverlof toelichten (StAG-project Duurzame Inzetbaarheid). 

B Faciliteit “Even ietsje minder” 

CAO-partijen onderzoeken gedurende de looptijd van de CAO de mogelijkheden voor en de haalbaarheid van een regeling die werknemers faciliteert om mentaal en fysiek in balans te blijven in verschillende fases van het leven door tijdelijk minder te werken als dat door privé omstandigheden wenselijk is. Bijvoorbeeld voor:
 

  1. De jongere, startende werknemer die werkt in combinatie met gezinsopbouw.
  2. De meer gesettelde en meer ervaren werknemer die werkt in combinatie met zorg voor kinderen en ouders of anderen.
  3. De oudere en ervaren werknemer die met de pensioengerechtigde leeftijd in zicht van waarde wil blijven voor de organisatie en collega’s.  

Uitgangspunt is dat werkgever en werknemer samen investeren. 
De uitkomsten van het onderzoek zijn onderwerp van gesprek voor de volgende CAO. 

C Faciliteit Afbouw Carrière met ingang van 1 juli 2022 

  1. De regeling ‘Afbouw Carrière’ geeft de werknemer de mogelijkheid om voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd gedurende een periode van maximaal 3 jaar minder te gaan werken, ten einde mentaal en fysiek in balans te blijven en van waarde te blijven voor de organisatie en collega’s. 

  2. Deze regeling geldt voor de looptijd van de CAO en eindigt derhalve op 31 december 2024 zonder dat daar enige handeling voor vereist is, in acht nemende het voorstel te komen tot een ‘even ietsje minder regeling’ die in verschillende fases van het leven en werken door de werknemer kan worden benut. Is de 'even ietsje minder regeling' op 1 januari 2025 nog niet van kracht, dan blijft de regeling ‘Afbouw Carrière’ van kracht tot dat CAO-partijen overeenstemming hebben bereikt over de ‘even ietsje minder faciliteit’, doch uiterlijk t/m 31 december 2025. De regeling Afbouw Carrière vervalt derhalve van rechtswege zonder dat daar enige handeling voor vereist is op het moment dat de regeling ‘even ietsje minder’ van kracht wordt of op 31 december 2025. De regeling blijft van toepassing op werknemers die uiterlijk op 31 december 2025 zijn ingestroomd. 

Werkdruk/Balans Werk-privé

Jaarurensystematiek

In de handreiking van sociale partners over de jaarurensystematiek wordt de bedoeling en optimale toepassing van de jaarurensystematiek verder toegelicht. CAO-partijen stimuleren het op een goede manier werken met de jaarurensystematiek door vernieuwde implementatievoorlichting. 

Sociaal beleid op werknemersniveau: Vrouwen in de overgang  

Sociale partners vinden het belangrijk om de werksituatie en inzetbaarheid van vrouwen in de overgang te optimaliseren. Het informeren over en bespreekbaar maken van klachten van de overgang en gevolgen daarvan kunnen mogelijk (langdurig) verzuim voorkomen. Sociale partners bespreken in de StAG of en hoe zij daar aan kunnen bijdragen. 

Professionele zeggenschap en scholing & ontwikkeling

We vinden het belangrijk dat de organisatie van het werk vorm krijgt dicht bij en met betrokkenheid van medewerkers en cliënten, zodat medewerkers daardoor grip hebben op werk en leven. Ook de meeste medewerkers geven aan dat ze graag zelf aan het roer staan van de organisatie van hun werk. Dat gaat over zeggenschap en/of betrokkenheid bij afspraken over de invulling van taken, de kwaliteit van zorg en begeleiding, de inrichting van het werk, passende procedures, competenties, scholing. Professionele zeggenschap zal in de branche vormgegeven worden in lijn met de Governance code Zorg. 

CAO-partijen willen ruimte voor professionele zeggenschap, vakmanschap en ontwikkeling in organisaties verder bevorderen, stimuleren en faciliteren door de CAO aan te passen. 

Zeggenschap 

CAO-partijen stimuleren gedurende de looptijd van de CAO dat inspraak en zeggenschap daadwerkelijk van de grond komen. 

Scholing en Ontwikkeling

Aan de concept handreiking scholing van sociale partners wordt toegevoegd een paragraaf over hoe om te gaan met een verschil van inzicht over de vraag of er sprake is van functionele scholing die noodzakelijk is voor de functie-uitoefening van de werknemer. 

Grensoverschrijdend gedrag

Partijen zullen bij de huidige actualisatie van de Arbo-catalogus Gehandicaptenzorg rond het thema veilig werken nadrukkelijk aandacht schenken aan (verschillende vormen van) grensoverschrijdend gedrag door cliënten, verwanten, leidinggevenden en/of collega’s. Partijen ontwikkelen in de Arbowerkgroep van de StAG een protocol zoals gangbaar in de sector, deze wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk 1 januari 2024 als bijlage 5 toegevoegd aan de CAO.

Overig en technisch

FWG-procedures 

Cao-partijen ontwikkelen ondersteunend materiaal om FWG-procedures inzichtelijker te maken (bijvoorbeeld een infographic) en om het functioneren van de IBC en/of RBC te versterken. 

Inning arbeidsmarktfondsmiddelen  

De StAG bevordert een goed arbeidsklimaat zodat de gehandicaptenzorg een aantrekkelijke en gezonde branche is om in te werken en goede zorg biedt aan cliënten. Speerpunten van de StAG voor de komende jaren zijn:   

  • Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit in alle carrière/levensfasen  

  • Werkdruk  

  • Veilig en gezonde werkomgeving  

  • Ontwikkeling   

Daarnaast bevordert de StAG dat de branche over overzichtelijke arbeidsmarktgegevens beschikt.   

Om dit te realiseren wordt voor de duur van de CAO in 2022, 2023 en 2024 bij de werkgevers die lid zijn van de VGN, een bijdrage geïnd van 0,02% van de loonsom van de organisatie per jaar, ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten van de Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG). Werkgevers die geen lid zijn van de VGN maar wel onder de werkingssfeer van de CAO vallen kunnen deelnemen aan de activiteiten van de StAG indien en voor zover ze de heffing van 0,02% van de loonsom hebben voldaan en voldoen aan van toepassing zijnde voorwaarden. 

Onderzoeken 

CAO-partijen komen overeen gedurende de looptijd van de CAO onderzoek te doen: 
 

  1. Vanuit het vraagstuk van waardering van flexibele inzet van medewerkers onderzoeken CAO-partijen de vergoeding, de toepassing, samenhang en mogelijke discrepanties van bijzondere diensten zoals extra diensten, verschoven diensten, overwerk en onregelmatige diensten. 
  2. Vanuit het vraagstuk verzuim in de Gehandicaptenzorg onderzoeken CAO-partijen de samenhang tussen verzuim en de hoogte van loondoorbetaling bij ziekte. 

Technische wijzigingen

Naast de wijzigingen voortvloeiend uit het onderhandelingsresultaat en de bijbehorende bijlage met technische wijzigingen, wordt de tekst van de CAO gewijzigd als daar aanleiding dan wel noodzaak toe is als gevolg van verstreken data, naamswijzigingen, technische omissies etc. In de redactiecommissie worden deze technische wijzigingen nader besproken. 

Algemeen verbindend verklaring

Partijen zullen na de totstandkoming van de definitieve CAO gezamenlijk een verzoek tot algemeen verbindend verklaring indienen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.