Cao online

Alles over de cao

Hoofdstuk 8: Vakantie en verlof

Artikel 8:21 Ouderschapsverlof

CAO 2025-2026

(PDF - 2 MB)

Zoeken binnen CAO

  1. De werknemer heeft gedurende de periode dat het kind van de werknemer de leeftijd van 8 jaar nog niet heeft bereikt, aanspraak op ouderschapsverlof, conform de regeling opgenomen in de artikelen 6:1 tot en met 6:9 van de Wet Arbeid en Zorg.

  2. De werknemer kan zijn pensioenverzekering op vrijwillige basis voortzetten. De werkgever neemt een deel van de daarvoor verschuldigde premies voor zijn rekening, mits de werknemer na het onbetaalde verlof zijn dienstverband tenminste gedurende 6 maanden voortzet.

  3. Het in het vorige lid bedoelde werkgeversdeel van de premie is voor zover wettelijk mogelijk gelijk aan het bedrag van de werkgeversbijdrage zoals die direct voorafgaande aan het onbetaald verlof door de werkgever verschuldigd was, doch bedraagt niet meer dan de volledige gedurende de periode van onbetaald verlof aan het pensioenfonds verschuldigde premie.

  4. Over het ouderschapsverlof wordt uitsluitend vakantieverlof opgebouwd over de uren waarvoor de werknemer een uitkering ontvangt op basis van artikel 6:3 van de Wet Arbeid en Zorg.