Cao online

Alles over de cao

Hoofdstuk 5: Salaris en faciliteiten studenten (vervalt per 1 januari 2026)

Artikel 5:3 Salarisschaal

CAO 2025-2026

(PDF - 2 MB)

Zoeken binnen CAO

  1. Voor studenten, met wie de werkgever een leer-arbeidsovereenkomst heeft gesloten en die een opleiding volgen op kwalificatieniveau 2, 3, 4 of 5, zoals bedoeld is in de in artikel 5:1 genoemde wettelijke regelingen, geldt het in de navolgende tabel vermelde salaris. Deze tabel is gebaseerd op een voltijd arbeidsduur van 1878 uur per jaar. De voltijdsarbeidsduur van de onderhavige studenten bedraagt 1878 uur per jaar.

    Salarisschaal voor student-werknemers

    *Salarisbedragen van toepassing voor zover het wettelijk minimum (jeugd)loon niet hoger is. Een werknemer ontvangt het wettelijk minimum(jeugd)loon als dit hoger is dan het tabelsalaris.

Met ingang van

1-12-2024*

1-7-2025*

1e praktijkleerjaar

1833

1906

2e praktijkleerjaar

2100

2184

3e praktijkleerjaar24582556
4e praktijkleerjaar25242625
  1. De student-werknemer met een leer-arbeidsovereenkomst van 1878 uur per jaar, heeft in het kader van de opleiding als bedoeld in artikel 5:1 het recht om met behoud van salaris de arbeid te onderbreken voor het volgen van binnenschools leren, met een maximum van 160 uur (4 uur maal 40 weken) op jaarbasis. Voor de student-werknemer die een leer-arbeidsovereenkomst heeft met een arbeidsduur van minder dan 1878 uur per jaar, wordt de omvang van de lestijd als bedoeld in de voorgaande zin ten minste naar rato van de omvang van het dienstverband vastgesteld.

  2. Voor studenten die een opleiding volgen op kwalificatieniveau 5 kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 1 indien het tweede jaar, in het verlengde van het eerste jaar, een overwegend theoretisch karakter draagt en waarin stages zijn opgenomen. Voor een periode van 12 maanden kan in dit jaar een leerovereenkomst met de student worden aangegaan. In het derde jaar, wanneer met de student een leer-arbeidsovereenkomst is aangegaan, begint de student met een salaris behorende bij het tweede praktijkleerjaar.

  3. De werkgever kan met een student van 21 jaar of ouder voor de duur van de opleidingsperiode een hogere salariëring overeenkomen indien sprake is van een of meer van de volgende situaties:

    • een student die een opleiding gaat volgen, maar reeds in het bezit is van een voor de functie relevant diploma beroepsonderwijs;

    • een arbeidsmarktknelpunt in de regio bestaat voor de betreffende functie;

    • een student die is aan te merken als herintreder;

    • een student die is aan te merken als zij-instromer. 

    De werkgever komt deze bevoegdheid slechts toe indien hij in overleg met de OR/personeelsvertegenwoordiging een regeling vaststelt. Van de leeftijdsgrens van 21 jaar in dit artikel kan door de werkgever worden afgeweken in die gevallen waarin een student-werknemer onder de 21 jaar een opleiding gaat volgen maar reeds in het bezit is van een voor de functie relevant diploma beroepsonderwijs.

  4. Tijdens de beroepsvoorbereidende periode die van toepassing is op de student verzorgende IG (kwalificatieniveau 3) respectievelijk de student verpleegkundige (kwalificatieniveau 4) wordt een bruto vergoeding toegekend ter hoogte van het minimum(jeugd)loon (dat gezien de leeftijd voor de student zou gelden indien hij werknemer zou zijn). Geen vergoeding wordt toegekend indien en voor zolang de student een uitkering ontvangt, die gelijk is of hoger dan de genoemde vergoeding. Bij een deeltijdopleiding ontvangt de student de vergoeding naar rato.

    In het kader van deeltijd- of verkorte opleidingstrajecten kan van de lengte van de voorbereidende periode worden afgeweken. Opleidingsvormen die afwijken van het standaardmodel voor de opleiding worden overeengekomen tussen de zorginstelling en de onderwijsinstelling en vervolgens in de overeenkomst met de student bevestigd.

  5. Indien in het tweede jaar van de duale opleiding tot Verpleegkundige (kwalificatieniveau 5) met de student een leerovereenkomst wordt aangegaan, wordt een bruto vergoeding toegekend ter hoogte van het minimum(jeugd)loon (dat gezien de leeftijd voor de student zou gelden indien hij werknemer zou zijn). Bij een deeltijdopleiding ontvangt de student de vergoeding naar rato.